Bescheiden begin Run to The Start
Het succesvolle Start to Run is afgerond, deze week wordt op 20 locaties begonnen met het vervolg: Run to The Start. Nieuw en nog bescheiden van opzet.
Dat doen ze goed bij de av NEA Volharding. Bij Start to Run hadden ze in Purmerend al 87 deelnemers. En nu dat is afgerond met een testloop van drie kilometer, hebben zich 49 lopers gemeld voor het vervolg, Run to the Start. Onder leiding van clubtrainer René Schoen maken ze de volgende stap; hun eerste echte loopevenement, de vijf kilometer van de Purmerbosloop op 7 juni.
Mooie aantallen. Wat het geheim is in Purmerend? Simpel, het is de gezelligheid van het lopen met elkaar. ‘Gezelligheid en een beetje humor,\' zegt René Schoen. En als er nu iemand is die weet wat de deelnemers aan zijn clinic willen, is het René Schoen wel. In 2005 was hij zelf deelnemer aan Start to Run. ‘Mijn handbalploegje was uit elkaar gevallen, ik deed al en tijdje niks en dan gaat die grote buikspier opspelen. Bovendien had ik rugklachten. Ik las iets over Start to Run. Laten we dat maar gaan doen.\'
Daarna ging het snel met hem. Hij deed de trainerscursus, liep zelfs de Marathon Rotterdam. En de rug? ‘Prima. Door het lopen, maar ook omdat ik elke ochtend trouw mijn oefeningen doe.\'
Onder zijn hoede heeft Jenny Duister (49) het lopen flink te pakken gekregen. ‘Toen ik met Start to Run begon, had ik nooit eerder gelopen. Wat het zo leuk maakt? Je maakt je hoofd leeg. Ik slaap nu ook goed. Dat was niet zo bij mij, ik lag altijd maar te piekeren. Dat is nu over. En het is heel gezellig, zo\'n groep.\'
Ze had enorm opgezien tegen de afsluitende testloop van drie kilometer. ‘Ook omdat ik nog wel eens te snel wil. Maar ik heb het gehaald, eigenlijk met twee vingers in de neus. Nu wil ik ook die vijf kilometer halen, in september de tien. Het liefst zou ik dan meedoen met de Dam tot Damloop, maar ik kan dat weekeinde geen vrij krijgen.\'
De Dam tot Damloop blijkt in de regio boven het IJ bij wel meer deelnemers in het achterhoofd te spelen. ‘Dat kan ook,\' zegt Schoen. ‘Als je elke week zo\'n 500 meter verder kan, haal je in september die tien mijl wel. De schema\'s heb ik klaar liggen. Ik heb het zelf ook zo gedaan, in hetzelfde jaar waarin ik begon.\'
De insteek van Run to The Start is echter bescheidener. ‘Een vervolg op Start to Run, gekoppeld aan een evenement in de directe omgeving van vijf kilometer,\' vertelt Patrick Aris, manager loopsport bij de Atletiekunie. Het aantal weken dat Run to the Start in beslag neemt, kan zes, acht of tien zijn. Afhankelijk van de datum wanneer dat evenement wordt gehouden.
Run to the Start is nieuw. ‘Veel clubs hebben een eigen vervolgtraject op Start to Run. Die willen we niet in de wielen rijden. De twintig locaties waar het wel gebeurt onder de vlag van Run to the Start moeten zich eerst maar eens bewijzen, aldus Patrick Aris.
Start to Run telde 5250 inschrijvingen (op 132 locaties), Run to the Start tegen de 300. Aris: ‘Een bescheiden begin, maar dat is misschien niet eens zo gek. Eerst maar eens kijken hoe het landt. Is het een succes, ga ik uit van een verdubbeling van het aantal locaties bij de volgende keer. Maar als de clubs liever vasthouden aan hun eigen traject, even goede vrienden. We kunnen als Atletiekunie alleen maar blij zijn met die initiatieven.\' Overigens, er loopt nóg een traject onder de paraplu van Start to Run en Run to The Start: de twaalf weken voorbereiding op de Marikenloop in Nijmegen. ‘Dit kwam op ons pad,\' aldus Aris. Voor de goede orde: alleen voor vrouwen.
