Flexibel hardloopaanbod zorgt voor ledengroei
Flexibiliteit leidt tot ledengroei
Hardloopclub Engelen uit Den Bosch groeide afgelopen vijf jaar met meer dan 22%. En dat is, zeker in de tijd van teruglopende ledenaantallen, opvallend genoeg om te achterhalen: wat doet deze vereniging anders? Het antwoord in één woord: flexibiliteit. Maar hoe realiseer je dat: flexibiliteit binnen een hardloopclub? Frank Voss, voorzitter van hardloopclub Engelen, vertelt het verhaal van hun club.
De Atletiekunie maakt aan het begin van elk jaar een overzicht van de ledenontwikkeling per vereniging, op basis van de bruto ledencijfers op 31 december. Hieruit bleek dat hardloopclub Engelen in de periode 2014 tot en met 2018 een sterke stijging van het aantal leden heeft gerealiseerd. Procentueel groeide de vereniging in vijf jaar met meer dan 22%, in aantal betekende dat 19 nieuwe leden voor de club. De atletiekunie analyseert en inventariseert deze gegevens om verenigingen te helpen hun ledenontwikkeling een positieve impuls te geven, onder het motto: samen zijn we atletiek.
‘De trainers maken elk kwartaal een nieuwe trainingsschema’
Flexibel aanbod leden
Frank Voss (59): ‘De opzet van ons trainingsaanbod is niet standaard. Op maandag-, woensdag- en vrijdagavond en zaterdagochtend kunnen onze leden trainen. Voor welk moment of momenten ze kiezen, maakt niet uit. En aan- of afmelden hoeft ook niet, je bent er gewoon of niet. De inhoud van de vier trainingen per week wisselt, maar alle trainers volgen wel het schema van dat kwartaal. De trainers maken voor elk kwartaal namelijk een nieuwe trainingsschema, een opbouw die aansluit bij het loopevenement waar je als lid het kwartaal mee kunt afsluiten.’ Het toewerken naar een evenement, een doel, is ook iets dat de club heeft toegevoegd aan z’n aanbod. ‘Op verzoek van de leden,’ voegt Frank toe. ‘Vooral nieuwe leden hebben dat nodig, die moeten nog leren “lopen om het lopen”. Uit de enquêtes van deelnemers aan Start to Run kwam steeds weer naar voor dat mensen behoefte hebben aan een doel na het afronden van de cursus en afsluitende loop. Maar ook voor bestaande leden werkt het motiverend. We proberen altijd evenementen te kiezen met diverse afstanden, zodat lopers van zowel de 5 kilometer tot en met de halve marathon mee kunnen doen. Overigens doet lang niet iedereen altijd mee aan het evenement hoor, het is geheel vrijblijvend. Maar gemiddeld gaan we toch met een kwart van onze leden naar een evenement. Je bent er dus altijd met een bekend groepje, wat uiteraard gezellig en motiverend is.’
‘Als trainer hoef je er niet elke maandagavond te staan’
Flexibiliteit voor trainers
‘Het nieuwe trainingsschema vinden de leden elk kwartaal op onze website, zo weten ze wat ze de komende weken te wachten staat. Ook vinden ze daar het type training dat die week op de diverse dagen wordt gegeven: de maandagavond kan bijvoorbeeld een tempotraining zijn en woensdag een snelheidstraining. Maar welke trainer er voor de groep staat, dat blijft een verrassing. De flexibiliteit die we onze leden bieden, is er namelijk ook voor onze trainers. Niet iedereen wil of kan er bijvoorbeeld elke maandagavond staan. Twee keer per jaar inventariseren we de beschikbaarheid van alle trainers, de looptrainers niveau 3 maken vervolgens een rooster voor een half jaar. In praktijk betekent dit dat de ene trainer er elke week minstens één keer is, een ander traint misschien om de week een groep. Als trainer sta je steeds voor een andere groepssamenstelling, en afhankelijk van je eigen beschikbaarheid ook op wisselende dagen’.
‘Er zijn geen groepen binnen de club, bijna iedereen kent elkaar’
Meer voordelen dan flexibiliteit
De leden van hardloopclub Engelen profiteren enerzijds van een hoge mate van flexibiliteit en anderzijds van de voordelen van samen lopen en lid zijn van een club. Maar er zijn meer voordelen vertelt Frank: ‘Je traint niet week in week uit bij dezelfde trainer. En dat is goed en verrassend, want elke trainer geeft toch net even anders les. Natuurlijk zullen er ook mensen voorkeur voor een bepaalde trainer hebben, maar het argument van flexibiliteit en afwisseling weegt toch echt zwaarder voor ze. Een ander voordeel van deze trainingsopzet wat ik regelmatig hoor én zelf ervaar, ik loop twee keer per week met de club, is het feit dat de leden elkaar langzamerhand allemaal leren kennen. Er zijn geen groepen binnen de club. Dat merk je ook tijdens de activiteiten die we organiseren. Veel mensen kennen elkaar en de opkomst is vaak redelijk groot. We organiseren ongeveer elke twee maanden iets voor onze leden. Zoals een baantraining bij onze zuster atletiekvereniging O.S.S. Volo in Den Bosch, een bosloop of bijvoorbeeld de Halloween run. Maar ook niet loop-activiteiten staan steevast op de agenda zoals een “borrel en bites” na de vakantie en een Nieuwjaarsbijeenkomst.’
Ongebonden hardlopers vinden de club
Interessant fenomeen is dat ook ongebonden hardlopers de flexibele hardloopclub weten te vinden. ‘We kunnen hier nog wel veel meer winnen door aan onze bekendheid te werken. Maar ook nu vinden ze ons. En op de vraag waarom ben je naar ons gekomen, horen we vaak: “Ik liep altijd alleen, en zocht nu naar een groep om mee te lopen.” Die aansluiting past overigens goed bij ons motto: alleen ben je sneller, samen kom je verder. Ook krijgen we soms leden van andere verenigingen, zij maken de overstap ook vanwege ons flexibele aanbod.’ Nadelen van het aanbod, ziet Frank niet echt. ‘Hoogstens het feit dat er redelijk wat niveau verschil tussen de deelnemers kan zitten. Maar dat lossen we op door de groep op te splitsen.’
Tot slot beantwoordt Frank de vraag, waar andere verengingen rekening mee moeten houden als ze ook willen overstappen naar een flexibel trainingsaanbod. ‘Je moet redelijk wat trainers in je bestand hebben om alle momenten te kunnen vullen. Onze club heeft acht trainers, op zo’n tachtig leden.’
Frank sluit zijn verhaal af door te benadrukken dat ze heel trots zijn op hun vereniging, én op de stijging van het ledenaantal. ‘We zaten lang op de 60 à 65 leden, en nu al een tijd structureel rond de 80. Ons doel is doorgroeien tot 100 leden,’ lacht Frank positief.
Tekst: Esther Vliege