Verwachtingen en uitkomsten
Michel: ‘Na de selectie voor de RCA ben ik met mijn eigen trainer aan de slag gegaan. Ik bereid nu de warming up voor. Spannend wel de eerste keer voor mijn eigen groep staan. Maar ik werd zo leuk ontvangen dat dit snel van me afgleed en ik kon genieten. De groep vindt de afwisseling van oefeningen leuk. Ik zoek op internet steeds naar nieuwe vormen. Samen met mijn trainer heb ik mezelf verder ontwikkeld; zo geef ik nu ook de loopscholing.’
‘Als trainer heb ik nog weinig ervaring maar ik ben heel leergierig. Ik lees veel op internet, kocht het boek van de bekende trainer Rob Veer (De 10, de halve en de hele) en lees de magazines van Running NL. Ik kijk uit naar mijn meeloopsessie met een ervaren trainer bij een andere vereniging. Ik vond Robert Lathouwers echt een inspiratiebron, van hem wil ik wel meer leren.’
Tim: ‘De sessie op Papendal was mega leuk en leerzaam. Daarna heb ik bij is AV Unitas in Sittard een meeloopsessie met trainer Paul Hagedoren gedaan. Heel leerzaam. Hij liet me onder andere zien dat je verschillende groepen (in dit geval de 800 m, 1500 m en 5 km en langer) als één groep kan trainen. De warming up deden ze echt samen, belangrijk voor de groepsbinding. Dat sociale aspect vind ik als loper ook belangrijk.’
Tara: ‘Ik wil leren hoe ik trainingen opbouw, schema’s maak, ik wil leren kijken naar het grotere geheel. Ik wil eerst alles weten voordat ik er iets over deel. Dan pas voel ik me comfortabel. Door het afgelopen half jaar kijk ik nu ook anders naar trainers, ik zie dat ik van iedereen iets kan leren.’
‘Mijn meeloopsessies heb ik bij de locatie Nenjito van Rotterdam Atletiek gedaan, zelf train ik bij locatie Olympia. Ik heb al meerdere keren met verschillende trainers mee mogen kijken. Als loper kom je, train je en ga je weer. Ik zie nu wat er allemaal bij komt kijken voor een trainer: voorbereiden, veiligheid garanderen, snel schakelen, flexibel zijn, het groepsgevoel in acht houden. Doe je een oefening? Moet je dit vooraf klaar zetten en achteraf opruimen. Wat ik ook nog lastig vind: wanneer doe je mee en wanneer ga je aan de zijkant staan. Dat puur observeren heb ik met Hans van Vlaanderen gedaan en geoefend: gewoon gaan staan, kijken en dan adviseren.’