'Ik moet het rustig aan doen'
Ze zal het missen, voorzitter zijn van Sisu. 'Het overleg met andere clubs, al die dingen. Leuk. Er zal ook vast wel een andere invulling voor komen, maar het is nu eerst ikke. En zo ben ik helemaal niet.'
Een keuze is er echter niet. Voor Nanny Karsten-Meijer (59) telt nu eerst haar gezondheid. Haar hart tikte zoveel jaren voor haar club, voor de atletiek. En zo speelde ze jarenlang een belangrijke rol bij de Almelose club - eigenlijk de hele Twentse atletiek. Maar datzelfde hart zorgt nu voor problemen, de artsen hebben haar opgelegd vooral veel te rusten. 'Als ik iets doe, wil ik het ook goed doen. Voor de volle honderd procent. En dat kan dus niet meer. Het plan was om nog twee jaar door te gaan en te stoppen als Sisu het 75-jarig bestaan viert. Maar dit kwam er tussendoor. Ik kom mezelf ook tegen, hoor. En mijn omgeving, mijn familie, zat me ook in m'n nek; doe rustig aan. Het is ook wel goed. Ik sta achter de beslissing, die ik wel zélf heb genomen.' Tijdens de jaarvergadering bij Sisu in maart nam ze afscheid. 'Bestuurlijk heb ik nu alles afgesloten, maar ik doe nog wel de ledenadministratie en het secretariaat voor de uitwedstrijden. Computerwerk, dat kan ik rustig thuis doen.
'
Het begon allemaal zo'n 25 jaar geleden, toen haar zonen Jeroen en Bjorn lid werden van Sisu. 'Ik ben geen moeder van; hier zijn de kinderen, redt-oe-d'r-met... Onze secretaris in die tijd, Gerrit Pezy, had dat in de gaten. Frappant eigenlijk, dat hij dat zag. Hij vroeg me eens mee te gaan naar een regionaal overleg. Ik weet niet wat me destijds heeft bezield, maar ik ben er in meegezogen. En nooit meer weggegaan. Het ging niet ineens van klabats; de dingen zijn zo gegroeid.' In 1990 werd haar man Egbert-Jan voorzitter. 'Of ik het wedstrijdsecretariaat wilde doen, vroegen ze. Ja, zei ik, maar dan wil ik ook in het bestuur. En daarna was het van kun je niet dit of kun je niet dat. Ik had geen baan, was altijd beschikbaar en dat maakte het ook wel makkelijk natuurlijk.' In maart 2006 werd ze gekozen als voorzitter, nadat ze de functie eerst een halfjaar had waargenomen.
Nanny Karsten deed echter veel meer. Zo organiseerde ze C-interlands tussen Nederland en Westfalen en kreeg in 2013 nog de Master Beker (samen met haar echtgenoot) voor vier jaar drijvende kracht achter de NK-indoor voor masters. Bij Sisu was ze ook nog trainingscoördinator en gold ze als manusje-van-alles. Er zijn clubvoorzitters die vooral het grote geheel bewaken, er zijn er die vooraan staan om zelf de handen uit de mouwen steken. Nanny Karsten is van die laatste categorie. 'Eigenlijk een combinatie van beide. Ik draaide ook wel bardiensten, want tussen de leden hoor je het meest wat er leeft. Maar toen ik voorzitter werd heb ik op een gegeven moment besloten m'n gezicht wat minder te laten zien. Want als ik achter die bar stond was het steeds: Nanny, waar is dit of hoe moet dat? Het werkte niet meer.'
En toch. Tussen de mensen zijn is wat haar betreft het beste. Dat merkte ze ook in de periode dat regiocoördinator namens de Atletiekunie was. 'Ik kwam ook tijdens wedstrijden bij de clubs in de regio. Dan hoorde je veel. Kwam ik als regiocoördinator werd ik anders benaderd. Een luisterend oor tussen de mensen werkt beter dan de officiële weg.' 'De intentie van de Atletiekunie was goed, hoor. Het is belangrijk te weten wat er onder de clubs leeft. Alleen, iedere coördinator kon z'n eigen invulling geven. Bovendien, het was vrijwilligerswerk. Dat maakte het lastig, ook voor de bond.' Sedert enkele jaren kent de Atletiekunie professionele accountmanagers en dat functioneert beter, vindt ze dan ook.
