Iwan Oprins wil meer dan alleen de uitslag
De wegatletiek is in Nederland bijna ondenkbaar zónder Iwan Oprins (38). Programmeur én atletiekfan. Bij vrijwel alle wedstrijden zorgt hij voor de verwerking van de uitslagen, die hij publiceert op internet. ‘Ik ben maar een schakeltje.\'
Het is zijn werk, maar bovenal zijn passie. Het draait om vaak duizenden getallen, maar voor Iwan Oprins zijn de gezichten, de atleten en hun verhalen minstens zo belangrijk. ‘Contact houden met de atleten maakt het leuk. Alleen die cijfers? Nee. Daarvoor ben ik teveel atletiekfan. Ik verblijf de nacht voor een grote wegwedstrijd ook liefst in het atletenhotel, voor die binding. Een seconde sneller of langzamer, dat kan een groot verschil uitmaken. Dan kun je dit werk niet doen met een houding van: we verzinnen wel wat.\'
Iwan.nl heet zijn eenmansbedrijf. ‘Maar dat zegt niemand wat.\' Daarom loopt hij rond in een grote, knalrode jas met uitslagen.nl achterop. ‘Het product.\' Iwan Oprins zorgt ervoor dat de uitslagen op het internet worden geplaatst. Meestal met een graphic erbij.
Fluitje van een cent, eigenlijk. Minuten nadat de laatste loper over de finish is gestrompeld, haalt hij de kabeltjes uit zijn laptop, pakt zijn tassen in en keert huiswaarts. Meer is het niet.
Nee, dat is geen eerlijk beeld. In werkelijkheid is Oprins de hele week bezig met voorbereidingen, juist om het allemaal zo soepeltjes te laten verlopen. ‘Het is een puur technische voorbereiding. Wat wil de organisatie, wat heb ik daarvoor technisch nodig? Ik maak een draaiboek, een checklist. Daarop staat alles wat de organisatie van mij verwacht. Dat bereid ik zo goed mogelijk voor, juist omdat er ook altijd onverwachte dingen gebeuren. En je hebt al zoveel aan je hoofd.\'
Iwan Oprins zoals we hem kennen
Het is een natte, kille paasmiddag in Utrecht. In het tentje bij de finishlijn loert Oprins op zijn twee beeldschermen (‘op één heb ik te weinig ruimte\'). Achter hem zit de medewerker van MySports, een van in Nederland opererende bedrijven die de tijden registreren en bij Oprins aanleveren. Die data verwerkt Oprins. Vanaf zijn laptop worden sms\'jes over tussentijden verstuurd, de regionale omroep RTV Utrecht wil tussentijden van de toplopers. Hij bedient de mensen in de nabij gelegen Jaarbeurshal van informatie voor de prijsuitreiking. Mannen, vrouwen, marathon, halve marathon, 10 en 5 kilometer, KidsRun. En tussendoor ook de klassementen van de businessrun. Bovendien moeten er voor de uitslagenlijst op internet linkjes worden gemaakt, zodat de juiste borstnummers en eindtijden worden gekoppeld aan de video\'s en foto\'s.
‘O ja,\' zal Oprins veel later nog zeggen, ‘mensen kunnen hier, in de Jaarbeurshal, ook hun officiële eindtijd in hun medaille laten graveren. Die moet ik ook aanleveren.\'
Het is een lange checklist, die voor hem ligt. ‘Organisaties verwachten steeds meer. Ook de deelnemers en hun volgers. Mensen willen het weten. Zeker de laatste jaren met social media, moet het allemaal direct op internet zijn te zien. Live. Toch gaat voor mij zorgvuldigheid nog altijd boven snelheid.\'
Het begon zo\'n vijftien jaar geleden. Iwan Oprins, opgeleid in de automatisering, had bij zijn club AV Spiridon in Gilze-Rijen voor een loopje met Koninginnedag een computerprogramma gemaakt. ‘Wegwed. Daarmee heb ik toen proefgedraaid. En ja, daarna ga je ook wat loopjes in de buurt doen. Internet kwam in die tijd net op. Veel organisaties van wegwedstrijden hadden zelf iets in elkaar geknutseld, maar dat gebruikten ze dus maar eens per jaar. Ook bij mij liep het niet meteen soepel. Die grote fouten zie je nu niet meer. Het is nu alleen veel complexer dan toen, omdat men van alles en nog wat wil.\'
