Wim Jonkman: rechtlijnig voor veiligheid
Wim Jonkman (67) is al jaren ‘technical director\' bij de Marathon Rotterdam. En tot voor kort stuwende kracht achter parkoersmetingen bij de Atletiekunie. ‘Ik ben nogal rechtlijnig,\' zegt hij. Maar Wim Jonkman staat ook voor humor, beleving, passie.
Lee Towers zingt \"You\'ll never walk alone\", duizenden lopers staan nerveus te trappelen in de startvakken, helikopters hangen luidruchtig boven de Coolsingel. De spanning laait hoog op, tijdens die laatste minuten voor de start. En dan is daar Wim Jonkman. Met twee vlaggen.
Hij krijgt er soms meewarige reacties op: ‘Wat sta je daar nou te vlaggen?\' Voor Jonkman is het simpel: ‘De communicatielijnen vallen in alle drukte nog wel eens weg. Wat dan? Dan heb ik dus die vlaggen. Iedereen ziet ze, ook de begeleiders op de motoren. De rode vlag betekent: we gaan starten. Zodra ik de groene omhoog steek is het nog één minuut. En dan knalt dat kanon.\'
Die laatste minuten zijn achter de schermen vaak hectisch. Informatie van over het hele parkoers komt dan bij Jonkman binnen. ‘Drie jaar terug: ik hoor 20 minuten voor het startschot dat op het Churchillplein nog een wegafzetting staat: 500 meter na de start! Weghalen, roep je dan. Vijf minuten later zit er nog geen beweging in. Dan ga je nadenken; welke procedure volg je als het niet op tijd lukt? Tien minuten voor de start besluit ik: ik ga niet starten. Geen rode vlag dus. Eén minuut voor de start komt het bericht: Churchillplein vrij. Ik steek meteen de groene vlag de lucht in en precies op tijd gaat het kanon af. We zijn door het oog van de naald gekropen. Er staat natuurlijk grote druk op. Je stelt de start niet zomaar uit, zeker niet met een live tv-uitzending.\'
Die spanning is er elk jaar weer, die laatste minuten. Jonkman: ‘Als het startschot is gevallen en je ziet die massa in beweging komen... dat is zo\'n opluchting. Echt een emotioneel moment, ja. Daar komen wel wat tranen bij kijken. Het is die spanning van wéken die er ineens uitkomt.\'
Hij maakte alle edities mee van de Marathon Rotterdam. Bij de eerste in 1981 stond hij in het Kralingse Bos bij een oversteekplaats. ‘Daarna ben ik carrière gaan maken.\' Als technical director is hij voorzitter van de technische commissie, met twaalf mensen. Zijn verantwoordelijkheid betreft het parkoers inclusief drinkposten, het start- en finishgebied, de startprocedure. Bij de marathon en de andere lopen van organisatiebureau Like2run: CPC, Bruggenloop en LadiesRun.
In 2010 ontving Wim Jonkman (rechts) samen met Mario Kadiks De Loper van de Atletiekunie.
‘Ik ben altijd vrijwilliger geweest. Nog steeds. Mijn beloning komt op de dag van de marathon. Maar bekijk je het nuchter, dan is alles zó ongelooflijk ingewikkeld geworden; dat kún je niet naast je gewone werk doen. Ik ben nu met pensioen, maar voor die tijd kreeg ik alle medewerking bij het gemeentelijk havenbedrijf. Dat is Rotterdam, hè. Hier gaan alle deuren open bij het woord marathon. Onbetaalbaar.\'
Zelf was hij basketballer bij het roemruchte RZ, met mannen als Jan Dekker, Marcel Welch en Jan Loorbach. ‘Ik raakte in 1979 betrokken bij atletiek door mijn dochter. Nou ja, voor je het weet sta je met een hark in je handen. Vervolgens stel je een vraag op een vergadering en een jaar later ben je jeugdvoorzitter.\'
In september 1993 kwam hij als voorzitter van Rotterdam Atletiek hard in aanvaring met de Atletiekunie. De IAAF had Erik de Bruin een dopingschorsing van vier jaar opgelegd. Volgens de rechtbank in Utrecht mocht hij wel meedoen aan de clubcompetitie, waarna de IAAF die wedstrijd tot ‘besmet\' verklaarde. Jonkman: ‘Ik ben nogal rechtlijnig; als de rechter dat bepaalt, mag Erik gewoon met ons meedoen. Ik stond vierkant achter hem. Die ochtend van de wedstrijd werd ik straal genegeerd door de andere clubs en de mensen van de Atletiekunie.\'
Jonkman was zo boos op de Atletiekunie dat hij uit de commissie wegatletiek stapte. ‘En dat was een goede commissie. Veiligheid en het meten van parkoersen waren nog onderbelichte thema\'s, daar waren wij toen al flink mee bezig. Ik ga voor kwaliteit en bij veel lopen zag je dat de organisatie nog houtje touwtje was.\'
