Je zult maar verenigingsbestuurder zijn…
In de diverse gesprekken die accountmanagers van de Atletiekunie voeren met de bestuurders van de atletiekverenigingen komt naar voren dat momenteel een tweetal ontwikkelingen de grootste impact heeft op verenigingen. Bij gesprekken over deze onderwerpen wordt het vaakst steun gezocht bij de Atletiekunie. In beide tendensen speelt de overheid een rol. Waar ik het over heb? Ik heb het over de ontwikkelingen op het gebied van de accommodatie en over de sociaal maatschappelijke druk op de vereniging (sport als middel).
In Nederland is grofweg zo’n 90% van alle atletiekaccommodaties in eigendom en beheer van gemeenten. De lokale atletiekvereniging is veelal de (hoofd)gebruiker, oftewel hoofdhuurder, en betaalt hiervoor een huurprijs. Dit zo vertrouwde beeld is langzaamaan aan het veranderen. Steeds meer gemeenten treden in contact met hun sportverenigingen, al dan niet in dwingende vorm, om bestaande afspraken te herzien. Veelgebruikte terminologieën hierbij zijn: privatisering van de accommodatie, herziening huurcontracten, streven naar kostendekkende huur, herijken van afspraken rondom beheer & exploitatie, etc. Je zult maar verenigingsbestuurder zijn en hiermee geconfronteerd worden…
Veel gemeenten zien in de georganiseerde sportverenigingen een partner om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke thema’s zoals terugdringing overgewicht en bevorderen van integratie van gehandicapten, etc. Het decentraliseringsbeleid van de landelijk overheid versterkt deze gedachte alleen maar. Veel sportverenigingen zijn hiertoe qua organisatiemodel niet ingericht en/of beschikken niet over voldoende menskracht. Het gevolg hiervan is dat gemeenten de samenwerking zoeken met andere, soms zelfs commerciële, partijen ten einde hun maatschappelijke beweeg-doelen te realiseren. Verenigingen kunnen kiezen tussen twee kwaden: hierin meegaan terwijl eigenlijk de kwalitatieve en/of kwantitatieve capaciteit ontbreekt, of niet meedoen en met lede ogen toezien hoe andere partijen hiermee aan de haal gaan. Je zult maar verenigingsbestuurder zijn en hiermee moeten dealen…
Het landschap waarin verenigingsbestuurders moeten bewegen is continu in beweging. Zo heeft het huidige economische klimaat uiteraard impact op het te voeren beleid en de te maken keuzes. Je zult maar verenigingsbestuurder zijn en keuzes moeten (durven) maken…
Waar staat de vereniging nu? Waar staat de vereniging over 5 tot 10 jaar? Hoe wordt dat gerealiseerd, gegeven de diverse scenario’s en omstandigheden? Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van de ledenontwikkelingen, hoe zien de meerjarenbegrotingen eruit en wat betekent dat voor het contributieniveau, wat zijn de wensen van de leden, welke invloed heeft de verenigingscultuur (wat voor soort vereniging willen we zijn) op het toekomstig beleid. Je zult maar verenigingsbestuurder zijn en deze “puzzel” tot een goed einde moeten brengen…
Een vereniging besturen, beleid maken, en de grote lijnen bewaken vergt nogal wat! De atletieksport mag heel blij zijn dat meer dan 1.500 verenigingsbestuurders voldoening halen uit het runnen van de atletiekvereniging/loopgroep!
Met het einde van het jaar in zicht is het een mooi moment om vanaf deze plaats een compliment aan jullie als verenigingsbestuurder te maken! Dank voor jullie haast onuitputtelijke energie en inzet ten dienste van de atletieksport! Dat we maar lang met elkaar mogen optrekken en onze sport vooruit helpen! Wat mij betreft staan jullie op het hoogste podium!