De bestuurlijke meerkamp van André Aarts

Geplaatst op Zondag, 1 september 2013
De bestuurlijke meerkamp van André Aarts

Je hebt van die mensen die altijd bereid zijn te helpen, op wie je kunt bouwen en die de handen uit de mouwen steken. Je hebt ook mensen die een stap verder gaan en een soort bestuurlijke meerkamp draaien. Onvermoeibaar, dikwijls doende met vele projecten tegelijk. En waar ze verschijnen wordt iets in gang gezet. Neem nu André Aarts.

Voorheen voorzitter van de ATV Scorpio, nog altijd preses van de zeven clubs op sportcomplex De Warande in Oosterhout. Coördinator van de crosscompetitie in district 13 van de Atletiekunie én het klassement van de 17 wegwedstrijden in dat district. Hij trekt de kar bij de totstandkoming van het RTC Midden en West-Brabant. 'We willen het gat tussen de verenigingen en Papendal kleiner maken,' zegt Aarts over het project, waar hij zijn handen vol aan heeft. Daarbij is hij ook nog voorzitter van de afdeling atletiek van de NKS, de Nederlandse Katholieke Sportfederatie.

André Aarts is nu 66 jaar, had een prachtige baan bij defensie en wilde na zijn pensionering op z'n 55e jaar graag 'een bijdrage leveren aan de samenleving'. Bij voorkeur op het sportveld. 'Ik ben rond 1990 begonnen met hardlopen en heb zo'n 24 marathons gelopen. Praag, Berlijn, Rotterdam zeven keer. In die tijd ben ik ook lid van Scorpio geworden. Toen ik later voorzitter was, kwam er een uitnodiging binnen van de NKS voor een bijeenkomst. Er moest nieuw leven in de afdeling atletiek worden geblazen en de vraag was wie dat wilde oppikken. Zo ben ik er ingerold.'

De opdracht paste hem, ook gezien de signatuur van de sportkoepel. 'Ik ben een overtuigd katholiek,' zegt Aarts. Al kan hij niet zo nauwkeurig omschrijven waar zijn drijfveer vandaan komt, het heeft zeker met die katholieke achtergrond te maken. 'Normen en waarden zijn voor mij heel belangrijk.'

Sportkoepel

Als directeur leidde hij een reorganisatie bij de sportkoepel, die ruim 300.000 leden telt. 'Binnen de afdeling atletiek hebben we ons zo'n zes jaar geleden afgevraagd wat we tekort komen. Wat doet de Atletiekunie te weinig? De bijscholing moest anders, vonden we. Met een aantal clubs in de omgeving hebben we een cirkel gevormd, waarvan er inmiddels tien in het land bestaan. Als binnen zo'n cluster behoefte blijkt aan een bepaalde bijscholing, gaan we dat organiseren. Dat kan van alles zijn; speerwerpen, kogelstoten, maar ook thema's als ADHD, downsyndroom, pesten of zoiets als voeding. Als trainer krijg je punten als je zo'n cursus volgt. Punten bij de Atletiekunie dus, want we werken samen.'

Aarts zet zich ook in voor de kleinere sportclubs. 'Bij andere sportkoepels ligt de focus vaak bij de grote clubs, die moeten professionaliseren. Wij springen in dat gat. We kijken naar die clubs die het heel moeilijk hebben om hun hoofd boven water te houden. En ze zijn in kleine gemeenschappen, zoals hier in Brabant de kerkdorpen, van grote betekenis. Ze zorgen voor cohesie, het brengt mensen samen.'

Binden, juist dát spreekt Aarts zo aan. Zo heeft hij ook Scorpio geleid. 'Dat kun je op verschillende manieren doen. Vaak zie je mensen die hun ervaringen in het bedrijfsleven willen kopiëren bij een vereniging. Niets ten nadele van die mensen, maar dat is volgens mij niet de weg. Zeker niet bij een club als deze, waar het sociale heel belangrijk is.'

