Brabant gaat nieuwe pupillenwedstrijden testen

Geplaatst op Zaterdag, 24 december 2011
Brabant gaat nieuwe pupillenwedstrijden testen

Verenigingen in het oosten van Brabant gaan in het voorjaar de \"Pupillenwedstrijden nieuwe stijl\" testen. ‘We kwamen al snel tot de conclusie dat dit echt goed is\'.

Het concept voor de nieuwe pupillenwedstrijden is nog in ontwikkeling. In het afgelopen jaar hebben enkele verenigingen al een proef genomen. Dat leidde tot aanpassingen en bijstellingen. Maar de Brabantse verenigingen in de regio\'s 14 (De Kempen) en 15 (Noord-Oost Brabant) hebben onlangs zeer positief gereageerd op het verzoek van de Atletiekunie om komende zomer vier wedstrijden op de kalender te plaatsen om deze nieuwe aanpak verder te testen.

In 2010 is een werkgroep begonnen met het zoeken naar mogelijkheden om de pupillenwedstrijden aantrekkelijker te maken, voor de jonge atleten, hun ouders en begeleiders. Het belangrijkste probleem met de huidige opzet is dat de wedstrijden een hele dag duren, maar dat de kinderen in die uren slechts korte tijd écht met hun sport bezig zijn. Ook voor de organisatie, ouders en andere begeleiders legt de huidige pupillenwedstrijd een flink beslag op hun tijd.
Eerder dit jaar is op deze site de nieuwe opzet - en de aanleiding daarvoor - al beschreven in het artikel \"Pupillenwedstrijden: zo kan het ook ...\" (http://www.atletiekunie.nl/index.php?page=109&nieuwsitem=6793). In september volgde een reportage over een proefwedstrijd die bij a.v. Impala in Drachten is gehouden (http://www.atletiekunie.nl/index.php?page=109&nieuwsitem=7257). Nu zijn de Brabantse verenigingen aan de beurt om het stokje over te nemen.

\"\"

‘De Atletiekunie heeft ons daarom gevraagd en we zijn half december met een groot aantal verenigingen uit beide regio\'s bij elkaar geweest\', vertelt Adri Raaimakers. Hij is trainer en trainingscoördinator bij Generaal Michaelis in Best, maar ook als ouder al vele jaren bekend met pupillenwedstrijden. ‘Toen mijn eigen kinderen in 1993 naar atletiek gingen, werd me al snel gevraagd om wat vrijwilligerswerk te doen. Ik ben cursussen gaan volgen en het is eigenlijk nogal uit de klauwen gelopen, want ik ben nog steeds actief bij de vereniging\', zegt hij lachend.
Maar door zijn achtergrond in de atletiek herkende hij de problematiek wel. ‘De wedstrijden duren meestal gigantisch lang en als je achteraf aan de kinderen vraagt wat ze nou precies aan atletiek hebben gedaan, valt dat tegen. Als je dan ook beseft dat het toch al meer moeite kost om kinderen naar atletiek te krijgen en om ouders vrijwilligerswerk te laten doen, is het de moeite waard om het allemaal wat aantrekkelijker te maken. Toen de Atletiekunie ons over de nieuwe opzet vertelde, dachten we meteen: dit zijn goede ideeën.\'

De twee regio\'s is gevraagd om komende zomer vier wedstrijden te organiseren in de vorm van een competitie. ‘De vertegenwoordigers van de verenigingen die bij de bijeenkomst waren, moeten het nog wel even voorleggen aan hun besturen. Maar we zijn erg enthousiast en we denken dat we dit kunnen uitvoeren. De nieuwe opzet van deze wedstrijden kent twaalf onderdelen. Wij gaan er per wedstrijd zes op het programma zetten. Dan kunnen we na afloop goed evalueren wat er eventueel nog aan aanpassingen nodig is\', zegt Raaimakers. ‘De opzet is dat kinderen veel meer in beweging zijn, maar we moeten bijvoorbeeld bekijken of het niet té veel wordt.\'
Volgens Raaimakers blijft bij deze nieuwe wedstrijden het karakter van de atletiek behouden. ‘Daar hebben we uiteraard kritisch naar gekeken. Het moeten wél wedstrijden blijven. Maar ik vind dat het er goed uitziet. De kinderen zullen hier ook echt voor moeten en kunnen trainen.\'

Brabant kent al een pupillencompetitie. ‘Die zal komend jaar gewoon doorgaan\', verwacht Raaimakers. ‘Maar de verenigingen hier organiseren nog voldoende andere pupillenwedstrijden, waarvan we er enkele kunnen omvormen tot een wedstrijd in de nieuwe stijl.\'
Of in de toekomst in de hele pupillenatletiek deze nieuwe aanpak wordt ingevoerd is nu nog niet bekend. ‘Daar heb je een breed draagvlak voor nodig. Zelf hebben we hier bij onze vereniging tijdens een training al eens met deze nieuwe atletiekvormen een informele wedstrijd gehouden en dat vonden de kinderen en trainers erg leuk. Maar als je dit breder gaat invoeren, zul je onder meer moeten bekijken of en hoe de verenigingen aan de materialen kunnen komen die ervoor nodig zijn.\'