Ook bij de NK masters liep niet alles even soepel. 'Een enorme klus en niet altijd leuk,' aldus Karsten. 'De eisen voor kwalificatie worden door de Atletiekunie gesteld en daar werd nog wel eens van afgeweken. En ik vind dat je je moet houden aan afspraken als je die eenmaal hebt gemaakt. Het zorgde voor onduidelijkheid onder atleten en dat kwam dan bij mij terecht. Heel boze mails, soms. Toch moet ik ook zeggen dat het op de dag zelf altijd heel goed was. Dan gingen de duimen omhoog bij atleten. En daar doe je het uiteindelijk voor, voor de atleten.' Bij die kritische kanttekeningen steekt Nanny Karsten de hand ook in eigen boezem. 'Mijn makke,' noemt ze het. 'Ik kom blijkbaar dwingend over.' Voor haar geldt dat als ze het doet, doet ze het goed. En afspraak is afspraak. Zo vroeg ze een aantal jeugdtrainers bij Sisu ooit: 'Hè, we hebben toch iets afgesproken? Als je iets niet wil of kan, zég het dan. Mijn man zei me toen: ze zijn bang voor je. Nou klinkt bang wel erg... maar dwingend dus. Blijkbaar.'
Met 400 leden staat Sisu er goed en gezond voor, wat de scheidend voorzitter betreft. 'We moeten wel groeien, ook voor een steviger financiële fundament. Onder die leden zit een club goeie mensen, die ook geweldig is bij de organisatie van de NK masters of de C-interland met Westfalen. Die interland gaan we volgend jaar bij Sisu voor de vijfde keer houden, de veertigste editie in totaal. Een enorme klus? De eerste keer wel. Daarna weet je wat je moet doen. Bij de NK masters is er ook steun van de andere clubs in de regio. Wat dat betreft hebben we het in Twente goed voor elkaar, al zeg ik het zelf.' Zorgen zijn er ook voor Sisu. 'We moeten de gemeente goed in de gaten houden. Bezuinigingen, hè. We hebben hier die dure IISPA-hal gekregen, waar de hele Almelose sport aan meebetaalt. We overleggen nu met de gemeente over een te hoge WOZ-waarde en dat overleg voelt als een gevecht. Het zal zorgen voor een hogere contributie en daar zitten we in de huidige tijd niet op te wachten.'
Die dingen laten haar niet zomaar los, ook nu ze geen voorzitter meer is. 'Dat komt misschien nog wel, hoor. Het is allemaal nog zo vers. Ik heb inmiddels wel alle e-mails in een apart mapje opgeborgen, mijn Sisu-archief. Dat geeft wel wat rust.' Ze kijkt met voldoening terug. 'Het leuke had de overhand, al heb ik ook wel eens slapeloze nachten gehad. Hier thuis was Sisu natuurlijk vaak onderwerp van gesprek en dat vonden onze zonen niet altijd leuk. Al stonden ze er wel honderd procent achter. Jeroen is dan ook jaren lang trainer geweest bij Sisu.' Zijn zoon Max zit sinds kort op voetbal. 'Geen atletiek dus, maar wat niet is kan nog komen,' zegt zijn oma. Bovendien, voetbal kreeg hij met de paplepel ingegoten. Want Heracles is de andere passie binnen de familie. 'Elke thuiswedstrijd zitten we er. Vak Q, de harde kern. Met z'n drieën. Maar dit seizoen ben ik er niet bij, nee. Ik ben een beetje fanatiek. Negen van de tien doelpunten zie ik niet, dan durf ik niet te kijken. Een penalty? Dan sla ik de handen voor mijn ogen. Ik zie het later thuis op televisie wel... Niet gezond. Ook dat is nu te veel voor me. Ik moet het rustig aan doen.'
Tekst: Pim van Esschoten
Foto: Nanny Karsten