Trainersdag Start to Run inspireert 200 looptrainers
Van Texel tot Ulestraten, de trainers van Start to Run waren uit alle windstreken naar Sportcentrum Oudenrijn gekomen voor hun jaarlijkse inspiratiedag. Het werd een boeiende middag waar theorie, praktijk en netwerken hand in hand gingen.
Start met pluimen
‘Welkom in het trainersvak\'. Met die woorden ontving Patrick Aris de 200 trainers in Vleuten-De Meern. Hij doelde daarbij zo op het beroep van trainer als op de plaats waar de mensen samengepakt zaten. De tribune van de sportzaal was tot de laatste plaats gevuld en dit ‘trainersvak\' luisterde geboeid naar de diverse sprekers. Aris toonde zich oprecht blij met de grote opkomst en was ook niet te beroerd om diverse pluimen uit te delen aan de aanwezigen. ‘Jullie scoren geweldige punten. De deelnemers verleden jaar, dat waren er meer dan ooit met 9000, beloonden jullie met het rapportcijfer 8,7. Zelf waren jullie ook tevreden over het geheel, want uit jullie eigen enquête kwam een 7,9 voort. Over vijf weken gaan we weer van start met de voorjaarsronde. Dankzij jullie gaan weer heel veel mensen kennis maken met hardlopen!\'
Beginners
Na de inleidende woorden van ‘Mister Start to Run\', werd de microfoon overgenomen door bondscoach Honoré Hoedt. Hoewel hij vooral zijn salaris verdient binnen het topsportsegment van de Atletiekunie had hij veel waardevolle informatie voor de aanwezige trainers. Zijn woorden werden dan ook aandachtig beluisterd. Natuurlijk werd er ook instemmend gemompeld als het ging over topsnelheden van de snelle mannen van Hoedt die wel 28 kilometer per uur lopen en dat ook nog 800 meter lang. Ook de verhandeling over energievoorraden was interessant. De echte klik kwam vooral nadat de bondscoach had gezegd dat beginners de meest dankbare groep is om mee te werken. Hij was zelf in 1980 als jonge trainer begonnen met veel leren. Nu hield hij zijn collega-trainers voor dat ook afleren een belangrijk aspect is. ‘Er zijn wel duizenden oefenvormen en die wilde ik vroeger ook allemaal laten zien of zelf ervaren. Inmiddels ben ik teruggekeerd naar die paar oefeningen die er echt toe doen. De rest is leuk voor wat variatie, maar voegt niet veel toe. Het gaat er om de juiste oefeningen op het juiste moment te geven. Training geven is maatwerk. Iedere deelnemer is uniek en het is de kunst een oplossing per persoon aan te leveren. Dat mag wat mij betreft al beginnen bij de jonge jeugd. Het is onzin dat zij eerst tot hun 15e allerlei meerkampvormen moeten aanleren als ze willen gaan lopen\', prikkelde hij de zaal.
