Best Practice: Klimduinrun, een uitdagend alternatief

Geplaatst op Woensdag, 1 oktober 2014
Best Practice: Klimduinrun, een uitdagend alternatief

Klimduinrun: een uitdagend alternatief

Voor veel deelnemers begint het evenement als een grappige uitdaging. Maar bij de échte sporters krijgt de winnaars-mentaliteit altijd de overhand. Dus als ze aan de voet van het ruim vijftig meter hoge klimduin in Schoorl staan, willen ze toch wel héél erg graag als eerste boven zijn. Dat is het geheim van de succesvolle Klimduinrun, waar atleten hun sport eens op een andere manier kunnen beleven.


Anna-Sjoukje Runia (links) en Eva Hovenkamp (rechts) in de halve finale bij de vrouwen

Dus buffelen ze over een afstand van zo’n honderd meter door het mulle zand, op een parcours met een stijgingspercentage van hier en daar 25 procent. De bij toeristen geliefde stevige bult in het centrum van het Noord-Hollandse kustdorpje blijkt voor atleten een ware scherprechter te zijn. Ook afgelopen weekend werd dat weer bewezen: velen die in de eerste tientallen meters teveel energie verspilden en de benen vol voelden lopen, kwamen in het zicht van de finish struikelend ten val.
Die finish bestaat uit een houten balk, die boven aan het duin in het zand ligt en verleidt tot een snoekduik als een plaats in de volgende ronde of een podiumplek veiliggesteld moet worden. Wie er – helemaal uitgeput boven gekomen – nog oog voor heeft, wordt overigens wél beloond met een fantastisch uitzicht.

Aan de voet van het klimduin ziet bijna iedereen er enorm tegenop naar boven te moeten sprinten. De angst voor de verzuring waart rond. Maar als het startschot eenmaal is gevallen, laat niemand zich kennen.
Suzanne Williams kan zichzelf wel vervloeken als ze bij de dames de eerste ronde doorkomt. ‘Dan moet ik straks nóg een keer’, verzucht ze. ‘Mijn coach liet me vanmorgen kiezen: een fartlek van een uur door de duinen of dit. Ik dacht dat dit minder energie zou kosten …’.
Maar in die halve finale kan ze het niet laten om tóch een poging te wagen in de eindstrijd te komen. Dat lukt, al moet ze daar de eer laten aan teamgenote Anna Sjoukje Runia die in 33.46 boven komt. Bij de mannen gaat de hoofdprijs naar Igor Rutka, de neo-senior van PAC, die 25.04 nodig heeft voor de klim en als 400-meterloper een tijd van net boven de 50 seconden heeft staan.
Purcy Marte, de coach van onder meer Runia en Williams, trekt vrijwel wekelijks met zijn atleten naar de duinen. ‘Al laat ik hen nooit over een afstand van honderd meter omhoog lopen, zoals dat vandaag moet’, grijnst hij.
‘Meestal kies ik een heuvel van zo’n dertig meter en dan doen ze bijvoorbeeld zes herhalingen. Omhoog lopen in mul zand is een goede training om kracht te ontwikkelen, mits je het doet met knieën en enkels in de juiste hoeken en met een goede frequentie. Je ziet hier dat atleten met een korte contacttijd het beste presteren.’


Robin Ruijter

Rutka is een typische “klimduinloper”, zegt organisator Sven Ootjers. Dat wil zeggen: je hoeft geen topper te zijn, maar de 400-meterlopers lijken het best bestand tegen deze inspanning: binnen een tijdsbestek van twee uur driemaal een stevige verzuring kunnen en durven doorstaan. De pure sprinters komen vaak duurvermogen tekort en de meeste atleten van de langere afstanden missen explosiviteit in het mulle zand, zoals bijvoorbeeld Miriam van Rijen moest ondervinden, die in de eerste ronde al kansloos was.
Maar ook voor de atleten van de kortere afstanden geldt: ‘Je kunt het of je kunt het niet’, zoals Ootjers zegt. ‘Er zijn hier in de afgelopen jaren heel veel atleten geweest die het hebben geprobeerd. Sommigen komen ieder jaar weer terug, voor anderen was het: eens maar nooit weer.’