De boze, rechtlijnige Wim Jonkman heeft zich na 1993 toch weer ingezet voor de Atletiekunie, met name bij de meting van parkoersen. Tot begin dit jaar was hij nog coördinator. ‘We hebben er nu twee meters bij met de A-status van de IAAF, die hebben het overgenomen. We doen nu zo\'n 75 parkoersmetingen per jaar in Nederland. Het nut daarvan is dus goed doorgedrongen.\'
Hoe anders was dat vóór 1990, toen alles met een loopwiel werd nagemeten. ‘Onbetrouwbaar,\' zegt Jonkman. ‘De IAAF had ook helemaal geen regels in die tijd, iedereen deed maar wat. De AIMS (de wereldwijde organisatie van wegwedstrijden, red.) is toen begonnen wat afspraken te maken. Alan Jones heeft een systeem bedacht, dat door de AIMS verder is ontwikkeld. In Nederland heb ik samen met Dick Bijl een begin gemaakt met de opleiding van 24 parkoersmeters, die allemaal met de Jones Counter kunnen werken.\'
Volgens de methode Jones is de eerste stap het ijken van het metertje op de as van een fietswiel, aan de hand van een gemarkeerde afstand die door een landmeter is uitgezet. Daarna fietsen twee meters de ideale lijn van het parkoers. Na afloop volgt een nieuwe ijking van het metertje. ‘Want,\' zegt Jonkman, ‘door verschil in temperatuur of vochtigheid kan het fietswiel krimpen of uitzetten. Al is die afwijking maar een millimeter, over 42 kilometer kan dat toch oplopen. We nemen daarom het gemiddelde van het ijken voor en na de meting.\'
Hoe nauwkeurig die meting ook, altijd weer heb je lopers met een GPS-apparaatje die weten te vertellen dat het parkoers te kort is. Of te lang. ‘Een ellende,\' zegt Jonkman. ‘Je wordt horendol van die mensen. Die dingen kloppen gewoon niet, een afwijking tot wel tien procent is mogelijk. Bij Jones is die afwijking 0.01 procent.\'
Toch blijft het mensenwerk, een rekenfout is niet altijd uitgesloten. ‘We hadden hier vijftien jaar geleden een Duitse meter van de AIMS. Die staat op het Churchillplein en zegt: \"hier is de finish\". Nou, zeiden wij, dat dachten we niet. Die ligt op de Coolsingel. Nee, zegt hij: hier. Bleek bij het narekenen dat hij gewoon een fout had gemaakt.\'
De metingen worden vaak op onzalige tijden gedaan. ‘Maar zelfs \'s nachts om drie uur in het weekeinde gaat niet meer, de straten zijn dan overvol met stappers. Zelfs de politie krijgt ze niet meer weg. We beginnen nu om een uur of half zes. Dan zijn we net klaar voor de eerste kerkgangers. Halverwege,\' vertelt Jonkman, ‘stoppen we altijd even voor koffie. Een jaar of wat geleden zien we twee man uit een pand komen, krom van het gejatte lood. De politiemannen die ons begeleidden konden ze zó inrekenen.\'
Het hoeft niet, maar het parkoers in Rotterdam is voor de editie van 2012 opnieuw nagemeten met de Jones Counter. ‘We nemen het zekere voor het onzekere.\' Net dat beetje extra, voor de kwaliteit, daar staat Wim Jonkman op. ‘Het is onze slogan ook: we like2run the extra mile... We hebben in Rotterdam met heel veel dingen voorop gelopen. Nog steeds. In Nederland, maar ook internationaal.\'
Veiligheid, daar hamert Jonkman op. ‘Die opblaasbare bogen over de weg? Niet bij mij. Als de stroom uitvalt, zakken die dingen in. Kan commercieel wel interessant zijn, ik vind ze niet veilig. Ze komen bijna elk jaar naar me toe, maar het blijft nee.\'
Toch kun je niet alles uitsluiten, weet Jonkman ook. Soms gebeuren er nu eenmaal heel maffe dingen. ‘Twintig jaar geleden sta ik op de Coolsingel, hooguit 15 meter voor de startlijn, met m\'n rug naar de lopers. Pal voor het startschot. Gek, denk ik, er klopt iets niet... Ik draai me om en zie dat een vrouwtje van Tokyo TV met microfoon en snoer is overgestoken. Dat snoer hangt dus over de weg, een meter hoog! Ik vlieg naar dat vrouwtje, til haar met microfoon en al op en zet haar terug aan de andere kant van de weg. Op dát moment knalt het kanon...\'
Tekst: Pim van Esschoten
Foto: Erik van Leeuwen