Ton de Kort zorgt graag voor wat sjeu

Geplaatst op Woensdag, 1 juli 2015
Ton de Kort zorgt graag voor wat sjeu

Hij moet er wel om lachen. Hij, Ton de Kort, die figureert in de reeks van Stille Krachten in de atletiek? 'Ik krijg soms juist het verwijt dat ik teveel praat...'

Al zo'n veertien jaar is hij microfonist op nationaal niveau. Twintig jaar lang ook schreef hij voor bladen als Atletiekwereld en Atletiek Magazine. Schrijven en presenteren is ook de basis van de eenmanszaak waarmee hij onlangs begon. 'Voortgekomen uit het speakeren in de atletiek. Ik heb geen podiumvrees. Geef me maar een microfoon, dat gaat me gemakkelijk af. Of ik nu een symposium met vijftig mensen doe of in een volle bak in Hengelo sta, ik word er niet warm of koud van.'

Hij is vaak presentator bij de Dag van de Atletiek of de Looptrainersdag, maar vooral rond de atletiekbanen is zijn stem een vertrouwd geluid. Ton de Kort (47) vindt het simpelweg heel leuk microfonist te zijn. 'Ik zorg graag voor wat sjeu,' zegt hij. Maar om nu te zeggen dat het zijn lust en zijn leven is, dat gaat hem te ver. 'Daarvoor doe ik het ook te beperkt. Ik bedoel, Rien Stout deed wel twee keer zoveel wedstrijden. Voor hem was het écht zijn lust en zijn leven.'

Jarenlang - tot het overlijden van Stout in 2011 - deden ze samen het Nationaal Baancircuit. Rien de looponderdelen, Ton op het middenterrein voor de technische onderdelen. 'Met mijn neus er bovenop, dat heb ik het liefste. Als iemand dan bijvoorbeeld een limiet springt is het wel zo leuk om even voor de microfoon een vraag te stellen. Een korte reactie, zo betrek je het publiek er ook bij. Laatst nog bij de NK voor Teams, hier in Vught, sprong Femke Pluim over 4,50 meter met de polsstok. Nieuw Nederlands record, limiet voor Beijing en Rio. Ze begon meteen zó enthousiast te tetteren in die microfoon, prachtig.'

Bij de NK voor Junioren in Breda - eind juni - stond De Kort niet op het middenterrein, maar zat hij met de drie andere microfonisten op het dak van het clubgebouw van AV Sprint. 'Achter twee beeldschermpjes met de live results. Dan moet je via het scherm maar zien wie er springt en wat de afstand is. Bij de FBK Games ging het zo eens fout. Ook daar zat ik achter een scherm, niet op het middenterrein. Had ik net Irving Saladino voor zijn laatste sprong aangekondigd, terwijl hij de jury al had laten weten dat hij het niet meer zou springen. Vervelend.'

Die plek voor de atletiekspeaker heeft te maken met het format van de event presentation voor de EK 2016 in Amsterdam. Met de microfonisten op de tribune en twee hosts op het middenterrein. 'Dat hebben Martijn Visscher en ik gedaan bij de NK Indoor in Apeldoorn. Strak in het pak. Eigenlijk alleen voor de aankondiging van de onderdelen en het voorstellen van de atleten.'

De afgelopen NK's zijn steeds volgens dat format gedaan. 'Het zijn,' zegt De Kort, 'de oefenmomenten in de aanloop naar de EK van volgend jaar. Ik heb het idee dat het na 2016 wel weer anders wordt en er weer meer ruimte voor de atletiekspeakers komt. Maar de EK hebben de afgelopen twee, drie jaar hun schaduw dus vooruit geworpen.'

Dat format biedt Ton de Kort geen ruimte voor interviewtjes of spontaniteit. Toch is dat niet eens de reden waarom hij op de EK slechts een bescheiden rol heeft. 'Daar heb ik zelf op aangestuurd. Ik ben de spreekstalmeester op het Museumplein, bij de kwalificaties voor discus en speer. Aanvankelijk, toen het hele voortraject werd uitgerold, heb ik bedankt voor de eer. Ik vond dat er van mij als vrijwilliger teveel werd gevraagd aan vrije dagen. Die moet ik immers verdelen tussen gezin en atletiekevenementen. Later ben ik toch gaan bomen en zijn we op die rol op het Museumplein uitgekomen. Unieke entourage natuurlijk, de complete werptop van Europa is aanwezig en aan mij de eer er een leuk showtje van te maken.'

