De eigen accommodatie van AV Passaat

Geplaatst op Maandag, 12 mei 2014
De eigen accommodatie van AV Passaat

Ruim tien jaar geleden kwam AV Passaat in een bijzondere positie te verkeren. De gemeente bood de vereniging de kans zelf eigenaar te worden van de hele accommodatie. Dat betekent: veel vrijheid, maar een grote verantwoordelijkheid. ‘Je moet je heel streng aan je eigen begroting houden.’

Wie de trap van het clubhuis bestijgt en de ruim bemeten kantine betreedt, kan niet anders dan verbaasd zijn. De fraaie inrichting en het prachtige uitzicht over de atletiekbaan en de wijde omgeving zullen menig clubbestuurder van elders met een licht gevoel van jaloezie opzadelen.

En dan te weten dat de vereniging het gebouw grotendeels op eigen kracht heeft afgewerkt en helemaal uit eigen middelen – en met hulp van een hypotheek – heeft kunnen financieren. ‘Het werd wind- en waterdicht opgeleverd door de aannemer’, zegt Hans de Waard, coördinator onderhoud van Passaat. Maar bijvoorbeeld elektra, sanitair en inrichting hebben we met eigen mensen kunnen doen.’

Voorzitter Jo Kortooms laat zich ontvallen dat de vereniging kans ziet om die hypotheek versneld af te lossen. ‘We hebben een aantal jaren financieel gezien goed geboerd en dachten: in plaats van te reserveren kunnen we beter de hypotheeklasten omlaag brengen’, zegt hij.

Het zijn beslissingen die de vereniging zelf kan nemen, want de opstallen op het terrein zijn van de vereniging zelf. ‘We betalen jaarlijks voor de grond een symbolisch bedrag van – destijds – één gulden aan erfpacht’, aldus Kortooms. ‘Maar daar staat tegenover dat we zelf verantwoordelijk zijn voor al het onderhoud; niet alleen van het clubhuis en de kleedgelegenheid, maar ook van de kunststofbaan.’

Die situatie is ontstaan toen de toenmalige verenigingen AV Sliedrecht en ARSV Papendrecht in 2001 zijn gefuseerd tot een atletiekvereniging die momenteel zo’n 600 leden telt: 250 baanatleten (waaronder veel jeugdleden), 350 recreatieve lopers en een kleine topselectie, waarvan Bart van Nunen en Roy Hoornweg momenteel de bekendsten zijn.

De vereniging uit Sliedrecht liet daar een accommodatie met een gravelbaan achter, waarvan de gemeente de grond wilde gebruiken voor uitbreiding van het industriegebied. Tegenover de min of meer gedwongen verhuizing stond een “afkoopsom” die de nieuwe fusieclub in de accommodatie kon steken.

De Papendrechtse fusiepartner beschikte over een grasbaan en een houten barak als clubhuis, maar die locatie – gelegen op de grens tussen beide gemeenten – bleef beschikbaar.

‘Het is voor mijn tijd als voorzitter gebeurd’, zegt Kortooms. ‘Maar de gesprekken leidden ertoe dat de nieuwe vereniging zelf het clubhuis ging bouwen en dat de gemeenten weliswaar de aanleg van de atletiekbaan wilden financieren, maar dat daarna alle kosten van onderhoud en vervanging voor rekening van de club zouden zijn. Wij hebben het opstalrecht, zoals dat formeel heet. De gemeente verzorgt alleen het groot onderhoud aan het groen en de beschoeiing van de waterpartijen rond de accommodatie.’

‘Over de baan is overigens nog flink onderhandeld. De gemeente koos aanvankelijk voor een vierlaans-accommodatie. De vereniging wilde acht lanen. Uiteindelijk hebben we een baan met zes lanen kunnen aanleggen.’

