Durf te veranderen!
Allereerst de beste wensen voor 2015. Dat het een gezond, gelukkig, sportief en vooral goed ‘lopend’ jaar mag worden! Dit is mijn eerste column voor 2015, maar direct ook mijn laatste column. Laatste column? Ja uiterlijk 1 maart 2015 draag ik het stokje over aan een nieuwe accountmanager. Ik ga voor een nieuwe uitdaging. Daarmee geef ik tevens zelf ook ruimte voor nieuwe ideeën en perspectieven op verenigingsondersteuning binnen de Atletiekunie. Hoe zit het eigenlijk met jullie rooster van aan- en aftreden van bestuursfuncties? Lees hier verder voor de column van Dennis Weijers.
De Atletiekunie verlaat ik niet. Er zijn nog genoeg uitdagingen binnen onze prachtige sport. Samen met mijn collega’s op loopsport ga ik de uitdaging aan om meer toegevoegde waarde te leveren op het gebied van de loopsport. In de afgelopen decennia is door de groei van de loopsport de Atletiekunie langzamerhand uitgegroeid tot - bij wijze van spreken - een Loopsportunie. De afgelopen twee jaar kreeg ik regelmatig te horen dat de loopsport zo weinig zichtbaar was binnen de Atletiekunie en in een breder perspectief in heel Nederland. Tijd om daar verandering in te brengen en daar ook zelf mijn steentje aan bij te dragen!
Alvorens voort te gaan met een nieuwe uitdaging is het goed om ook terug te kijken op mijn periode als accountmanager. De afgelopen 2,5 jaar heb ik vele positieve gesprekken gevoerd, heel veel autokilometers gemaakt van Winterswijk tot aan Winschoten tot aan Franeker, vele vergaderingen bijgewoond, vele bakken koffie gedronken en evenzovele gespreksverslagen gemaakt. Toen ik begon aan mijn functie als accountmanager zoemde het vooroordeel dat sportverenigingen lastig zijn en veel in de weerstandsmodus zitten nog wel eens door mijn hoofd. Jullie hebben de afgelopen 2,5 jaar dat beeld geheel ontkracht. Heel veel dank daarvoor. Niks lastig, maar positief en vol energie en bereidheid om uitdagingen aan te gaan!
Een vaste rubriek in deze bestuurdersnieuwsbrief is de column van een accountmanager. Deze column gebruikte ik altijd om mijn visie op verenigingen en besturen aan het papier toe te vertrouwen. Het is een podium om het reilen en zeilen van clubs aan de kaak te stellen en jullie af en toe ook een spiegel voor te houden. Ik ga dit podium missen, maar zal vast wel weer andere podia vinden om mijn visie en mening te verkondigen. Welke sporen heb ik de afgelopen 2,5 jaar nagelaten en waar zal ik op voortbouwen in mijn nieuwe uitdaging? Hieronder vind je een beknopte samenvatting en links naar mijn columns. Wie weet ben je geïnteresseerd om ze te lezen voor het geval je ‘to do list’ voor de kerstvakantie nog niet gevuld is.
In mijn allereerste column ‘Vrijwilligerswerk: een kijkje in de keuken bij een studentenvereniging’ ging ik op zoek naar de succesingrediënten van een studentenvereniging. Er rolde vijf tips uit om het vrijwilligerswerk binnen sportclubs van een boost te voorzien.
In ‘Atletiek: van een (zomerse) eilandjescultuur naar een teamsport’ stelde ik de eilandjescultuur binnen clubs en de atletieksport ter sprake. Het wij/zij denken brengt de club, noch de sport vaak geen stap verder. Ik nodigde je uit om meer bruggen te bouwen en op zoek te gaan naar verbinding.
Vervolgens benadrukte ik in de column ‘Complimenten: de brandstof van elke vereniging!’ het belang van het uitdelen van complimenten. Binnen veel clubs zijn we schaars met elkaar complimenteren, omdat we het ‘normaal’ vinden dat iemand iets voor de club doet. Spreek waardering naar elkaar uit. Dat is de brandstof voor elke vrijwilliger.
