Weer record bij Start to Run

Geplaatst op Maandag, 12 maart 2012
Weer record bij Start to Run

Bij het zesde jaar Start to Run onder auspiciën van de Atletiekunie werd het recordaantal deelnemers van 2011 (4360) gebroken: er schreven ruim 5.000 mensen in. Een impressie uit Vleuten, één van de 132 locaties waar zaterdag het startschot voor 2012 werd gegeven.

\"\"

Neem nu Rene Wouterse. Wilde vorig jaar meedoen aan de Singelloop in Utrecht en ging met een aantal collega\'s trainen. Die bleken net iets te hard te gaan. ‘Je wilt niet onderdoen voor ze, hè. Ik zat binnen twee weken op vier kilometer, vanuit het niks. Ik raakte geblesseerd, overbelast. Ik heb twee maanden lang last gehad van m\'n rug. Als ik \'s ochtends wakker werd, moest ik me aan de deurpost overeind trekken.\'

Wouterse wil het nu anders aanpakken. ‘Verantwoord, onder begeleiding,\' vertelt hij zaterdag na afloop van de eerste van zes trainingen van Start to Run. Voor Rene Wouterse (49) betekent het dus een nieuwe start. ‘Dit zorgt ook voor een stok achter de deur en die heb ik nodig. Ik doe het ook voor m\'n gewicht. Ik ben al tien kilo afgevallen en wil nog zeven kilo kwijt, dan ben ik goed in balans. En dan blijven sporten en dit jaar wel de Singelloop.\'

Het verhaal van Rene Wouterse mag je klassiek noemen. Want hoeveel enthousiaste lopers stranden niet, al kort nadat ze zijn begonnen? Het is een belangrijke reden waarom de Atletiekunie in samenwerking met partners en verenigingen sinds 2007 Start to Run aanbiedt. Om die eerste, lastige drempel zonder problemen over te komen. Na zes zaterdagen (en evenveel huiswerktrainingen) moet iedereen in staat zijn drie kilometer achtereen te kunnen lopen.

Een andere opbouw dus dan Wouterse vorig jaar koos. Te snel te hard en te ver willen; je mag het een mannenprobleem noemen. Juist voor hen is Start to Run een uitkomst. Toch is tachtig procent van de ruim 5.000 starters dit jaar (het record van 4360 uit 2011 is royaal gebroken) vrouw. Zo ook op de locatie Vleuten, deze zaterdagmorgen. Het is één van de in totaal 132 locaties in het land, waar meer dan 430 trainers (van verenigingen of hardloopspeciaalzaken) voor de nieuwelingen klaar staan.

\"\"

In Vleuten (zeg maar: Leidsche Rijn, de nieuwbouwwijk aan de westkant van Utrecht) zet Athletic Point alles bij elkaar zeven trainers in voor de ruim vijftig deelnemers. Bert Eskes, eigenaar van AP: ‘Het is hier een bolwerk van lopers.\' En dat is niet in de laatste plaats te danken aan Gerard Peek, die pakweg 25 jaar geleden al met zijn loopgroepjes voor beginners begon. ‘Zijn\' AP heeft hij inmiddels verkocht aan Eskes, maar voor deze zaterdag is Peek toch weer opgetrommeld en ingeroosterd.

‘Die vijver van nieuwe lopers droogt nooit op,\' zegt Peek. ‘Het is eigenlijk net als toen we ooit begonnen, ook toen met die groepjes mensen. Maar het is ook anders. Je had toen meer mensen die tien kilometer of een halve marathon wilden lopen. En het is was een andere tijd ook. Lopen langs de weg was not done. Het was de tijd dat de loper werd nagroepen ‘ze hebben ‘m al\' of ‘er rijdt toch ook een bus?\' Lopen is nu zo anders geworden.\'

Maar het belang van goede begeleiding is er niet minder om geworden. In park Het Lint zorgen ze deze zaterdagmorgen voor een lekkere opwarming (wandelen en dribbelen en de bekende oefeningen voor spieren en pezen), voor de loopscholing en tot slot 500 meter lopen. Hoewel, het echte slot is natuurlijk de cooling down bij terugkeer.

