Onderlinge ontmoeting
Hebben we externe hulp nodig om beter of sterker te worden als vereniging? Frans Rinsema pleit er in zijn laatste column als accountmanager juist voor om elkaar vaker op te zoeken en van elkaar te leren. Wie kan je beter helpen dan iemand die jouw passie deelt?
Het aanbod van dienstverlenende organisaties in de sport is groot. Ze willen je helpen om beter vindbaar te zijn op internet, razendsnel enorm veel vrijwilligers op te trommelen of een glanzende stip op de horizon te schilderen. Allemaal om jou als vereniging sterker, leuker of maatschappelijk verantwoorder te maken. Het lijkt wel het bedrijfsleven! Accountants, consultants en vertegenwoordigers (of nog erger: de sales representatives) lopen af en aan om jou te vertellen hoe je het nóg beter kunt doen. Hoe je uniek kunt zijn. Heb je ze nu echt nodig?
De afgelopen drie jaar heb ik als accountmanager -ook zo'n externe adviesfunctie!- tientallen verenigingen bezocht. De kleine loopgroep op het platteland die moeite had om zijn trainer te behouden. Maar waar wel elke training werd afgesloten met koffie uit de achterbak - mét koek. De vereniging uit een kleine gemeenschap die weliswaar een clubgebouw mist, maar waar bijna iedereen bereid blijkt om zijn handen voor de vereniging uit de mouwen te steken: ‘Vrijwilligerswerk, dat doe je toch gewoon?' De ambitieuze topsportvereniging die problemen heeft om de boel tot een geheel te kneden. De atletiekclub zonder baan, maar met een drive waar je U tegen zegt.
Allemaal hebben ze hun eigen ambities, allemaal doen ze het op hun eigen manier, allemaal willen ze ook leren van anderen. In bijna alle gesprekken die ik heb gevoerd kwam weleens de vraag die begon met ‘Ken jij voorbeelden van verenigingen die ...' En dan volgde een knelpunt waar de vereniging mee zat en dat opgelost moest worden. Hoe hebben anderen dat gedaan? Kun je ons contactgegevens doorgeven? En hoe meer gesprekken ik voerde, hoe meer goede voorbeelden ik kon optekenen. En hoe vaker ik voorbeelden kon doorspelen. Meer en meer kwam zo de nadruk te liggen op verbinden. En dat is volgens mij de meerwaarde van het accountmanagement van de Atletiekunie boven de advisering door andere organisaties: kennis delen door te verbinden.
Natuurlijk, ook al die ondersteunende instellingen hebben waarde. Ze kunnen je helpen om de zaken net even iets anders te bekijken. Maar uiteindelijk moet je zelf je ambitie bepalen, je netwerk binnen de vereniging optuigen, je sponsoren aanschrijven of je maatschappelijke positie bepalen. En wie helpt jou beter dan iemand die het al eens gedaan heeft en die bovendien jouw passie deelt? Dat is waar we samen de komende tijd verder aan moeten werken. Samen zijn we de grootste bron, het grootste netwerk en de grootste ervaringsdeskundige als het gaat om het bedrijven en besturen van atletiek en loopsport. Die goudader willen we toch niet onder de grond laten liggen, die willen we opgraven, dat goud moet blinken!
Ik heb de afgelopen jaren veel plezier beleefd aan de contacten met verenigingsbestuurders. Vaak met voldoening, omdat ik ze met mijn adviezen een stapje verder kon helpen. Soms met frustratie, omdat ik een antwoord niet direct kon geven of zelf in de hand had. Wat me het meeste trof, was de passie van al die bestuurders, trainers en coördinatoren. Behoud die passie en draag haar over!
Ik zoek nu beroepsmatig in een andere richting, maar kom jullie vast wel tegen. Als atleet, als trainer of wie weet in een andere functie. Ook ik zal die passie voor atletiek behouden!