De voormalig hoogspringer en hordensprinter bedacht het evenement ooit. Met een onderbreking van één jaar was het dit keer de achtste editie. ‘Ik ben ervan overtuigd dat we in de atletiek meer van dit soort alternatieve evenementen nodig hebben’, aldus Ootjers. ‘Een Lotto Baancircuit is natuurlijk heel mooi, maar om de sport aantrekkelijk te houden, moeten we ook op zoek naar andere uitdagingen: man tegen vrouw bijvoorbeeld of een heel ander parcours dan een atletiekbaan.’
Jarenlang organiseerde Ootjers het evenement met een klein groepje mensen uit zijn eigen omgeving. Vorig jaar kon hij de verantwoordelijkheid overdragen aan A.V. Trias, de vereniging in Heiloo waar hij zelf als trainer aan verbonden is. ‘Het is heel fijn dat ik dat aanbod kreeg. Er is nu een grotere groep mensen over wie we de taken kunnen verdelen. Dat is voor mij een geruststelling, want ik had er bij wijze van spreken wel eens slapeloze nachten van. Je hebt er veel tijd en geld voor nodig. Maar ik verwacht dat we nu verder kunnen groeien.’
Dit jaar was er al een estafette aan het programma toegevoegd, naast onderdelen voor pupillen, junioren en masters.

Bij een evenement als de Klimduinrun komt meer kijken dan voor een gemiddelde baanwedstrijd. Alleen praktisch kost het al een flinke inspanning om op een parcours van 100 meter tegen een steile helling aan weerszijden dranghekken én een goede geluidsinstallatie te plaatsen. Boven (Martijn Visser) en beneden (Ton de Kort) staan speakers die goed zijn ingevoerd in de wedstrijdatletiek en de meeste deelnemers kennen.
‘Maar je moet ook overleg voeren met de gemeente en met Staatsbosbeheer als beheerder van het duingebied’, zegt Ootjers. ‘Aan onkosten en prijzengeld hebben we zo’n 4000 euro nodig en dus moet je sponsors hebben die bereid zijn om geld te geven, naast de materiële bijdragen van veel andere bedrijven die ons steunen. Met een horeca-ondernemer aan de voet van het duin (naamgever De Zilte Zoen), ASICS, Honda en Losse Veter kon Ootjers daar dit jaar in voorzien.


Thomas Schuwer

De naamsbekendheid van het evenement lijkt na acht jaar groot te zijn, getuige het feit dat atleten uit heel Nederland, maar ook uit België en Duitsland de weg naar Schoorl wisten en weten te vinden. Zoals Michelle Spek van AV’34, die er met een aantal clubgenoten een reisje naar het Noord-Hollands duingebied voor over had.
‘Ik was hier in de zomer op vakantie en zag een aankondiging. Toen heb ik een paar anderen enthousiast gemaakt’, vertelt ze. Als voorbereiding trainde het groepje een keer in mul zand in de buurt van Hoenderloo. Maar de combinatie van clubkampioenschappen op zaterdag en de Klimduinrun op zondag bleek toch een iets te zware belasting. De Apeldoorners bereikten de finale niet.
‘Volgend jaar maar iets beter voorbereiden’, luidde de conclusie. Dat twitterde ook Koen Verweij, de wereldtopper op de schaats die als regionale held werd gepresenteerd, maar niet verder dan de halve finale kwam.
‘Verbaast me niets’, aldus een van de finalisten. Het klimduin laat niet met zich spotten. Wie drie keer écht volle bak naar boven wil, zal er stevig voor moeten trainen.

Tekst: Cors van den Brink
Foto’s Erik van Leeuwen


Een samenvattende video uit Schoorl vind je hier. Een video over de Masters van de Klimduinrun vind je hier.