Column: alleen is maar alleen
“Alleen is maar alleen”, samen maken we de atletieksport, toch?
Hierbij een aantal voorbeelden hoe soms de dingen gaan bij de loop- en atletiekverenigingen in het land:
Je bent bestuurder van een atletiekvereniging in de regio Amsterdam. De technische commissie van je vereniging meldt dat een van je trainers stopt met het geven van training aan de pupillen. Vanwege de EK2016 volgend seizoen in Amsterdam verwacht je als vereniging nog meer aanwas bij de jeugd. Voorafgaand aan dit seizoen waren er al eigenlijk al te weinig trainers. Een extra uitdaging voor het trainerscorps. Hoe voorkom je nu dat je nieuwe jeugdleden op een wachtlijst moet plaatsen?
Of
Je bent naast bestuurder van de vereniging ook nog de trainer van de pupillen. Je staat twee middagen per week in jouw vrije uurtjes de jeugd de basisvormen van atletiek bij te brengen. Onlangs heb jij samen met een trainer van de buurvereniging de bijscholing “Waan jezelf weer even kind” gevolgd. Jullie zijn weer helemaal enthousiast en weer helemaal op de hoogte van de actuele trainingsvormen en weer helemaal bij hoe om te gaan met jeugd van deze tijd. Binnen de vereniging bepaalt de traditioneel georganiseerdere technische commissie de aanpak voor de jeugdatletiek. Deze commissie is tegen de nieuwe trainingsvormen van atletiek. Hoe zorg jij er voor dat je zelf wel het enthousiasme behoud om de jeugd te blijven inspireren?
Of
Het ledenaantal van de recreatieve hardlopers binnen de vereniging loopt terug. In de directe omgeving poppen er wel allerlei (commerciële) loopgroepjes uit de grond en bij een willekeurige boom in het park verzamelen de recreatieve hardlopers. Jij bent verantwoordelijk bestuurslid voor nieuwe loopgroepen. De overige bestuursleden spreken jou er op aan waarom er niet meer instroom van recreatieve lopers is. Je stelt jezelf de vraag: wat moeten wij als vereniging anders doen en moeten we ook een meer flexibel aanbod gaan creëren?
Of
De vereniging draait op volle toeren. Iedereen is laaiend enthousiast over hoe het gaat, voldoende nieuwe aanwas, leuke prestaties bij de jeugd, staan regelmatig in de lokale media en timmeren goed aan de weg. Maar wie doen het allemaal? Inderdaad, een héél klein clubje mensen die de club draaiende houden. Wat zijn de stappen om tot een gestructureerde aanpak te komen om nieuwe vrijwilligers te werven én te behouden?
Of
De toplaag van de atletiekbaan moet komend jaar door de Atletiekunie worden gekeurd. Er is achterstallig onderhoud door de gemeente aan de baan. De gemeente is de eigenaar en die wil het aan de vereniging overdragen. Maar willen we dat wel als vereniging en welke consequenties heeft dat? En hoe gaan we dit bij de ALV tot een goed besluit brengen? Uit het geruchtencircuit rondom de vereniging komt het signaal dat een groep leden tijdens de ALV tegen de voorgestelde verhoging van de contributie zal stemmen. Je verwacht als voorzitter behoorlijke stampij. Hoe bereid je samen met je bestuur de ALV goed voor?
Gewoon een aantal voorbeelden die zich afspelen bij de verengingen door het hele land. Waarschijnlijk herkennen jullie één of meerdere van deze voorbeelden. Zijn jullie als verenging de enige die met dergelijke vraagstukken en/of uitdagingen te maken hebben? Nee, natuurlijk niet.
Beste bestuurders, ga alle uitdagingen niet alleen oplossen, zoek elkaar op! De kans bestaat dat een aantal van bovenstaande voorbeelden bij de komende voorzittersoverleggen aan de orde komen. Een dergelijke uitdaging kan natuurlijk ook altijd worden ingebracht als agendapunt bij het voorzittersoverleg. Schroom niet om vooraf contact te zoeken met de een van de accountmanagers. In de komende periode zullen wij weer met jullie in gesprek gaan om te kijken hoe we gezamenlijk de atletieksport kunnen versterken.
Ook wij doen het niet alleen en jullie ook niet, maar we doen het vooral samen.
Deze column van accountmanager Jeroen Straathof verscheen in de nieuwsbrief voor verenigingsbestuurders van 1 november.