Stille Kracht: De jeugdtrainer
Wat boeit en bindt jeugdtrainers en jeugdige atleten? Een interview met de bevlogen Oscar Terol, al tien jaar (jeugd)trainer bij Phanos Amsterdam en met één van zijn atletes, Jamile Samuel, die uitgroeide tot een internationale sprint- en estafettetopper.
Plezier als basis
Plezier blijkt een belangrijke motivatie om door te gaan met atletiek, ook voor topatleten. Jamile Samuel, topsprintster, vertelt dat ook zij bij de pupillen is begonnen. Ze trainde in de pupillengroep bij Phanos. Ze beoefende alle onderdelen en dat werd vaak in circuitvorm gedaan. \"Ik vond het altijd heel gezellig, omdat al mijn vriendinnen in de groep zaten.\" Bij de D-junioren werd ze \'gespot\' door Oscar Terol en sindsdien traint ze bij hem. Ondanks dat iedereen in de groep de absolute top probeert te halen, is groepssfeer erg belangrijk voor Jamile: \"We willen allemaal hetzelfde en we zijn erg serieus, maar het is belangrijk voor me dat de sfeer in de groep goed is. We hebben het gewoon gezellig.\" Soms is het zelfs zo gezellig dat de coach Jamile en haar vriendinnen gekscherend \'het theekransje\' noemt. Behalve groepssfeer is het voor de sprintster ook belangrijk dat haar trainingen veel afwisseling kennen. \"Oscar bedenkt steeds nieuwe dingen. Dat zorgt voor variatie en daarom is het nooit saai\". Samuel waardeert het ook dat haar trainer altijd veel naar andere trainers heeft gekeken en open staat voor nieuwe input. \"Hierdoor blijven niet alleen de trainingen interessant, maar de prestaties gaan ook vooruit en dat maakt atletiek leuk!\"
Jeugdproducten
De afgelopen jaren heeft de Atletiekunie nieuwe \'jeugdproducten\' ontwikkeld om atletiek aantrekkelijker te maken voor kinderen. De achterliggende gedachte is dat de jeugd speelsere trainingsvormen aangeboden krijgt, waardoor kinderen meer en langer plezier beleven aan atletiek. Er is meer jeugd dat hierdoor doorstroomt naar de oudere junioren en de senioren. Een voorbeeld van een nieuw jeugdproduct is Athletics Arena, een opblaasbare atletiekarena. In de arena kunnen kinderen tussen de 6 en 18 jaar op spectaculaire wijze kennismaken met atletiek. Ook de nieuwe manier waarop pupillenwedstrijden worden georganiseerd (Athletics Champs) is vooruitstrevend. Wedstrijden worden in maximaal drie uur afgewerkt, er worden nieuwe materialen gebruikt en ouders krijgen een actievere rol bij het begeleiden en het jureren. Deze ontwikkelingen worden goed ontvangen door de pupillen en hun ouders. Daarnaast worden ze gewaardeerd door de jeugdtrainers, vanwege de diversiteit.
Nieuwe rol voor jeugdtrainers
De nieuwe ontwikkelingen zorgen er voor dat jeugdtrainers zowel aan de kant van de prestatiesport alsmede aan de recreatieve kant met jeugdige atleten werken. De uitdaging voor de trainer wordt dan groter omdat beide kanten beheerst moeten worden. In overleg tussen trainers, atleten, ouders en het verenigingsbestuur kan dan op continue basis gestuurd worden in de interesserichting van de jonge atleten.
Prestatiesport blijft belangrijk
Naast het plezier blijft prestatie een belangrijke pijler binnen de atletiek. Zonder prestatie is er immers geen sprake van topsport. Ook daar springt de Atletiekunie op in met het organiseren van Mission Olympic, het testen van jeugdige talenten (de testbatterij), gevolgd door het opleiden van deze talenten. In de \'visie op jeugdatletiek\' worden daarin verschillende fasen onderscheiden. De belangrijkste fase lijkt die van 8 tot 12 jaar, omdat kinderen dan moeilijkere vormen van bewegen makkelijker aanleren. \"D-junioren leren makkelijk nieuwe dingen aan en daarom is techniek in deze fase heel belangrijk,\" beaamt ook de trainer van Jamile Samuel, Oscar Terol. Naast het grote leervermogen is er nog een ander belangrijke verandering in deze fase van de ontwikkeling van een kind die in het oog springt: de drang om te presteren. Een groot deel van hun motivatie is hierop gebaseerd. De Amsterdamse coach springt daar graag op in: \"ik ga graag naar de D-spelen, om te kijken of daar nog talentjes rondlopen. Dat is niet altijd diegene die wint, want deze jongens of meisjes hebben in deze leeftijdsgroep vaak een fysieke voorsprong. Maar er lopen altijd atleetjes rond waarvan ik denk \'die zou het wel eens kunnen zijn\'\". Terol vertelt verder: \"Niets is zo leuk om een atleet van jongs af aan te begeleiden en er voor te zorgen dat hij of zij het allerbeste uit zichzelf haalt\". De gepassioneerde trainer beaamt dat een goede sfeer heel erg belangrijk is in een trainingsgroep, maar dat hij van de atleten ook 110% motivatie verwacht. \"Anders is het moeilijk om de top te bereiken.\"
\"All-round training is belangrijk om een goede basis te leggen, maar ook met goede techniektrainingen moet niet te laat begonnen worden, omdat juist jonge junioren dit heel snel oppakken.\" Dit kan volgens het Phanos-icoon heel goed op een speelse manier, door bijvoorbeeld discustrainingen te doen met fietsbanden. \"Maar vanaf de A-pupillen moet er wel echt atletiek worden gedaan\" Terol vindt het daarom geen probleem dat er op scholen en met de jongste jeugd gewerkt wordt met de nieuwe producten van de Atletiekunie. \"Maar uiteindelijk wil de jeugd ook doen wat ze op TV zien en dat is atletiek.\"
Terol geeft aan dat hij zich op dit moment alleen wil bezighouden met topatletiek en geen interesse heeft in recreatieve atletiek. \"Echter atletiek is zo\'n prachtige sport, omdat het meetbaar is. Iedereen, jong of oud, klein of groot, kan zijn persoonlijke record verbreken. Je wint dan misschien niet de wedstrijd, maar je kan met opgeheven hoofd naar huis, omdat je het beste uit jezelf hebt gehaald.\"
Conclusie van Terol en andere jeugdtrainers is dat niets meer voldoening geeft dan een kind dat zich, zowel fysiek als mentaal, positief ontwikkelt. Of dat nu komt door een goede prestatie of door het plezier dat hij of zij beleeft bij het beoefenen van sport. De jeugdtrainers spelen hierbij een belangrijke rol en zij doen dat met veel plezier.
Tekst: Laurien Hoos
Foto\'s: Erik van Leeuwen en Oscar Terol