Wat dat laatste betreft neemt Prins Hendrik in Vught binnenkort een voorsprong op de toekomst, vertelt Myriam Heesbeen, die haar vereniging vertegenwoordigde op het overleg van de Brabantse clubs. ‘We krijgen komende zomer een nieuwe accommodatie en daar hebben we onder meer enkele werpringen naast elkaar liggen en een verspringbak die je van meerdere kanten kunt gebruiken. Die zijn uiteraard bedoeld voor de training, maar ook goed te gebruiken voor deze nieuwe pupillenwedstrijden. Alsof we wisten dat het met de pupillenatletiek deze kant op zou gaan! We hebben ook al wat andere materialen kunnen aankopen, maar die zijn nog nooit in wedstrijdverband gebruikt.\'
Ook bij PH is positief gereageerd op de plannen voor de pupillencompetitie in de nieuwe stijl. ‘Als pupillentrainer zie ik vooral de lage intensiteit van de huidige wedstrijden als een probleem\', zegt ze. ‘Het zou goed zijn als we beter kunnen aansluiten bij de belevingswereld van het kind, waarbij we er rekening mee houden dat de C-pupil anders is dan een tweedejaars A-pupil. Bovendien lijkt het me goed als we in deze nieuwe opzet wat méér wedstrijden en met méér regelmaat wedstrijden kunnen organiseren, waarbij je dezelfde verenigingen kunt ontmoeten om samen te werken.\'
Naast de nieuwe competitie voor de verenigingen in het oosten van Brabant heeft Prins Hendrik nog een mogelijkheid om de nieuwe opzet te presenteren. ‘Wij organiseren eind juni de Nationale Jeugd Atletiek Dag en daar willen we ook enkele elementen introduceren.\'

\"\" \"\"

De Atletiekunie is blij dat Brabant positief inspeelt op de pogingen om de pupillenatletiek te vernieuwen, zegt Dorien van der Burg, medewerker Verenigingszaken en Jeugdatletiek. Ze benadrukt dat de nieuwe opzet van de pupillenwedstrijden nog in ontwikkeling is. ‘Na de verschillende proeven die er dit jaar zijn geweest, hebben we aan de hand van opmerkingen van organisaties, ouders en trainers en van de kinderen zelf allerlei aanpassingen gedaan. Beetje bij beetje ontstaat nu de juiste vorm.\'
‘Een van de stappen die we nu zetten, is dat we ook de leerlijnen benoemen waarlangs de jeugdtrainers kunnen gaan werken. We hebben deze nieuwe leerlijnen besproken met de opleiders van de diverse cursussen en ook daar is positief gereageerd op de nieuwe opzet.\'
Niet alleen in Brabant zal in het komende jaar verder geëxperimenteerd worden, aldus Van der Burg. ‘Elders in het land hebben andere verenigingen al gemeld dat ze losse wedstrijden willen organiseren. Ook daar zullen we vanuit het bondsbureau ondersteuning aan proberen te geven.\'

Wie meer wil weten over de opzet van de pupillenwedstrijden in de nieuwe stijl, vindt op de website van de Atletiekunie een recent gepubliceerd artikel waarin de achtergronden en diverse onderdelen uitgebreid zijn beschreven.
(klik hier)

De uitgangspunten voor deze aanpak zijn, kort samengevat:

Atletiekecht: hoger, verder, sneller!
• Behouden van de essentie van atletiek
• Bewegingsprincipes uit atletiek behouden
• Meten in (centi)meters en (tienden van)seconden

Succesbeleving: plezier staat voorop!
• Gebruik maken van aangepaste materialen
• Uitdagende vormen

Veelzijdig: lopen, werpen en springen in allerlei situaties
• Opbouw in vormen die aansluit bij de ontwikkeling van het kind
• Veilig, uitnodigend en het leggen van een goede (veelzijdige) basis

Intensief: weinig wachten, veel atletiek!
• 8 onderdelen in 3 uur
• Meerdere pogingen per onderdeel
• Meerdere situaties naast elkaar

Teams
• Iedereen levert een bijdrage aan de teamprestatie
• Iedere deelnemer een diploma met zijn prestaties
• Bokalen voor de beste teams

Voor meer informatie: neem contact op met Xander Koesen op het bondsbureau van de Atletiekunie, via [email protected] of 026-483 48 00.

Tekst: Cors van den Brink