In de column ‘Open de club’ merk ik op dat atletiekclubs (te) bescheiden zijn in het claimen van hun maatschappelijke rol. Atletiekverenigingen brengen echt iedereen in beweging (van jong tot oud van valide tot minder-valide), maar vinden dat normaal en lopen er daardoor niet of nauwelijks mee te koop. In tijden waarin de verzorgingsstaat verder wordt afgebouwd en zelfredzaamheid belangrijker wordt, is het voor sportverenigingen van belang om juist nu hun maatschappelijke meerwaarde te laten zien. Ik sluit af met de oproep: ‘Dus zeg wat je doet en doe wat je zegt: open de club!’
Mijn column ‘Vroeger was alles beter’ schreef ik nadat ik geprikkeld was door andere columns, zoals o.a. ‘Het einde van de sportvereniging’. In deze column zocht ik de balans tussen de duurzaamheid van het sporten in groepsverband met anderzijds de behoefte aan flexibiliteit bij veel sporters. Mijn oproep was om op zoek te gaan naar kansen en nieuwe mogelijkheden, maar daarbij wel gebruik te maken van ‘lessons learned’ vanuit het verleden.
De een laatste column ‘Jong geleerd is oud gedaan’ riep ik jullie op om eens een spiegel te pakken en te kijken naar jullie samenstelling van het bestuur. Is dit wel een afspiegeling van het ledenbestand? Daarbij constateerde ik dat veel verenigingen bestuurd worden door ‘babyboomers’, terwijl jongere generaties andere waarden behoeften en wensen hebben. Als je als vereniging wilt blijven bestaan, zal je ook jonge generaties duurzaam aan je moeten verbinden. Ik riep op om diversiteit te organiseren en op zoek te gaan naar verschillen om de vereniging meer kleur te geven.
Als rode draad door alle columns lopen: ‘verandering’ en ‘het verschil maken’. De wereld staat niet stil en wij zullen in beweging moeten blijven om relevant te zijn en te blijven. In mijn nieuwe uitdaging hoop ik dat verschil te kunnen blijven maken. Om verschil te maken, dienen we in mijn optiek vraaggerichter te gaan werken. Wat willen onze leden en vooral ook toekomstig leden? En kennen we in de toekomst het begrip leden nog wel? De sportvereniging en daarmee ook de vereniging van de sportverenigingen - de sportbonden - staan onder druk. Onlangs kopte de nieuwsberichten nog ‘Voor het eerst in jaren minder leden sportclubs’. Dit terwijl wel steeds meer mensen gaan sporten. Het blijk dat zij vooral meer op eigen houtje sporten en via anders-georganiseerde verbanden. Welke rol spelen clubs en een sportbond als de Atletiekunie nog in het toekomstige sportlandschap?
We zullen samen op zoek moeten naar nieuwe perspectieven op verenigingen. De basis daarbij is wel het samen sporten onder begeleiding van een deskundige trainer. Echter hoeft dat lang niet altijd in een jaarlidmaatschap en zijn er ook flexibelere vormen van sportbeoefening mogelijk. De uitdaging is om relevante producten en diensten voor de hedendaagse hardloper aan te gaan bieden.
We zullen daarbij de kracht van de energie en passie van vrijwilligers dienen te combineren met de vraag vanuit de samenleving. Vrijwilligers zijn onbetaalbaar en als we ze wel zouden moeten betalen dan zou de BV Nederland allang failliet geweest zijn. Als vrijwilliger wil je het positieve verschil maken voor jouw sport, voor jouw buurt en voor jouw vereniging.
Er zal ook niet één succesformule zijn, immers meerdere wegen leiden naar Rome. We zullen ervaren wat wel werkt door gewoon te doen, oftewel stappen voorwaarts te zetten. Dat kunnen we als Atletiekunie niet alleen, maar moeten we samen doen. Samen laten we Nederland beter lopen! Graag blijf ik daarom kilometers maken en kom ik in aanraking met jullie succesvolle lokale aanpak op het gebied van de loopsport.
Laten we samen die uitdaging aangaan. Stap voor stap. Ik heb er zin in!