10 kilometer per uur
De meeste indruk maakte Hoedt met zijn filmpjes en foto\'s die de verschillen tussen de toppers en de beginners duidelijk maakten. ‘En wat zie je in de praktijk, beide groepen krijgen dezelfde oefeningen. Op het filmpje van de lopers die 10 kilometer per uur lopen zie je zo goed als geen knieheffing en zeker geen hakken-billen. Wat hoor je echter bij de training voor deze groep, vooral het commando ‘hoog die knieën\'. Dit, in combinatie met allerlei sprongoefeningen is niet alleen niet echt nodig voor lopers en loopsters met dit maximale tempo, het levert ook veel te veel blessures op.\' Zijn tips voor de trainers van Start to Run, trainers waarbij er zelden 10 kilometer per uur gehaald wordt, is simpel maar doeltreffend. ‘Pas je oefeningen aan via het KISS principe. Dat staat voor Keep It Simple Stupid. Zonder dollen, maak het ze gemakkelijk en laat de mensen de oefenstof wandelend uitvoeren. Geen sprongvormen meer, maar concentreer je wat meer op rompstabiliteit en zwaaien en draaien.\' Om beginnende lopers ook wat tempogevoel bij te brengen adviseerde Hoedt de trainers om de snelheid te meten op de baan. ‘Om acht kilometer per uur te ervaren, laat je de groep een 400\'tje lopen in exact drie minuten. Voor 10 kilometer per uur heb je dan een snellere ronde van 2.20 minuten nodig.\'
Grootste onderzoek ter wereld
Na de inspirerende inleiding van de bondscoach werd het podium ingenomen door Bas Kluitenberg. Hij hoopt aan de Rijksuniversiteit Groningen te promoveren op het thema gezondheid bij beginnende lopers. Voor het eerst wordt naar wetenschappelijk bewijs gezocht door het afnemen van een groot en langdurig onderzoek bij beginnende lopers. De naam van dit project, NL Start to Run Studie. De ambities zijn hoog, het moet direct het grootste mondiale onderzoek worden met duizenden deelnemers. Laten die nu vooral te vinden zijn binnen de kringen van de bijna 9000 deelnemers aan Start to Run! ‘We willen via jullie proberen deze mensen te bereiken op diverse momenten voor, tijdens en na hun deelname aan Start to Run. Op die manier krijgen we een geweldig goed inzicht in het reilen en zeilen van beginnende lopers, hun mogelijke blessures en de factoren die hierbij een rol hebben gespeeld. De mensen krijgen een vragenlijst en een logboek. De eerste algemene vragenlijst voorafgaand aan de eerste training. Daarna kunnen ze in een logboek precies bijhouden wat er in de zes weken van de scholing gebeurd. Daarna willen we ze graag nog een jaar volgen met vier vragenlijsten. We vragen wel wat van ze, maar het levert iedereen straks ook veel op. Er zijn bij deelname ook mooie prijzen te verdienen, dan moet je denken aan sportschoenen en zelfs een GPS-horloge.\'
Mystery Guest
Onderzoeker Kluitenberg keerde na zijn verhaal terug naar het ‘trainersvak\', niet voordat hij de website van het onderzoek had doorgegeven. Patrick Aris kwam voor de tweede maal voor de troepen staan en introduceerde op zijn bijna cabareteske wijze de mystery guest van deze dag. Niet door een gordijn weg te trekken, maar door het starten van een prachtig nostalgisch Studio Sport document. De zaal ging dertig jaar terug in de tijd. Op het scherm verscheen de atletiekbaan van Helsinki 1983. De eerste WK atletiek. Na 1 minuut en ongeveer 45 seconden zag de zaal de in het oranje geklede Rob Druppers als tweede over de eindstreep flitsen. Spontaan applaus klonk op. Direct daarna kwam de held van \'83 zelf van de tribune af. In een geanimeerd gesprek met interviewer Aris ging hij in op zijn eigen loopbaan na zijn succes op de atletiekbanen. Dat speelde zich vooral af op de velden van FC Utrecht. ‘Nederland loopt hierin achter bij andere landen. In het buitenland is lopen binnen de voetballerij al veel verder uitgewerkt. Logisch ook, want 90% van de tijd is een voetballer zonder bal actief en dan is het wel goed om dit serieus te trainen.\'
Netwerkmeeting
Na het blok sprekers en een korte pauze konden de 200 deelnemers naar zeven verschillende workshops. Naast theorie was er ook vooral veel praktijk. In de grote sporthal waren twee ruimten ingericht om in sportkleding deel te nemen aan onder meer ‘functioneel bewegen\'. Er werd vooral aan het einde van de les stevig getranspireerd door de trainers. De echte bikkels gingen naar buiten en werden geschoold in diverse spelvormen. Het werden waterspelen, want deze eerste februari zal de boeken ingaan als één van de natste dagen van 2013. Het maakte de deelnemers niet uit, zij zijn gewend om in weer en wind anderen te scholen. Naast deze actieve vorm van scholing werd de trainersdag Start to Run net als de Looptrainersdag in oktober ook weer een mix van reünie en netwerkmeeting.
Tekst: Wouter Schelvis
Foto\'s: Eric Roeske