Maar in het Olympisch Stadion is hij volgend jaar dus niet te horen. Opmerkelijk, dat hoogtepunt laat hij schieten. 'Maar is dat het hoogtepunt? Voor mij was dat dit jaar bijvoorbeeld de NK voor Teams. Dat was zo'n leuke wedstrijd om als speaker te draaien. Ook weer met Martijn Visscher. Compact, snel. Dat vind ik heerlijk. Daarvan kun je met twee microfonisten en een geluidteam zo'n ronkende wedstrijd maken.'

Ton de Kort begon in 1984 met atletiek bij Prins Hendrik Vught. Met zijn zeventien jaar was dat relatief laat. 'Met 11,3 seconden op de 100 meter doe je regionaal aardig mee. Maar dat was met een ander lichaam, met links en rechts wat kilootjes minder. Ik ben van alles en nog wat gaan doen bij de club. Jurylid, jeugdtrainer, clubblad verzorgen. En ik ging journalistiek studeren in Tilburg. En als je dan makkelijk babbelt zoals ik, dan komt vanzelf de vraag of je eens een wedstrijdje aan elkaar wil kletsen.'

Dat beviel goed, De Kort kreeg er steeds meer plezier in. 'Dan loop je met zo'n portofoon rond, mensen roepen van alles in je oor en ondertussen moet je onverstoorbaar je verhaal doen... Wat ik heel leuk vind is de rol in het team, het samen doen. En Piet Broekhuizen pompte er altijd in dat we radio moesten maken. Bruggetjes maken. Zo van: dat was de tussenstand bij het verspringen bij de vrouwen. Martijn, jij volgt voor ons het speerwerpen bij de mannen...'

Via Broekhuizen van PB Events kwam Ton de Kort ook terecht in het shorttrack. Eenmalig. 'Piet komt uit de schaatswereld en was begin 2012 verhinderd omdat hij in Boedapest bij de EK langebaan zat. Hij vroeg of ik de NK shorttrack wilde doen. Ik wist niks van shorttrack. Ik kende namen van Sjinkie Knegt en Niels Kerstholt en daar hield het wel mee op. Geeft niks, zei Piet, je kunt je toch voorbereiden? Als je over atletiek kunt praten kun je dat ook over shorttrack.'

'Nou, daar zat ik in de ijshockeyhal van Thialf... Hartstikke leuk. Je hebt een heel centrale rol als speaker en er gebeurde van alles om me heen. Knegt schoffeerde een scheidsrechter, schopte een ruit uit een deur. Het enige dat ik miste was dat ik niet even over de boarding heen kon klimmen om een shorttracker een microfoon onder de neus te duwen.'

Ook daar dus. 'Ik vind dat in de atletiek microfonisten nooit van het middenveld mogen worden gehaald, eerlijk gezegd. Ook fotografen lopen daar beroepshalve rond. Gelimiteerd. Het gaat om de details, ook in de atletiek. Ik wil een verre sprong als eerste kunnen melden en sta bij wijze van spreken met mijn neus bovenop de juryleden die aan het opmeten zijn. Ik wil de afstand kunnen melden, liefst nog vóór het op de borden staat. Als ik het van een scherm aflees komt het als mosterd na de maaltijd.'

Bij alle - tijdrovende - voorbereidingen kan Ton de Kort tijdens wedstrijden het noteren van de afstanden of hoogtes achterwege laten. 'Ik sla het op, ik onthoud die dingen heel makkelijk. Ik heb zeker geen fotografisch geheugen, dat is overdreven gesteld. Maar die cijfertjes staan bij mij wel meteen op de harde schijf.' Toch vergeet ook hij een enkele keer wel iets. 'Heel soms. Ik probeer er wel op te letten, maar dan willen ouders net een foto maken van hun kind bij de afzet voor het verspringen. Staat ineens die grote, kale man er voor...'

Tekst: Pim van Esschoten
Foto: Coen Schilderman