Wie de jeugd heeft…
‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’ is een bekende kreet. Maar wat betekent dat nu eigenlijk?
Voldoende aanwas van jeugd zorgt voor een stabiele vereniging? Blijven jeugdleden heel lang lid van een vereniging? Of hebben we de ideeën van de jeugd nodig voor de toekomst? Aandacht geven aan wat jeugdleden willen, is in elk geval belangrijk. Doet je vereniging dat ook? Hoe is het bestuur bijvoorbeeld ingericht? Zit er een jeugd verantwoordelijke in het bestuur? Is de jeugdafdeling wel herkenbaar binnen de vereniging? Wordt er voldoende ingespeeld op de veranderende omgeving en de jeugd zelf die ook verandert?
De jeugd stroomt ‘vanzelf’ wel binnen wanneer ouders voor hun kinderen op zoek gaan naar een sport. Een mogelijkheid om in de nabije omgeving kennis te maken met atletiek is daarbij een pré. Maar als ze eenmaal “binnen” zijn, is het vooral van belang om ze ook te behouden. De grootste aanwas van jeugdleden is bij de pupillen die voor het grootste deel doorstromen naar de junioren. Bij de junioren is tegelijkertijd ook de grootste uitstroom: hier moet dus de focus op behoud komen. Zorg er bijvoorbeeld voor dat ze in de functie van trainer meer verdienen bij de vereniging, dan wanneer ze vakken vullen bij de supermarkt. Vraag wat ze van hun eigen trainingen vinden, vinden ze aansluiting bij de trainer? Willen ze meer of minder trainen? Zijn de trainingstijden goed? Weet je junioren te behouden door ze hun mening te laten geven en hier ook wat mee te doen. Dat is één van de uitkomsten van het onderzoek juniorenatletiek waarin onderzocht is hoe we het verloop onder deze doelgroep kunnen verminderen.
Wees je bewust van wie je jeugdleden zijn en wat ze willen, dan ben je als vereniging bezig met ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’.