De atletiekbaan van Scorpio is geprivatiseerd, de clubgebouwen zijn (grotendeels) door de leden zelf gebouwd en de klusploeg zorgt ook voor het onderhoud. Elke dinsdagmorgen. Aarts: 'Zo hebben we de club opgebouwd en daar ben ik trots op. Samen klussen, samen koffieleuten. Na mijn werk bij defensie met professionele krachten, was het schitterend om ook een organisatie met vrijwilligers te leiden. En dat is een wereld van verschil, vele malen moeilijker. Het kan alleen als je het samen doet, samen ontdekt wat de eigen kracht is. Verbinden.' En op de sportdagen van Scorpio worden de teams gemengd. 'Onze toppers, samen in één team met G-atleten en leden van de wandelgroep. Zo krijg je onderling waardering.'

Nieuw elan

Aarts is er trots op. 'Maar ik ga het liefst weg als het plantje klaar is om zélf verder te groeien. Daar geniet ik van.' En zo besloot hij zo'n twee jaar geleden te stoppen als voorzitter bij Scorpio. 'Het was fantastisch, ik deed het met heel veel liefde en plezier. Maar na tien jaar was het wel tijd voor nieuw elan, voor nieuwe ideeën. Tijdens de ledenvergadering heb ik gezegd dat ik stop, als iemand het graag overneemt. Zo niet, dan zou ik door zijn gegaan. Die persoon was er dus.' Probleem voor de opvolger was wel, dat Aarts nu eenmaal een bestuurlijke meerkamper is. 'Hij zei dat ik drie dingen tegelijk deed. En dat wilde hij niet. Daarvoor hebben we dus een oplossing gezocht met een paar functionarissen.'

Stoppen als voorzitter bij Scorpio was een rationeel besluit geweest voor Aarts. Gevraagd naar de emotionele kant, zegt hij prompt: 'Ik had het niet moeten doen...' Gelukkig, hij heeft genoeg afleiding. Als voorzitter van de zeven clubs op het sportcomplex maakt hij zich sterk voor hun belang bij de gemeente. Belangrijk, want die gemeente zou de grond willen verkopen voor huizenbouw. Bovendien, er komen verkiezingen aan. En de sportnota van gemeente Oosterhout biedt ook stof tot discussie. 'Vooral over wat niet in staat.'

De klassementen voor de cross en wegwedstrijden in het district lopen 'fantastisch', zoals Aarts het zegt. Hij loopt ze zelf allemaal mee; 11 crosses en 17 wegwedstrijden. 'Weet ik ook precies wat daar gebeurt.' Bij de competitie voor de pupillen is nog wel wat missiewerk te verrichten. 'Zijn' district 13 (12 atletiekclubs en nog 7 stichtingen c.q. loopgroepen) is niet enthousiast over de nieuwe opzet. 'Ik wel. We hebben kort geleden een proef met Athletics Champs gehouden, hier bij Scorpio. Iedereen was enthousiast, maar er deden ook maar twee clubs mee.'

Tierelier

'Ik zeg altijd maar zo: van de tien dingen,' aldus Aarts, 'zijn er misschien twee die mislukken of wat langer duren. Die andere dingen lopen wel als een tierelier.' Een mooie score, wil hij maar zeggen. Aarts heeft daarbij zijn eigen aanpak: 'Als ik van het geëffende pad kan afwijken, doe ik dat het liefst. Als uitdaging voor mezelf.'

Is hij al toe aan nieuwe ideeën of nieuwe marathons? Dat laatste zeker niet. 'Ik ben nu 66 en blij dát ik nog kan lopen. Ik doe vooral wat kortere afstanden.' En voor de rest zal hij de komende tijd heel druk zijn met het regionaal talentencentrum. Twee moeten er komen in Brabant, één in Vught en één in de regio Breda/Tilburg. 'Bij ons RTC Midden en West-Brabant werken we samen met district 12 en richten we ons op speer, sprint, hoog en mila. De Atletiekunie wil er in totaal acht. In Sittard en Rotterdam bestaat het al.'

De subsidie van de provincie Brabant is inmiddels binnen, binnenkort verwacht Aarts ook de certificatie van de Atletiekunie. Maar daarmee is het werk nog lang niet gedaan. 'We moeten nu ook alle betrokken gemeenten zoals Tilburg, Breda, Roosendaal en Oosterhout op één lijn zien te krijgen, want ook van die gemeenten willen we subsidie.' En dan is er nog de afstemming met trainers, talenten en hun ouders.
André Aarts is voorlopig nog niet klaar.

Tekst: Pim van Esschoten