Net als bij Start to Run, zijn de vrouwen ook in de meerderheid bij het vervolg. Ook op deze natte, koude woensdagavond in Purmerend blijkt dat weer. Drie keer tien minuten staat er op hun menu. Ze dribbelen, joggen, lopen. Het gaat lekker. Opvallend, de loopgroep met gevorderden van NEA Volharding die op dezelfde baan traint, bestaat vooral uit mannen. En langs al die lopers trekt toptalent Sharona Bakker haar sprints. Alsof Arjen Robben meetraint met Bal op het Dak 8.
Totaal verschillende werelden komen zo samen, iedereen met een eigen verhaal. Karsten Ringnalda (39) oogt fit. Maar een loper, nee, dat was hij niet. ‘Een kneusje. Ik ben er heel vaak mee begonnen, maar dan was ik na drie minuten kapót.\' De afgelopen weken deed hij mee met Start to Run. ‘Erg leuk. Ik vond die drie kilometer een hele uitdaging, maar de progressie kwam snel. Door de goede begeleiding ook. De loopscholing zorgt er ook voor dat je makkelijker gaat lopen.\'
Ringnalda heeft een verleden als fanatiek schaatser, skater en fietser. Heeft hij nu een nieuwe sportieve liefde ontdekt? ‘Ik zie het als opstapje naar de ijsbaan. Ik heb lang niet meer geschaatst, maar de afgelopen winter die twee weken duurde waren besmettelijk.\'
De afsluitende testloop over drie kilometer gingen bij Ringnalda zo lekker, dat hij er vijf van maakte. Toch houdt hij het bescheiden: ‘Mijn doel is om later de tien kilometer te lopen. Misschien denken veel mensen hier aan de Dam tot Damloop, ik niet.\'
Dat doet Anita van der Valk wel. Nou ja, heel stiekem. ‘Eerst de vijf kilometer maar eens. Rustig aan, ik ben de vijftig ook al weer gepasseerd. En ik weet ook niet of ik de discipline kan opbrengen.\'
Ze is een zogenoemde instromer. Run to the Start is primair bedoeld als vervolg op Start to Run. Maar ook zónder die kilometers in de benen kunnen mensen meedoen. Als ze het aankunnen. En dat kan Anita. ‘Ik deed afgelopen najaar mee met Start to Run en raakte na vier keer geblesseerd. Ik moest stoppen. Dit voorjaar ben ik weer begonnen, maar dan zelf. Ik had die trainingsschema\'s nog en ook Renate Wennemars op mijn iPod.\'
Anita heeft haar zus Karin meegenomen, ook een instromer. Lopen is nieuw voor haar, toch stiefelt ze lekker door. ‘Ik heb jarenlang schaatstraining gedaan, vier keer per week. En echt nieuw is het ook niet voor me. Ik heb vier jaar geleden al eens met een groepje gelopen. Dat stimuleert enorm. En ik deed in het Amsterdamse Bos droogtraining. Daar zit ook veel lopen bij.\'
Eén keer deed ze mee aan de Elfstedentocht, die van 1997. ‘Ik had een hoog inschrijfnummer, kon pas om half elf vertrekken. Bij Franeker ben ik toen van het ijs gehaald. Ik heb twee weken moeten afkicken...\' Later werd het minder, de passie voor het schaatsen. Zomaar. ‘Toen ik vijftig werd is er iets gebeurd. Ik ging ineens kunstcursussen doen.\' En nu is ze door haar zus meegenomen. ‘Misschien wordt dit het wel; schaatsen in de winter, lopen in de zomer.\'
En zo is een groep beginnende lopers ook altijd een verzameling van persoonlijke verhalen. Verenigingen en Atletiekunie zorgen voor dat kleine zetje om van de bank te komen met Start to the Run... Dat is een probleempje waar ook Patrick Aris van de Aletiekunie niet omheen kan: ‘Mensen hebben moeite om die titels Start to Run en Run to The Start uit elkaar te houden. Daar moeten we wellicht nog iets op bedenken.\'
Tekst: Pim van Esschoten