Nederlandse marathonlopers dé doorzetters van Europa

Geplaatst op Woensdag, 27 oktober 2010
Nederlandse marathonlopers dé doorzetters van Europa

Met behulp van resultaten uit Europees onderzoek onder 3.500 Europeanen, probeert ASICS te verklaren waarom de marathon in 2500 jaar is uitgegroeid tot een waar icoon. Bij deze Marathon Popularity Index (c) blijkt Nederland een jong marathonland gezien de wat lage score op de index. Maar: Nederlanders maken af waar ze aan beginnen: 99 procent van de Nederlandse marathonlopers loopt de race helemaal uit, dit in vergelijking met de Spanjaarden van wie 85 procent de race uitloopt.

De ASICS Marathon Popularity Index(c) (AMPI) wordt berekend door het percentage hardlopers dat een marathon heeft gelopen, te vermenigvuldigen met het percentage dat een land aan bewondering en respect voor marathonlopers heeft. Het resultaat wordt vervolgens gedeeld door 100 om de AMPI-waarde te verkrijgen. Gemiddeld heeft 23 procent van de Europese hardlopers een marathon gelopen en heeft 74 procent veel bewondering en respect voor collega-hardlopers die deze race hebben uitgelopen. Dit geeft Europa een indexscore van 17.

Italië en Spanje echte marathonlanden
Italië en Spanje staan duidelijk aan de top, meer dan 30 procent van de Spaanse en Italiaanse hardlopers heeft een marathon gelopen (vergeleken met slechts 6 procent van de Nederlanders). Met een score van meer dan 70 procent voor de bewonderingfactor komen zij uit op een indexscore van 22. De Britten hebben nog meer respect voor hardlopers (77 procent, vergeleken met 71 procent van de Spanjaarden). Maar aangezien slechts 16 procent van de Britse renners zelf ooit een marathon heeft gelopen, staat de Britse indexscore met 12 als één na laatste op de AMPI-lijst.

Ongeveer 6 procent van de Nederlandse hardlopers heeft ooit een marathon gelopen en 57 procent heeft bewondering voor een marathonloper. Hiermee eindigt Nederland als laatste op de lijst met een indexscore van 3. Dit kan verklaard worden door het feit dat Nederland een relatief ‘jong\' hardloopland is. Maar starten ze een marathon, dan finishen ze ook: slechts een heel klein percentage van de Nederlandse marathonlopers haalt de eindstreep niet bij een marathon (1 procent). De Spanjaarden kijken daar anders tegenaan: zij gaan in grote getale van start maar 15 procent hiervan gaat niet over de finish.

Vrouwen zijn prestatiegericht, mannen houden van verhalen
Volgens de meeste Europeanen zit het succes van de marathon hem in het doel van de race: een derde beschrijft het als een wedstrijd waar de finish behalen het doel is. Ongeveer 27 procent vindt dat de prestige van de race wordt ontleend aan het feit dat het een Olympisch icoon is en de oorsprong ervan teruggaat tot aan de Griekse mythologie. Mannen voelen zich vooral aangesproken door de verhalen rondom de marathon (18 procent vs. 15 procent van de vrouwen), terwijl vrouwen eerder vinden dat het om snelheid en discipline gaat. Zij geloven zelfs dat marathon Latijn is voor ‘snel rennen\'.
De Italianen zijn meer dan enig ander land op de hoogte van hun klassiekers. Van hen weet 46 procent wanneer de eerste race werd gelopen, vergeleken met slechts 28 procent van de Britten. De meeste Europeanen denken dat de marathon werd geïntroduceerd in 1896 tijdens de moderne Olympische Spelen. De legende van Pheidippides is welbekend, 80 procent van de Europeanen is bekend met zijn fatale reis.

Rituelen voor een marathon
Zestig procent van de Europeanen heeft een ritueel voorafgaand aan een race: focussen op de strijd die ze voor de boeg hebben, luisteren naar muziek en praten met andere hardlopers zijn de 3 belangrijkste rituelen. Verder heeft 72 procent een gewoonte of ritueel na een race waaronder veel water drinken en rusten. De Nederlanders en Duitsers gaan een biertje drinken (15 procent), terwijl de Spanjaarden meteen iemand bellen om de overwinning te melden. Als 2500 jaar een goed moment zou zijn om de specificaties van een marathon te heroverwegen, dan zijn het de Grieken en de Nederlanders die vinden dat er niets aan dit icoon veranderd mag worden. Het is verrassend dat bijna 21 procent van de Europeanen het prima zou vinden wanneer het een langere race werd en 11 procent van de Italianen vindt zelfs dat hij langer dan 50 km mag zijn.