AV Pijnenburg investeert fors in opleiding trainers

Geplaatst op Donderdag, 25 april 2013
AV Pijnenburg investeert fors in opleiding trainers

Atletiekvereniging Pijnenburg investeert al jaren flink in het opleiden van hun trainers. Recent werd gestart met een opleiding tot assistent looptrainer (ALT niveau 2). Een betrekkelijk nieuw, maar succesvol concept, want hierdoor beschikt de vereniging nu over extra hulptrainers. De Atletiekunie gaf de nodige ondersteuning. Een verslag van een ondernemende vereniging, die het heft in eigen handen neemt.

Woensdagavond bij AV Pijnenburg te Soest. Tientallen recreantleden stromen toe. Mutsen op, handschoenen aan, want het is nog steeds erg fris voor de tijd van het jaar. Daar staat tegenover dat het een uurtje langer licht is en de baan eindelijk verruild kan worden voor een training in de vrije natuur. De trainers en assistent-trainers zijn herkenbaar aan een fluoriserend geel jack met daarop het woord ‘trainer\'. Pijnenburg is met 838 leden een vrij grote vereniging met naar verhouding veel recreatieve lopers (618). Er zijn dan ook vijftig recreanttrainers actief bij de vereniging.

Aanpak
Hoe zorgt AV Pijnenburg voor voldoende (hulp)trainers? Marlon van Zal is als opleidingscoördinator nauw betrokken bij de vereniging. Zelf heeft ze de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Amsterdam gevolgd en is ze werkzaam als beleidsmedewerker sport bij de gemeente. Van Zal weet als geen ander dat het werven en trainen van nieuwe (hulp)trainers een continue proces is. Zeker bij een club als Pijnenburg, waar het bestand aan recreatieve trainers uit relatief oudere vrijwilligers bestaat, die ook wel eens geblesseerd raken of om andere redenen moeten afhaken. Van Zal: ‘Vanaf 2009 hebben we in samenwerking met de Atletiekunie elk jaar een nieuwe lichting trainers afgeleverd. In 2010 en 2011 leidden we in samenwerking met de Atletiekunie looptrainers niveau twee (LT2) en looptrainers niveau drie (LT3) op. We hadden daarbij veel geluk dat we in 2009 eerst tien praktijkbegeleiders hadden opgeleid. Die waren hard nodig voor onze cursisten die daarna de opleidingen trainer niveau twee en drie volgden. Toen we in 2012 alles hadden afgerond, werden de opleidingen door de Atletiekunie herzien. Dit maakte het voor ons mogelijk om intern een cursus voor assistent looptrainer (ALT2), trainingsniveau 2, te organiseren. Dit was precies zoals wij het voor ogen hadden: laagdrempelig en toegankelijk. Deze hulptrainers helpen de looptrainers met hun werkzaamheden voor, tijdens en na de training. Zoals materiaal klaar zetten, helpen bij het oversteken, extra ogen en oren in de groep.\'

Flyer
‘Aan de daadwerkelijke start van de cursus, die ik samen met collega-trainer Marieke Geerlings geef, is het nodige vooraf gegaan. Zo maakten we eerst in de Trainerscommissie een uitgebreide planning, waarin we van week tot week beschreven wat er te gebeuren stond: van het opstellen van de cursusinhoud tot het werven van cursisten toe. De uitgebreide toolkit die we van de Atletiekunie ontvingen, vormde een goede hulp bij de voorbereidingen, zoals bij het opstellen van een flyer. Het zou een goed idee zijn om standaard publicatiemateriaal aan de toolkit toe te voegen. In die flyer probeerden we zo duidelijk mogelijk te beschrijven wat de opleiding inhield en welk niveau het betrof. We vertelden nadrukkelijk dat de cursus niet opleidt tot zelfstandig trainerschap, maar dat het om een functie als hulptrainer ging. Ook specificeerden we de doelgroep en beschreven we kort de inhoud van de verschillende workshops. Uiteindelijk vonden we zes geschikte deelnemers. Met ieder van hen hielden we een intakegesprek en er was een gezamenlijke informatiebijeenkomst na de zaterdagtraining. Dat vergemakkelijkte het zoeken. Zo kom je er achter of de verwachtingen van een cursist reëel zijn en hoe gemotiveerd een deelnemer is.\'

Cursus
‘De cursus bestond uit een viertal workshops van ongeveer twee uur per keer. Daarnaast observeerden de deelnemers tweemaal een training en assisteerden ze ook tweemaal bij een training. De cursus werd afgerond met een eindgesprek. Inhoudelijk kwamen de volgende vragen aan bod: Wat houdt loopsport in? Wat is een goede training? Hoe leiding te geven aan een groep? En tot slot kijken de deelnemers terug op de cursus en worden de leerervaringen tegen het licht gehouden. Deze onderdelen worden allemaal beschreven in de toolkit van de Atletiekunie. Maar het was fijn dat we ook de vrijheid hadden om wat zaken toe te voegen en weg te laten. Zo wijdde de toolkit een hele workshop aan wedstrijdatletiek, terwijl wij voornamelijk recreatieve lopers trainen. Bij ons kwam dat overigens ook wel aan bod. We gaven de huiswerkopdracht om een trainer mee te helpen met de clubkampioenschappen. Daarnaast voegden we ook een praktijkoefening toe, waarin we de cursisten de lopers nog eens extra lieten observeren. Die extra praktijkopdrachten vinden we belangrijk omdat de leerstof dan ook beter blijft hangen\'.

Evaluatie
‘Wel zou ik verenigingen die ook een dergelijke opleiding willen starten, aanraden om dit niet in de winter te doen. Wij stonden vaak in de ijzige kou naast de baan. Voor het geven van feedback moesten we eerst de kantine weer in. Dat komt het overbrengen van de leerstof niet ten goede. Verder zou het goed zijn om de opleiding niet alleen zelf, maar ook samen met de Atletiekunie te evalueren, zodat opleidingen in de toekomst nog beter aansluiten bij de behoefte van cursisten en de opleiders\'.


Atletiekunie enthousiast
Medewerker opleidingen Annelies Bolk van de Atletiekunie zegt dat de Atletiekunie heel enthousiast is over het initiatief van AV Pijnenburg. ‘De vereniging maakt goed gebruik van de toolkit, maar vaart tegelijkertijd ook haar eigen koers. De leden krijgen door het wervingsmateriaal en het intakegesprek een goed beeld van de inhoud van de cursus. In de rest van Nederland gaat het ook goed. We zijn vorig voorjaar gestart en hebben sindsdien al zo\'n 760 assistent trainers opgeleid. We willen daarom graag op dezelfde voet doorgaan en ook in 2013 veel leden de kans geven het assistent-trainerschap op zich te nemen. En het zou natuurlijk helemaal mooi zijn als een flink deel van deze mensen een vervolgopleiding bij de Atletiekunie wil gaan doen\', aldus Bolk.

Tekst en foto\'s: Mariëtte Zeedijk