Atletiekcafé (De Keien Uden)

Geplaatst op Donderdag, 1 januari 2015
Atletiekcafé (De Keien Uden)

De meeste atletiekverenigingen kennen diverse geledingen. Hoe zorg je voor binding? Wanneer breng je de veelal grote groepen recreatieve lopers, de vele jeugdleden en de wedstrijdatleten op de baan met elkaar in contact. De Udense vereniging De Keien slaagt daar onder andere in bij het jaarlijkse Atletiekcafé. Ook dit jaar verleende een aantal topatleten hun medewerking daaraan: Nadine Broersen, Khalid Choukoud en via Skype Susan Kuijken.
Het directe contact tussen de “gewone” verenigingsleden en enkele topatleten blijkt de grote kracht van het Atletiekcafé. De Keien organiseerde dat kort voor Kerst voor de derde keer. De vereniging wist er in voorgaande jaren zo’n vijfenzeventig tot honderd leden mee naar het paviljoen – zoals hier het clubhuis is genoemd – te trekken, zo vertelt voorzitter Jos van Schijndel. Ook de derde editie werd weer goed bezocht.

‘Khalid, waarom kun jij zo snel lopen?’

De vraag van een van de jongste aanwezigen in het paviljoen van De Keien aan de Udense Sportlaan is veelzeggend. De man op het podium wekt bewondering met zijn prestaties bij het crossen, op de weg en sinds 2014 ook op de marathon. Voorzitter Tjerry van Schijndel, tevens de presentator van deze avond, heeft dat al onderstreept.
Khalid Choukoud buigt zich voorover naar zijn kleine fan en heeft een even simpel als helder antwoord: ‘Daar moet je heel hard voor trainen en dat moet je jaren vol kunnen houden.’ Waarop zich een korte discussie ontspint over voor- en nadelen van vroegtijdige specialisatie.
Een van de volwassenen in de zaal krijgt een al even eenvoudig antwoord, als hij wil weten hoe Choukoud de stap van een marathon in 2.10 naar het Nederlands record wil maken. ‘Gewoon per kilometer een paar seconden sneller lopen. Dat lukt me niet in één keer. Kamiel Maase liep zijn record ook pas in zijn vijfde marathon. Maar dat is natuurlijk wel het doel.’

Direct contact

Het directe contact tussen de “gewone” verenigingsleden en enkele topatleten blijkt de grote kracht van het Atletiekcafé. De Keien organiseerde dat kort voor Kerst voor de derde keer. De vereniging wist er in voorgaande jaren zo’n vijfenzeventig tot honderd leden mee naar het paviljoen – zoals hier het clubhuis is genoemd – te trekken, zo vertelt voorzitter Van Schijndel. Ook de derde editie werd weer goed bezocht.
‘Als je een bloeiende vereniging wilt hebben, moet je allerlei nevenactiviteiten organiseren’, zegt hij. ‘We organiseren bijvoorbeeld clinics en informatieavonden over voeding of kleding. Maar we vinden het ook belangrijk om de breedtesport in contact te brengen met de topsport. December is een mooi moment om terug te blikken op het voorbije jaar en vooruit te kijken.’
‘En we grijpen zo’n bijeenkomst aan om speciale aandacht te besteden aan mensen binnen en rond onze vereniging. Deze avond was daarom ook een gelegenheid om nog eens stil te staan bij het overlijden van Has van Cuijk, die deze zomer is overleden en hier lange tijd training heeft gegeven.’

Eigen toppers

De eigen toppers van de vereniging – onder meer Marlin van Hal en Irene van Lieshout - waren op het podium vertegenwoordigd door hoogspringer Robert Bervoets, die in 2014 indoor en outdoor een zilveren medaille won bij de NK – achter Douwe Amels. Bervoets kreeg de gelegenheid uit te leggen hoe hij bij zijn zoektocht naar een nieuwe coach terechtkwam bij Rini van Leeuwen en waarom hij iedere zondag de lange autorit naar Zoetermeer maakt om daar te trainen. Hij vertelde over de veranderingen die hij heeft doorgevoerd in zijn techniek.
Maar hij maakte ook gebruik van de gelegenheid om al te grootse verwachtingen – die er wellicht binnen zijn vereniging leven - de kop in te drukken. Nee, hij traint niet om in 2016 al naar de Spelen te gaan. Het EK voor neo-senioren in 2015 is een eerste doel en wellicht zijn de EK in Amsterdam een jaar later wel haalbaar. ‘Dan kunnen jullie allemaal komen kijken’, zo toonde hij zich een goed ambassadeur van het grote atletiekevenement dat Nederland staat te wachten.

“Publiekstrekker”

Nadine Broersen was zeker ook een “publiekstrekker” in Uden. Ze was er in het verleden al als deelnemer aan de Keien Meeting. Dat evenement zal voorlopig niet terugkeren, zegt voorzitter Van Schijndel. ‘We willen bij onze vereniging eerst zorgen voor een goed evenwicht tussen breedte en top’.
De Keien-leden luisterden aandachtig naar het verhaal van Broersen over de manier waarop ze het grote succes van de WK-titel op de vijfkamp heeft verwerkt. Ook benadrukte ze haar blijdschap met de zilveren medaille bij de EK in Zürich. Leerzaam waren haar ervaringen met de tweedaagse zevenkamp en de noodzaak om gedurende langere tijd de focus vast te houden, ook als een van de onderdelen minder goed gaat dan verwacht mocht worden.
Haar eerste Olympische Spelen in Londen noemde ze een ‘onbeschrijfelijke ervaring’. ‘Toen was meedoen misschien belangrijker dan de prestatie zelf’, zo keek te terug. In Rio zal dat anders zijn. ‘Toch is voor mij de weg naar de Spelen bijna belangrijker dan die wedstrijd. Ik wil niet twee jaar lang alleen maar met Rio bezig zijn, maar ook genieten van alle trainingen en andere wedstrijden. Als ik tijdens de Spelen ziek of geblesseerd zou zijn, wil ik niet dat alles daarmee verknald is.’

Has van Cuijk

Het Atletiekcafé stond ook in het teken Has van Cuijk, die op 4 augustus overleed. Hij was jarenlang trainer bij De Keien en eind vorige eeuw ook bondscoach van de Atletiekunie. Daarna stichtte hij in Nijmegen het Seven Hills Running Team, waar hij onder meer Susan Kuijken begeleidde. Kuijken werd – kort na het overlijden van haar oud-coach, derde bij de EK in Zürich op de 5000 meter en voelde zich tijdens die race op een bijzondere manier geïnspireerd door Van Cuijk.
‘De beste trainer ooit’, zei Kuijken in een gesprek met Skype vanuit Melbourne. ‘Has was iemand die er niet op uit was zijn atleten meteen op het hoogste podium te krijgen, maar koos voor de geleidelijkheid. Daarom kan ik nog steeds met veel plezier mijn sport bedrijven. Hij was ook geen man die voor zichzelf succes zocht.’
Marcel Versteeg onderstreepte die woorden. Hij trainde bij Van Cuijk, die hem begeleidde naar zijn belangrijkste successen op de 1500 en 5000 meter. Op die laatste afstand was hij finalist bij de Spelen van Barcelona. ‘Een rustige man en een trainer in wie ik honderd procent vertrouwen had’, aldus Versteeg.

Tekst: Cors van den Brink