Beginnende hardloper haakt vaak te snel weer af

Geplaatst op Donderdag, 19 februari 2015

Beginnende hardlopers die zich niet goed voorbereiden, lopen extra veel risico op blessures. Daarvoor waarschuwt de Atletiekunie. In maart beginnen traditioneel veel startende hardlopers, maar ieder jaar haken veel beginners af door blessures of motivatieproblemen. En dat is zonde. De hardloopcursus Start to Run, het officieuze startschot van het hardloopseizoen, zorgt al jaren voor minder uitval en heeft een slagingskans van maar liefst 92%.

Hardlopen wint aan populariteit in Nederland. In 2013 werd de sport door ongeveer 2,1 miljoen Nederlanders beoefend (VeiligheidNL). Toch blijft niet iedereen helemaal zonder kleerscheuren. Het risico op een hardloopblessure is bijna drie keer zo hoog als het gemiddelde in de sport. Uit cijfers van VeiligheidNL blijkt dat er twee jaar geleden sprake was van maar liefst 640.000 hardloopblessures.

Knie en achillespees

“Dat er steeds meer Nederlanders de sport beoefenen juichen we uiteraard toe, maar deze blessurecijfers baren ons wel zorgen”, vertelt Patrick Aris, Coördinator Loopsport van de Atletiekunie. “Het gaat daarbij vooral om onderbeenblessures aan de enkels, een achillespees of knieën. Hardlopen is populair en dat is niet zo vreemd. Je verhoogt hiermee je energie-level, het werkt stress verlagend en het is goed voor je weerstand. Maar zonder voldoende kennis en goede voorbereiding neemt het risico op blessures wel aanzienlijk toe, waardoor ook de motivatie snel verdwijnt.”

Houding en techniek

Om dit te voorkomen organiseert de Atletiekunie vanaf 7 maart Start to Run, met zo’n 8000 deelnemers de grootste beginnerscursus voor hardlopers in Nederland. Zeven achtereen gesloten zaterdagochtenden kunnen zij in een groepje en onder begeleiding van professionele trainers werken aan hun vaardigheden. “Het sociale aspect speelt hierbij een belangrijke rol. Samen lopen vinden veel mensen nu eenmaal gezelliger dan in hun eentje, zo houden ze het langer vol, dat is ook bewezen”, aldus Aris.

Iedere les duurt anderhalf uur. “Het is daarbij niet een kwestie van continu hardlopen. Ook de theorie over schoenen, kleding, houding en techniek komt aan bod. Daarnaast krijgen de lopers tips over bewust eten en drinken en besteden we dit jaar extra veel aandacht aan blessurepreventie. Een goede warming-up en cooling-down spelen daarbij een belangrijke rol”, licht Aris toe. Naast de groepstraining op zaterdag is het de bedoeling dat deelnemers doordeweeks nog een extra rondje lopen, de zogeheten huiswerktraining. Daarvoor is een speciale app beschikbaar, ingesproken door vocal running coach Renate Wennemars.

Start to Finish

Start to Run wordt op 140 plekken in Nederland gegeven en geldt als officieus startschot van het hardloopseizoen. Einddoel is de zogeheten Start to Finish: in week zeven tenminste 25 minuten achtereen kunnen hardlopen. “Maar liefst 92 procent van de deelnemers slaagt voor dat doel”, zegt Aris. “Maar nog veel belangrijker: ze hebben hiermee een goede basis gelegd voor een hardloopseizoen zonder blessures of motivatieproblemen.”