Snelheid was destijds ook niet eens belangrijk. Als het maar goed was. ‘Vaak werden de uitslagen nog gedrukt in uitslagenboekjes. De chiptijd was in die tijd ook nog niet officieel, bij de toplopers. Dat ging nog met handtijden.\'
Zijn eerste grote wedstrijd was de Tilburg Ten Miles. ‘In 2003 kwam daar de Groet uit Schoorl Run bij, als opstapje naar de Dam tot Damloop, het grote werk dus. Ik heb in die tijd ook besloten een eenmanszaak te beginnen. Aanvankelijk deed ik dat naast mijn werk als programmeur, maar dat ging op een gegeven moment niet meer samen. Ik was zó vaak in de avonduren bezig. Ik heb toen die stap gewaagd, een sprong in het diepe. Een gok. En aanvankelijk was het ook heel moeilijk hiermee een boterham te verdienen. Maar de loperswereld is klein, ik heb weinig reclame hoeven te maken om steeds mee te worden gevraagd.\'
Nagenoeg elk weekeinde is hij nu op pad. Amsterdam, Rotterdam, Apeldoorn, Eindhoven, overal willen ze Iwan Oprins. ‘Behalve in Leiden en Groningen. Nou ja, ook in Nijmegen niet. Daar doe ik alleen de verwerking van de inschrijvingen. Ze doen daar zelf de uitslag. Een Nijmeegse traditie, hè. Daar is ook ooit de ChampionChip uitgevonden, ze hebben een naam hoog te houden met die innovaties.\'
Hij vindt dat helemaal niet erg. ‘Kan ik een keer zelf meelopen. De Zeven Heuvelenloop is een van de weinige wedstrijden in het jaar waarin ik kan meedoen. Ik ga in de massa mee. De hectische treinrit, de massale start... En \'s avonds kijken naar de uitslagen op internet. Dan maak ik het allemaal van de andere kant mee. Nuttig voor mij, zo krijg ik een idee.\'
Het tentje in de regen van Utrecht, is in Rotterdam een behaaglijke plek in het stadhuis op de Coolsingel. ‘In Den Haag bij de CPC zat ik vroeger zelfs in een sjiek hotel, in Apeldoorn in een theater. Maar bij de Warandeloop weer in een tent in de kou en modder.\' Weinig comfortabel misschien, toch heeft het zijn voorkeur. ‘Je ziet de atleten, hoe ze strijden. Die mensen wil ik helpen met een goede tijdverwerking. Zodra ik na zo\'n evenement thuis kom, kruip ik weer achter mijn laptop en beantwoord vragen die me zijn gemaild. Dat kan van alles zijn. De chip heeft niet gewerkt, het parkoers was te kort.\'
Heel anders was de aard van het mailtje dat hij ontving na de Venloop. ‘Iemand vroeg me zijn tijd op de 10 kilometer te wijzigen. Hij was gefinisht in 1.11.10. Hij wilde er één seconde bij, 1.11.11. Dat is humor waarvan ik wel hou.\'
Over zijn eigen tijden is Iwan Oprins overigens minder precies. Zijn persoonlijk record op de 15 kilometer, gelopen in Nijmegen, staat op ‘1.04-en-nog wat... De halve in 1.42. Ik heb twee keer de marathon van New York gelopen en één keer Rotterdam. Daar liep ik 3.31.\'Volgend jaar wil hij weer in New York aan de start verschijnen. ‘Met de mensen van de club. Een mooi doel om voor te trainen.\'
New York, het walhalla. ‘Dáár zou ik heel graag eens in de keuken willen kijken. Beetje beroepsdeformatie. Maar dat lijkt me fascinerend. Ik zie eigenlijk nooit hoe anderen het doen. Ik probeer het natuurlijk wel te volgen, wat de ontwikkelingen internationaal zijn. België ligt ver achter, Duitsland is heel vooruitstrevend. Bij de marathon van Berlijn rollen direct achter de finish de certificaten met de officiële eindtijden uit de printers. Dat heb ik in Nederland nog nergens gezien. Ik zou wel eens willen zien hoe het in New York gaat. Hoe snel zijn ze? Wat doen ze met graphics?\'
Central Park of Unter den Linden... Het mag voor Iwan Oprins ook gewoon in het Amsterdamse Bos zijn. ‘Een wedstrijdje met tachtig deelnemers, doe ik elk jaar. Dan voer ik zelf de eindtijden in. Dat vind ik ook leuk. Met evenveel liefde.\'
Tekst: Pim van Esschoten
Foto: Erik van Leeuwen