LOOPTRAINERSDAG: voorzichtigheid troef rond blessures

Geplaatst op Zondag, 10 november 2013
LOOPTRAINERSDAG: voorzichtigheid troef rond blessures

Bij twijfel: verwijs door naar de arts of de fysiotherapeut. Bij acute gezondheidsproblemen: aarzel niet om 112 of de huisartsenpost te bellen. Die boodschap kregen de duizend coaches mee tijdens de 18-de Looptrainersdag van de Atletiekunie in Nijmegen. De jaarlijkse prijs voor de loopsport ging naar Olympus´70 in Naaldwijk.

Joop Alberda, de interim-technisch directeur van de Atletiekunie, sloot zijn inspirerende openingsspeech af met enkele “rode vlaggen”, die hij ontleende aan sportarts John IJzerman. ‘En stijfheid in de motor van de loper is niet normaal.’
Het cliché dat pijn er nu eenmaal bij hoort als je hard wilt trainen, moet ook uit het vocabulaire van de trainer, zo hield VeiligheidNL de deelnemers voor. ‘Weet waar de dichtstbijzijnde AED hangt en neem een mobieltje mee om 112 te bellen of advies in te winnen bij de Huisartsenpost, zo luidde in een andere workshop het ‘advies dat je hopelijk nooit nodig zult hebben’. Maar toch: uit de reacties bleek wel dat menigeen het nodige heeft meegemaakt aan fysieke problemen in zijn of haar lopersgroep.

\"\"
Joop Alberda

Beeldvorming
Wie de Atletiekunie nog ziet als een bond voor baanatletiek kon zaterdag in het Gymnasion van de Universiteit van Nijmegen een andere indruk krijgen. Die werd nog eens versterkt door de belofte van directeur Jan Willem Landré dat de loopsport een grotere plaats zal gaan innemen in de beeldvorming. ‘We werken eraan en komend jaar zullen jullie daar meer van merken’, zo kondigde hij aan.

\"\"
Jan Willem Landré

Alberda sloot daarbij aan in zijn visie op de gezonde en vitale samenleving, waaraan de atletiek en de loopsport een belangrijke bijdrage kunnen leveren. ‘We zijn nog teveel verscholen aanwezig, maar wij zijn in staat mensen op het goede pad te houden. Wij hebben een bredere missie dan het winnen van een Olympische medaille. Dat mensen met elkaar het bos in trekken om lekker te gaan lopen is ongelooflijk belangrijk. Met elkaar loop je verder.’

Te mager
Dat sommigen zich dan ontwikkelen tot topsporter is mooi, maar niet doorslaggevend voor het bestaansrecht van de Atletiekunie, zo meet Alberda. ’Iedereen wil wel Gerard Nijboer worden, maar een focus op de top-10 ambitie is te mager.’

\"\"
Gerard Nijboer

De voorzitter van NLCoach noemde de looptrainer een ‘inspiratiebron die altijd voorop gaat en de leiding moet nemen. Ze zijn de gildemeesters die weten hoe je van mensen lopers kunt maken. Ze houden de wetenschappelijke ontwikkelingen rond de sport en de gezondheid bij. En ze zijn visionair, want als je alleen kijkt naar hoe het was, kun je beter stoppen. Je hebt een beeld nodig van waar je naartoe wilt.’

Veranderingen
Alberda schetste ook een globaal beeld van de veranderingen in de loperswereld. De 50-plusser van nu is serieus, spaarzaam en gewend om met gezag en macht om te gaan, omdat ze vanuit een periode van opstand het poldermodel hebben zien ontstaan. De mensen tussen 35 en 50 willen zich vooral prettig voelen en zijn uit op nieuwe ervaringen. Maar inmiddels dient zich een nieuwe groep aan voor de loopsport: de 35-minners die het meteen leuk willen hebben en dus direct beloond willen worden voor hun inspanningen, maar tegelijkertijd behulpzaam zijn.

‘Het gevaar van die instelling is dat het allemaal te snel moet gaan en dat het op een te smalle basis gebeurt’, aldus Alberda, verwijzend naar sportarts IJzerman. Enkele tips: zorg ervoor dat de lopers inzicht hebben in het programma, biedt ruimte voor voldoende herstel, wees voorzichtig na een blessure, maar blijf als coach bij je plan. ‘Wij zijn in staat simpele dingen extreem goed te doen’, zo sloot Alberda af.

\"\"
Perfecte locatie de Radboud Universiteit in Nijmegen

Loopevenementen
Hij is ervan overtuigd dat ook atletiek geen individuele sport is en dat geldt eens temeer voor de loopsport. Die opmerking kwam ook terug in een van de presentatie bij de bijeenkomst van de middelgrote en grote loopevenementen, inmiddels een vast onderdeel van de Looptrainersdag.

Harald van der Werff van het Mulier Instituut gaf er een eerste overzicht van de groeiende populariteit van nieuwe, deels avontuurlijke loopvormen. Lessen in free style running zijn onder scholieren geliefd. De colour-runs mogen zich, mede door de media-aandacht, in groeiende deelname verheugen – en dat zijn dan vooral vrouwen die zich voor het eerst aan een 5 kilometer wagen. Voor bootcamp en trailrunning gelden soortgelijke groeicijfers.
En wat te denken van de Strongmanruns en andere “obstakelruns”, waarover organisatrice Marjan Freriks vertelde: een stevige uitdaging voor de duizenden deelnemers en een aantrekkelijk evenement voor tienduizenden toeschouwers, waarin plezier en kameraadschap belangrijker zijn dan de overwinning.

