Trainersopleidingen aangepast

Naar aanleiding van de resultaten uit het recent gehouden onderzoek heeft de Atletiekunie de belangrijkste input vanuit de trainers/verenigingen omgezet in een vernieuwde opleidingsstructuur. De grootste verschillen zijn:

• Het training geven staat nu nog duidelijker op de voorgrond tijdens de opleiding
• De structuur waarin gewerkt wordt krijgt meer aandacht, dus de trainers weten sneller waar ze naar toe werken;
• De Elektronische leeromgeving wordt overzichtelijker en makkelijker in gebruik, door een betere routering van de opdrachten en leerteksten;
• Er komt een mogelijkheid om een digitale reader uit te printen;
• De opleiders brengen een stagebezoek aan de cursist, zodat deze ook binnen zijn of haar eigen vereniging wordt begeleid;
• Cursisten kunnen sneller en effectiever hun bewijslast verzamelen om zo de kwalificatie te halen voor de Proeve van Bekwaamheid.

Meer praktijkgericht

Het onderzoek toonde aan dat de praktijkgerichtheid van de opleiding niet voldoende is. We hebben er daarom voor gekozen om de begeleiding van de cursist nog intensiever te maken, o.a. door de opleiders de cursisten te laten bezoeken tijdens de praktijklessen binnen de eigen vereniging. Het leerproces van de cursist kan zo beter in de gaten gehouden worden.

Structuur van de opleiding

Het is belangrijk dat de cursisten weten en begrijpen naar welk eindpunt zij moeten toewerken en wat van hen verwacht wordt. Uit het onderzoek kwam naar voren dat zij vaak geen duidelijk beeld hebben van inhoud en inspanning. In het nieuwe opleidingsjaar gaan we hier meer tijd aan besteden. Enkele voorbeelden:

• Het verbeteren van de informatie op de speciale website voor Opleidingen. De cursist krijgt op voorhand al een goed beeld van wat de opleiding inhoudt en oplevert.

• In de 1^e workshop gaan cursist, praktijkbegeleider en opleider samen direct aan de slag om de praktijkleerplek van de cursist goed door te spreken. Is deze plek (vaak de eigen vereniging) wel geschikt om de opdrachten uit te voeren? Wat zijn voor de cursist de te doorlopen stappen om uiteindelijk het praktijkexamen te kunnen halen? Hoe gaat de cursist aan de slag met de opdrachten en nog belangrijker: hoe verzamelt hij de bewijslast om je Proeve van Bekwaamheid te behalen?
• Daarnaast maakt de cursist gelijk al kennis met de training: waar bestaat een training uit en waar moet een trainer allemaal aan denken voordat hij daadwerkelijk training kan geven?

Elektronische leeromgeving

De cursist krijgt een duidelijke uitleg over de Elektronische Leer Omgeving (de Atletiek Academie) tijdens de workshop. Uit het onderzoek bleek dat de gebruikers (zowel cursisten als opleiders en praktijkbegeleiders) moeite hebben met het werken in de ELO. Om het makkelijker te maken richten wij de ELO zo in dat de gebruiker in staat is om snel aan de slag te gaan met de ELO. Hij, zij wordt niet beperkt door onduidelijke of onvolledige opdrachten. In de opdrachten vind je direct de gekoppelde leerteksten die de cursist nodig heeft om de opdracht uit te voeren. Daarnaast kiezen we mogelijk voor 1 verzamelmap per PvB voor de verzamelde bewijslast.

Deze verbeteringen worden al op korte termijn worden doorgevoerd. In de opleidingen die starten op 8 oktober a.s. is hiermee al rekening gehouden.

Verbeteringen langere termijn

Maar dan zijn we er nog niet. Want ook op de langere termijn valt er veel winst te behalen bij het aanpassen van het aanbod. De verenigingen hebben aangegeven te betwijfelen of de profielen die beschreven zijn voldoen aan de praktijksituatie van de trainers/verenigingen:

• Moet een trainer van een loopgroep wel bezig zijn met het aansturen van assistenten of het organiseren van een activiteit?
• Dekt de opleiding Looptrainer 3 wel het hele scala aan looptrainers dat zelfstandig training geeft?

Wij willen de opleidingen die volgend seizoen (2012) starten beter afstemmen op de doelgroep en daarbij is de informatievoorziening vooraf zeer belangrijk.

• Wij willen dat de trainer weet welke opleiding bij zijn of haar behoefte hoort. De verschillen tussen een niveau 2 en een niveau 3 opleiding zullen veel beter zichtbaar zijn en een verdieping van kennis voor niveau 3 trainers moet beter mogelijk worden. En een vereniging moet deze verschillen ook kunnen benoemen.
• De opleidingsbehoefte van de trainers staat voorop, zowel wat betreft het opleiden in workshops als in bijscholingen. Daarom gaan we een \'toolkit\' ontwikkelen voor verenigingen met als resultaat meer zicht op de mogelijkheden van opleidingen en bijscholingen. De vereniging kunnen zo hun trainers beter voorlichten.
• Ook gaan we meer tijd steken in het zoeken en ondersteunen van onze \'ambassadeurs\'. Ook nu zijn er al veel mensen positief over de opleidingen en we willen deze mensen bijvoorbeeld gaan inzetten bij voorzittersoverleggen en verenigingsdagen om de bekendheid van opleidingen te vergroten en de manier van opleiden te verhelderen.
• Tot slot willen wij onze opleiders beter begeleiden. Zij zijn immers de belangrijkste beïnvloeders van de trainers die opgeleid worden. Hiervoor zal er een opleidersbeleid opgesteld en geïmplementeerd worden.

Een logische vervolgstap van het bovenstaande is een actieve ondersteuning vanuit de Atletiekunie aan verenigingen om hun trainers te werven, begeleiden en te behouden. De al ingezette ondersteuningsvormen (Stappenplanavonden, informatieavonden) worden verder uitgebreid qua producten en diensten en effectiever ingezet.

We horen graag wat u hiervan vindt en zullen u regelmatig op de hoogte houden van de vorderingen op het gebied van opleidingen. Mocht u vragen hebben of willen reageren op ons actieplan, dan kunt u via e-mail terecht bij afdeling kaderontwikkeling of bij de accountmanagers Frans Rinsema en André Hoogink