‘Bij de oplevering van de baan, nu zo’n twaalf jaar geleden, is er bij de leden gevraagd naar vrijwilligers voor een onderhoudsploeg’, vertelt de huidige coördinator De Waard. ‘We zijn begonnen met twee mensen en hebben nu een ploeg van veertien. Die komen iedere donderdagochtend naar de baan. Ik heb tevoren al een lijstje opgesteld van werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden en ik zorg voor de materialen en gereedschappen die nodig zijn. Daardoor kunnen ze binnen tien minuten aan de slag gaan. In de loop van de tijd hebben we diverse “specialisten” voor diverse klussen gekregen, die elk hun eigen kennis en ervaring kunnen inzetten.’

De ploeg bestaat voor een groot deel uit 65-plussers en anderen die niet meer aan het werk zijn; voornamelijk zijn het oud-leden. ‘Maar ook mensen van buiten de vereniging. Het is een heel gezellige groep en dat is hier wel bekend in de omgeving. Als iemand door een blessure niet kan meehelpen, komt-ie toch even een kop koffie drinken. Ik heb zelfs mensen op de wachtlijst staan’, aldus De Waard.

Zelf werkte hij vroeger voor een ingenieursbureau in de petrochemische industrie op projecten in binnen- en buitenland en hij is dus gewend om projectmatig te werken.

De grote mate van eigen verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van de accommodatie is ook terug te vinden in het financieel beleid van de vereniging. De totale begroting beloopt zo’n 250.000 euro. De helft van dat bedrag komt binnen via contributies, maar ook sponsoring, verhuur van de accommodatie en de kantine-omzet leveren een flinke bijdrage aan de dekking.

Jaarlijks vergt het kleine onderhoud zo’n 4 tot 5000 euro, maar wordt er een kleine 30.000 euro gereserveerd. Deze “voorziening”, zoals dat boekhoudkundig heet, is voor een groot deel bestemd voor het vernieuwen van de toplaag van de ruim tien jaar oude baan, die voor 2016 op de agenda staat.

‘Het is dus zaak dat we de financiën goed op orde hebben en dat we geen geld uitgeven dat niet is begroot. Die verleiding is er binnen een vereniging soms wel, zeker als mensen zien hoeveel geld we hebben “gespaard”. Maar als je je niet heel streng aan je eigen begroting houdt, ga je de bietenbrug op’, zegt voorzitter Kortooms.

‘Maar het grote voordeel van die eigen verantwoordelijkheid is, dat je niet afhankelijk bent van de politieke besluitvorming. Gemeenten krijgen het financieel gezien steeds moeilijker. Dat kan letterlijk en figuurlijk leiden tot lapwerk als je iets moet doen aan de kunststofbaan: dan is de neiging om slechts hier en daar een paar vierkante meter van de baan te vervangen. Daar willen we niet afhankelijk van zijn.’

De Waard geeft een voorbeeld van een ander voordeel van die zelfstandigheid: toen de oude boiler het begaf, koos de vereniging meteen voor zonneboilers, wat tot een besparing van zo’n 30 tot 40 procent leidde. ‘Zo hebben we ook LED-verlichting aangebracht, die we in twee jaar kunnen terugverdienen.’

De zelfstandigheid biedt Passaat mogelijkheden om voor het werk dat door derden moet worden uitgevoerd, zoals het maaien van het gras, zelf keuzes te maken. ‘We vragen voor dat soort werk altijd enkele offertes van meerdere partijen op’, aldus Kortooms.

Passaat kan voor extra inkomsten zorgen door de accommodatie te verhuren. Enkele scholen maken gebruik van die mogelijkheid en ook bedrijven organiseren er wel sportdagen. ‘Uitbreiding van activiteiten overdag is mogelijk, maar dan moet je wel kunnen zorgen voor toezicht vanuit de vereniging’, zegt de voorzitter. ‘Het zou mooi zijn als je een accommodatiebeheerder in dienst kunt nemen, maar dat is alleen mogelijk als die zichzelf kan terugverdienen.’

Tekst: Cors van den Brink