Opvallend is dat de starters in Vleuten zich degelijk hebben voorbereid op hun avontuur. De meesten dragen nieuwe loopschoenen en -kleding. De meesten ook lopen gewoon heel behoorlijk. Maar trainer Frits Smulders mist ook iets. ‘Ik heb nog nooit zo\'n stille groep gehad,\' plaagt hij zijn pupillen. Die opmerking staat niet op zichzelf. ‘We doen het met een AP-sausje.\' Wat dat is? ‘Gezelligheid,\' zegt hij. ‘Dat is voor ons heel belangrijk. Daarom zorgen we ook voor enkele oefeningen waarbij je elkaar moet beetpakken, dat is goed voor het contact tussen de mensen.\'

Tussen alle lopers valt Laura Floor op, met haar 15 jaar. Eigenlijk te jong voor Start to Run, dat voor lopers vanaf 16 jaar is bedoeld. Maar nieuw dit jaar is de zogenoemde combi van ouder met tiener (12-15 jaar). En Ingrid Floor haalde haar dochter over met haar mee te doen. Ze begon zelf een jaar geleden met hardlopen. ‘Niet iets voor jou?\', vroeg ze Laura. ‘Drie kilometer, dat is peanuts.\' Maar Laura dacht: ‘Liever niet. Maar ik moest toch wat gaan doen, er moeten kilo\'s af. Ik fiets wel naar school, maar hardlopen? Ja, rondjes lopen met gymles, maar verder niet.\'

\"\"

Ingrid heeft haar dochter wel een beetje moeten pushen. ‘Een beetje, in het begin,\' zegt Laura. ‘Ik was bang voor schut te lopen, als anderen me zouden zien. Maar ik wilde het toch proberen.\' ‘Het is maar zes keer,\' zegt haar moeder. Laura: ‘Maar ik moet wel zes keer vroeg m\'n bed uit.\' Bij haar allereerste hardlooptraining ooit blijft Laura maar lachen. Bij alle pogingen haar moeder bij te houden, moet ze wel een keertje afhaken. Nu is Ingrid klein en licht en inmiddels gegrepen door het loopvirus. Ze trekt er drie, vier keer week op uit. ‘Lekker, na een drukke werkdag.\' Geen wonder dus, dat Laura haar moeder niet steeds kan volgen. Maar het kan haar zichtbare pret niet drukken. ‘Ik vind het heel leuk,\' zegt ze na afloop. ‘Ik kom volgende week zeker terug, al kan mijn moeder er dan niet bij zijn.\'

‘We hebben er eigenlijk weinig ruchtbaarheid gegeven, toch hebben we al heel wat combi\'s ingeschreven,\' vertelt Patrick Aris, manager loopsport bij de Atletiekunie. ‘We willen kijken hoe het gaat lopen.\'

Nieuw is ook Run to the Start, het vervolg op Start to Run. Aris: ‘Na deze zes weken kunnen de deelnemers drie kilometer lopen in zo\'n 20 à 25 minuten. Dan ben je nog niet klaar om aan te sluiten bij een van de vele loopverenigingen/-groepen in het land. Die kun je overigens op de website van Atletiekunie vinden. Voor de mensen die dat nog niet aankunnen beginnen we nu met Run to the Start. Een vervolg van zo\'n 8 - 10 weken, waarna je vijf kilometer kunt lopen. En dan kun je dus meedoen aan een evenement, die vaak een vijf kilometer op het programma hebben.\'

Run to the Start kan een uitkomst zijn voor Marion Vegter (52). Ze doet voor het derde jaar op rij mee aan de clinics van Start to Run. ‘Na de eerste keer brak ik in de zomer een teen. Na de tweede keer verdraaide ik mijn knie, toen ik van een stoeprandje viel. Ik wil nu weer opnieuw beginnen. Driemaal is scheepsrecht, hè?\' ‘Ik ben wat zwaarder gebouwd en de jaren gaan ook tellen. Bovendien heb ik astma. Door de sporten hoef ik geen medicijnen te gebruiken. Daarom ben ik hier twee jaar geleden ook mee begonnen. Eigenlijk is het net iets te belastend voor mijn de luchtwegen. Ik wandel en zwem ook, dat gaat me makkelijker af. Deze training vond ik ook pittig, hoor.\' Toch wil Marion Vegter nu doorzetten. Afgelopen jaar is ze al in het centrum van Utrecht gaan kijken, dit jaar wil ze in juni zélf meelopen in die lange, roze stoet van de Utregse Meidenloop.

Voor meer informatie en deelname: www.starttorun.nl.

Tekst: Pim van Esschoten, foto\'s: Orange Pictures