\"\"
Core stability

Blessurevrij lopen
Blessurevrij lopen blijft een belangrijke opdracht voor coaches. In de gelijknamige workshop gaven Hedy Goossens en Ingrid Vriend van VeiligheidNL de nodige cijfers om die boodschap te onderstrepen. VeiligheidNL – het voormalige Consument en Veiligheid – werkt op allerlei gebieden van de samenleving aan programma’s om letsel te voorkomen. Enerzijds worden cijfers over letsels en blessures verzameld, anderzijds werkt deze organisatie samen met anderen, waaronder de sportbonden, aan preventie.

Eerst enkele cijfers: van de 1,9 miljoen mensen die regelmatig lopen, raken er jaarlijks 610.000 geblesseerd. 190.000 van hen hebben medische behandeling nodig en 130.000 lopers komen bij de fysiotherapeut terecht. Gemeten naar het aantal uren sportbeoefening behoort hardlopen daarmee tot de top-drie van meest blessure-gevoelige sporten. Knieën, onderbenen en enkels hebben het vaak zwaar te verduren.

\"\"

Overbelasting
Overbelasting is een belangrijke oorzaak. De trainers zijn zich ervan bewust, maar – zoals een van hen quasi-wanhopig reageerde – ‘de lopers luisteren niet naar me’. Het zijn veelal sterk gemotiveerde sporters en vooral de oudere en meer ervaren lopers laten zich moeilijk temmen, ook als er signalen zijn die wijzen op blessurerisico. ‘Hoe ga je daarmee om. Je kunt mensen toch moeilijk wegsturen’, aldus een ander.

De meest effectieve preventie-maatregelen zijn bekend bij de trainers en worden ook toegepast: een goede warming-up en cooling-down, loopscholing en spierversterkende oefeningen. Het zijn vooral de individueel trainende lopers die er niets mee doen – ook al houden ze zich bij hun loopgroep beter aan de “regels”. Opmerkelijk is wel dat de meeste trainers afzien van het adviseren over tapen en het gebruik van braces. Dat laten ze liever over aan de arts of de fysiotherapeut.

\"\"

Acute situaties
In een andere workshop gaf Michiel Hulleman - arts-onderzoeker, bewegingswetenschapper en hardlooptrainer – de nodige adviezen aan trainers over acuut optredende fysieke problemen. Dan gaat het bijvoorbeeld over bewustzijnsverlies, een ongeluk, pijn op de borst of problemen met de ademhaling. De mogelijke oorzaken zijn divers: lopers met diabetes, met epilepsie of met een verborgen hartkwaal kunnen opeens in problemen komen, maar ook een spierscheuring of botbreuk van een val kan nopen tot het snel inroepen van medische hulp.

\"\"

Hulleman wees op het zakboekje over “Eerste Hulp bij (Sport-)Ongevallen” van NOC*NSF en VeiligheidNL (zie hier), waarin veel nuttige informatie is te vinden. Voor de looptrainers vatte hij zijn boodschap samen als een ABC:
- Aandacht voor de loper die in problemen is gekomen, zodat je snel kunt vaststellen of 112 gebeld dient te worden, dan wel dat andere hulp voldoende is;
- Begeleiding als reanimatie of inzet van een AED nodig is;
- Controle: de regie in handen houden en taken delegeren over de andere lopers.

\"\"

Simpele voorzorgsmaatregelen zijn bijvoorbeeld het meenemen van een mobiele telefoon bij het trainen “buiten de baan” en weet hebben van vindplaatsen voor een AED. Hulleman laat al zijn lopers een vragenlijst invullen, zodat hij weet heeft van potentiële medische problemen. ‘Dan zie je eerder de signalen’, zo heeft hij ervaren. ‘Wat bij de een normaal is, kan bij een ander wijzen op dreigend levensgevaar.’


‘De Loper’ naar atletiekvereniging Olympus ‘70

Tijdens de Looptrainersdag in Nijmegen heeft de Atletiekunie ‘De Loper’ uitgereikt aan het Lopersproject van atletiekvereniging Olympus ’70 uit Naaldwijk. De Loper is een breedtesport stimuleringsprijs die de Atletiekunie jaarlijks toekent aan een persoon, vereniging, comité of instantie die zich op het gebied van de recreatieve loopsport in een kalenderjaar heeft onderscheiden.

Het Lopersproject van Olympus ’70 bestaat in 2013 al 26 jaar. Het programma biedt lopers onder leiding van ervaren trainers vanaf januari gedurende elf weken begeleiding, waarbij de conditie en loopvaardigheid van de deelnemers wordt uitgebouwd. Voor iedereen is er een geschikte groep/afstand, variërend van wandelen, jeugd, een startersgroep, 5 en 10 kilometer tot zelfs een halve of hele marathon. De trainingen zijn gezamenlijk en worden na de elf weken-cyclus afgesloten met een wedstrijd.

Veiligheid en blessurepreventie zijn belangrijke thema\'s van het Lopersproject. Hun slogan luidt ‘Westland beweegt, gezond!’ Ieder jaar nemen meer dan 500 lopers deel aan het Lopersproject. Sinds de start in 1988 hebben maar liefst 15.000 deelnemers kunnen profiteren van dit programma.

De prijs werd uitgereikt door Gerard Nijboer, consultant Loopsport van de Atletiekunie.

\"\"
De prijswinnaars van Olympus \'70

Meer informatie over het Lopersproject tref je hier aan.


Alle foto\'s van de Looptrainersdag vind je op Facebook.

Tekst: Persbericht Atletiekunie en Cors van den Brink
Foto\'s: Debby van der Schilt