Vroeger was alles beter
‘Vroeger was alles beter’ is een veel gehoorde kreet binnen verenigingen. Als bestuurder of vrijwilliger zal deze uitspraak je hoogstwaarschijnlijk bekend in de oren klinken. Wellicht ben je iemand die zelf ook wel eens met deze woorden mijmert naar het verleden. Maar heeft het wel zin om stil te blijven staan bij het verleden? Het enige permanente in deze wereld is verandering. De kerken lopen leeg, politieke partijen zien hun ledenaantallen teruglopen en ook goede doelen zien hun donateurenbestand krimpen. Donkere wolken lijken zich ook boven de sportvereniging samen te pakken.
Vroeger was je lid voor het leven, nu is dat eerder maar voor even. Over de afgelopen jaren gezien zegt gemiddeld 17% van het ledenbestand van de Atletiekunie jaarlijks hun lidmaatschap op. Hoe zit het binnen je eigen vereniging? De verwachtingen van (potentiele) leden veranderen. Eva Gerritse deelt in haar positief kritische column: ‘Leven na de marathon: trainer gezocht’ haar zoektocht naar een passende trainingsgroep bij een atletiekvereniging. Helaas loopt dat voor haar uit op een teleurstelling. Ze sluit af met de woorden: ‘Voor dat zwarte gat ben ik niet bang meer. Ik vermaak me wel de komende maanden. Ook zonder atletiekvereniging.’ Ze constateert dat de verenigingen geen flexibel trainingsaanbod hebben. Ook Jelle Schoemaker doet een duit in het zakje en schetst in zijn column ‘Het einde van de sportvereniging’ dat flexibelere organisatievormen de toekomst hebben. Wat er ook gebeurt in de toekomst, één ding is zeker: er zullen altijd kleine ontwikkelingen (evoluties) en grote veranderingen (revoluties) plaatsvinden. Hoe nu als vereniging om te gaan met veranderingen?
Het boekje ‘Wie heeft mijn kaas gepikt?' was voor mijzelf een ware eyeopener. In het boek wordt de kaas gebruikt als metafoor voor wat we in het leven nastreven en waar we ons aan hechten. Als de kaas gevonden is, dan is de neiging om er aan vast te klampen. De vier personages (Snel, Snuffel, Pieker en Peins) in het boek worden geconfronteerd met ingrijpende veranderingen. Elk personage reageert anders als de kaas plotseling op is. Snel en Snuffel (de muizen) passen zich aan de veranderende omstandigheden aan en gaan op zoek naar nieuwe kaas. Pieker en Peins (de minimensjes) daarentegen blijven verlangen naar hoe het vroeger was en komen bijna om in zelfmedelijden. Het boek laat zien hoe verschillend je met verandering in de omgeving om kan gaan. Negeer je, ontken je, weiger je of probeer je de regie zelf in handen te nemen. Bij de laatstgenoemde optie zal je met onzekerheden moeten leren omgaan. En dat is nu juist het geval bij veranderingen. Je weet heel goed wat je had, maar niet wat je krijgt en wanneer en onder welke voorwaarden.
Je zult wel denken: wat moet ik nu met bovenstaande metafoor? Een vereniging heeft ook te maken met een continue veranderende omgeving. We zullen moeten leren omgaan met onzekerheid en onvoorspelbaarheid. Waarom denken we niet in termen van kansen en nieuwe mogelijkheden? Dat kan alleen als je actief op zoek gaat naar nieuwe kaas. Flexibel zijn is daarvoor een belangrijke voorwaarde.
Maar laten we anderzijds de positieve aspecten van een vereniging ook niet zomaar uit het oog verliezen. Uit onderzoek van NOC*NSF blijkt dat iemand die voor zichzelf begint met hardlopen het gemiddeld een paar weken vol houdt, bij fitnesscentra blijven ze gemiddeld een jaar actief en bij een vereniging gemiddeld 7 (!) jaar! Uiteindelijk zijn we allemaal toch ook op zoek naar zekerheden. Belangrijke basisbehoeften zijn saamhorigheid, orde en zekerheid. Als we het naar onze zin hebben, schieten we graag wortel. Bij een vereniging van een beetje omvang kunnen we op trainingsmomenten op zeven dagen in de week terecht. Is dat dan niet flexibel genoeg?
De uitdaging is om, vanuit onze kracht om duurzame relaties aan te gaa,n op zoek te gaan naar hybride tussenvormen die beter aansluiten bij de behoefte aan flexibiliteit van de hedendaagse sporter. De Rotterdam Running Crew is zo’n initiatief. Flexibeler, maar toch op regelmatige basis en in groepsverband. Ook kom ik regelmatig loopgroepen en verenigingen tegen die werken met een ‘ouderwetse’ strippenkaart. Vast, maar toch ook weer flexibel. Ook voor de Atletiekunie is er volop werk aan de winkel. Het lidmaatschap van de Atletiekunie is nu nog ingericht op een kalenderjaar. Graag gaan wij samen met de verenigingen de uitdaging aan om een passende dienstverlening te ontwikkelen voor een flexibeler aanbod. Daarbij willen we leerervaringen op doen over wat wel werkt en wat minder succesvol is. Heeft de vereniging al een flexibel aanbod of zijn jullie van plan om er mee aan de slag te gaan, maak dit dan kenbaar bij jullie accountmanager.
Laten we de kreet ‘vroeger was alles beter’ niet zomaar van tafel vegen, maar laten we kijken welke basis we vanuit het verleden kunnen gebruiken om het ‘in de toekomst nog beter’ te maken. Dus leer van het verleden, richt je op de toekomst en leef in het nu door ‘gewoon’ te doen! Laten we met zijn allen de slogan van de Europese Kampioenschappen Atletiek 2016 gebruiken om aan de slag te gaan: Athletics Like Never Before!