Toni Minichiello: Ik weet nooit hoe goed Ennis écht is

Geplaatst op Donderdag, 29 september 2011
Toni Minichiello: Ik weet nooit hoe goed Ennis écht is

Toni Minichiello is al veertien jaar coach van Jessica Ennis, winnares van het goud bij de EK en van goud en zilver bij de twee laatste WK\'s. De Brit is een van de sprekers op het Trainerscongres van de Atletiekunie. In Daegu lichtte hij al een tip van de sluier op.

10.000 uur trainen
‘Alle coaches kennen de theorie dat je tien jaar lang en in totaal 10.000 uur moet trainen om de wereldtop te bereiken. Ik denk dat jonge topsporters pas rond hun veertiende weten of ze zo\'n carrière echt willen. Dat betekent dat je vanaf de leeftijd van een 24-jarige terug kunt gaan plannen en bepalen wat er op welke leeftijd nodig is. Daar zal ik voorbeelden van geven.\'
‘Maar het is een ingewikkeld proces\', waarschuwt de coach. ‘In de meerkamp ben je geneigd te denken in zeven - of tien - onderdelen, die allemaal een plaats moeten krijgen in je schema. Maar fysiek gezien zijn er 25 elementen die je moet trainen en dat moet je dus slim doen.\'

Controleur in het team
Coaching is teamwerk, daar is Minichiello het wel mee eens. Maar er is één controleur en dat is hijzelf. ‘Ik bepaal wie er op welk moment meepraat. Toen Jessica van afzetvoet moest wisselen, had dat veel invloed op de training en in die periode was de rol van de biomechanicus erg groot. Momenteel is dat een stuk minder\', zo geeft hij als voorbeeld.
Minichiello neemt vrijwel alle trainingen zelf voor zijn rekening. Alleen bij het speerwerpen - in Daegu het zwakste onderdeel van Ennis, waarbij ze een beslissende achterstand opliep en het goud in handen van Tatyana Chernova zag verdwijnen - maakt hij gebruik van een specialist in de persoon van Mick Hill (die overigens niet aanwezig was bij de WK). ‘Ik heb weliswaar de nodige speerwerpers getraind, maar had geen ervaring met meerkampers die geen \"werpers-arm\" hebben, maar dat onderdeel toch moeten doen.\'
‘Hier in Daegu was het David tegen Goliath\', zei Minichiello na de zevenkamp tegen de BBC. ‘Jessica weet nu dat ze volgend jaar in Londen op élk van de zeven onderdelen op haar best moet zijn, zoals Chernova dat hier was.\'
Hij schetste ook het probleem van de meerkampcoach, die nooit precies weet hoe zijn pupil ervoor staat. ‘Vergelijk het met een estafetteteam, dat ook meer of minder goed kan presteren dan de opgetelde p.r.\'s voorspellen. Of met de marathon: die loop je maar een paar keer per jaar. Je kunt wel denken dat je heel goed in vorm bent, maar dat blijkt pas op de dag van de wedstrijd.\'

Buiten de meerkamp
In zijn column op de website van Ennis (klik hier) sprak Minichiello zich vóór de WK uit over de druk op zijn atlete om overal aan de start te komen. Dat was ná de kritiek op haar wegblijven bij de Diamond League-meeting in Londen. Een paar dagen later liep ze in Loughborough met 12,76 een p.r. op de 100m horden. ‘Het probleem met meerkampers is altijd hoeveel wedstrijden ze buiten de meerkamp om kunnen doen, zonder dat ze teveel belast worden of het trainingsprogramma niet goed kunnen uitvoeren\', aldus de coach. ‘Atleten doen op hun onderdeel meestal zo\'n tien wedstrijden vóór ze op het grote toernooi hun topprestatie leveren. Jessica zou dan zestig wedstrijden moeten doen. Omdat dit onmogelijk is, zullen we nooit weten hoe goed ze is op elk van de afzonderlijke onderdelen.\'

Tekst: Cors van den Brink - fotografie: Erik van Leeuwen

Trainerscongres

Naast Minichiello zullen drie andere internationale deskundigen spreken op het Trainerscongres. Het plenaire gedeelte wordt verzorgd door Ralph Mann (USA). Hij won zilver op de 400 horden op de OS in München 1972. Hij heeft zich na zijn actieve carrière ontwikkeld tot een autoriteit op het gebied van biomechanica, en is inmiddels uitgegroeid tot een van de toonaangevende experts op dit gebied.

De spreker voor het onderdeel is Loren Seagrave. Hij is een van de toonaangevende sprint/horden coaches in de wereld, en heeft als trainer en/of adviseur met meer dan vijftig Olympische medaillewinnaars gewerkt. Andre Cason, Dwight Phillips, Angelo Taylor en Sandra Farmer-Patrick behoorden tot zijn atleten. Bij de workshops van Seagrave zal de 400 meter horden centraal staan

Als spreker voor de workshop midden en lange afstand is Alan Storey uitgenodigd. Alan was bondscoach midden afstand in Groot Brittannië, en gedurende de laatste twintig jaar succesvol op de midden- en lange afstand. Hij bracht niet alleen Mike McLeod (1984) en Mark Rowland (1988) naar het Olympische podium, maar was ook de man achter Sonia O\'Sullivan in Sydney 2000. Hij vierde de laatste jaren veel successen met Mo Farah.