Het effect van de vernieuwde jeugdvisie

Geplaatst op Donderdag, 12 november 2015
Het effect van de vernieuwde jeugdvisie

Eind 2013 introduceerde de Atletiekunie een vernieuwde jeugdvisie voor de pupillen. De bond wilde dat plezier in de atletiek bij de jongste jeugd voorop zou staan. Achterliggende doelstellingen waren ook om de wedstrijdparticipatie bij de pupillen omhoog te krikken en de negatieve trend in de ledengroei om te buigen in een positieve. Uitvloeisel van de vernieuwde jeugdvisie was Athletics Champs, een nieuwe wedstrijdvorm bij de pupillen. Twee jaar na de invoering van de vernieuwde visie is er een lichte ledengroei waarneembaar bij de pupillen, maar Dorien van der Burg - projectleider jeugdatletiek bij de Atletiekunie - durft dat nog niet toe te schrijven aan de vernieuwde visie.

Voor 2013 was er nauwelijks sprake van een echte jeugdvisie bij de Atletiekunie. “We hadden wel een filosofie, maar dat was heel algemeen opgesteld op anderhalf A4-tje”, vertelt Van der Burg. “We hebben in 2013 een echte visie ontwikkeld gebaseerd op het Canadese Long Term Athlete Development (LTAD)-model. Het is een visie waarin we met kaders aangeven hoe we invulling willen geven aan de jeugdatletiek bij verenigingen. Op basis van die nieuwe visie zijn we met bepaalde projecten gestopt en hebben we andere projecten juist doorontwikkeld.”

Leeftijdsspecifiek

Basis achter het LTAD is de gedachte dat bij kinderen de basis wordt gelegd voor een leven lang sporten. “Het model is opgebouwd in leeftijdsfasen”, aldus Van der Burg. “Die leeftijdsfasen zijn uitgewerkt op een kaart. Hierop staat wat de inhoud is van trainingen, wat over het algemeen de ontwikkeling is van de kinderen in deze leeftijdsfase en op welke manier je ze het beste kan benaderen. Dat biedt voor trainers praktische handvatten. Als Atletiekunie ondersteunen we de verenigingen met de invulling ervan. Daarin zit voor ons de grootste uitdaging. Op dit moment werken we bijvoorbeeld aan een video om die theoretische visie ook praktisch in beeld te brengen.”

"Activiteiten moeten altijd voldoen aan de ambitie om ‘hoger, sneller en verder’ te komen"

De bond heeft in de jeugdvisie ook vastgelegd dat de aangeboden activiteiten ‘atletiekecht’ moeten zijn. Wat bedoelt de Atletiekunie daarmee? Van der Burg: “Het moet altijd voldoen aan de ambitie om ‘hoger, sneller en verder’ te komen. In het project Fun & Athletics zaten bijvoorbeeld onderdelen die dat niet in zich hadden. Verspringen uit stand bijvoorbeeld, is niet voldoende atletiekecht, zonder aanloop en de beweging sluit het niet voldoende aan.” In de nieuwe visie staat impliciet leren voorop: “We willen de onderdelen graag aanbieden op een manier waardoor de kinderen de techniek automatisch goed aanleren. Kinderen vinden het moeilijk als je concrete technische aanwijzingen geeft, maar als je een oefening geeft waarbij ze een dergelijke beweging automatisch moeten maken om het goed te doen, pikken ze het toch op.”

Athletics Champs

Athletics Champs is het belangrijkste concrete project waarin de Atletiekunie de nieuwe jeugdvisie laat zien. De Atletiekunie wil met dat programma de wedstrijdvorm van de pupillenatletiek hervormen. Daarin staan vijf uitgangspunten centraal. Naast 'atletiekecht' zijn dat 'succesbeleving', 'teamgevoel', 'veelzijdig' en 'intensief'. Kinderen hoeven bij Athletics Champs niet meer zo lang te wachten voor zij aan de beurt zijn voor een onderdeel.

“Een voorbeeld is de manier waarop het hoogspringen is ingericht”, aldus Van der Burg: “In plaats van iedere ronde een hogere lat en eliminatie na drie foutsprongen, kan de lat nu bij ieder kind op een andere hoogte worden gelegd. Als een kind het niet haalt, kan de lat ook weer omlaag. Succesbeleving is voor kinderen heel belangrijk. Bovendien is niet de individuele prestatie van het kind het belangrijkste, maar ook de teamprestatie waar alle kinderen hun bijdrage aan hebben geleverd. Daarnaast is veel bewegen en plezier hebben in atletiek belangrijk.

Hoewel de Atletiekunie Athletics Champs het liefst als norm bij alle clubs terugziet, is het nog altijd niet gelukt om alle verenigingen te overtuigen. “Het is een gevoelig onderwerp”, zegt Van der Burg. “Met name in het westen van het land hebben de verenigingen er nog moeite mee. Vanaf volgend jaar gaan we de competitie coördineren en trekken we het meer naar ons toe. Maar uiteindelijk kunnen wij de verenigingen niet dwingen mee te doen als ze echt niet willen.”

“In Friesland zijn we vier jaar geleden gestart met Athletics Champs en daar zien we een enorme toename in wedstrijddeelname"

Van der Burg constateert wel dat de doelstelling om tot een hogere wedstrijdparticipatie te komen bij de pupillen lijkt te slagen. “In Friesland zijn we vier jaar geleden gestart met Athletics Champs en daar zien we een enorme toename in wedstrijddeelname. Ik hoor ook wel van ouders dat wedstrijden veel toegankelijker zijn omdat de scherpte van de prestatie er een beetje af is gehaald.”

Meer wedstrijdparticipatie

Heeft de nieuwe visie ook al geleid tot ledengroei bij de jeugd? Van der Burg heeft cijfers, maar of er verband is met de nieuwe jeugdvisie is lastig te bepalen. Zowel bij de pupillen als bij de junioren is de uitstroom van leden in de afgelopen jaren met zo’n 2 à 3 procent teruggelopen. Clubs lijken dus iets beter in staat leden vast te houden, maar de trend is al ingezet voordat de nieuwe jeugdvisie was bedacht. Opvallend is wel dat de ledentallen bij de pupillen groeien. Dit kan echter net zo goed te maken hebben met de successen van Dafne Schippers als met de nieuwe jeugdvisie.

Tegenover de ledengroei bij de pupillen staat een iets achtergebleven groei bij de junioren. Niet voor niets is de volgende ambitie van de Atletiekunie om de nieuwe jeugdvisie ook bij de junioren te laten doorwerken. Van der Burg: “We willen een doorlopende leerlijn en daarbij moeten we goed kijken naar de overgang van pupillen naar junioren, die nu nog erg groot is.” Hoe die veranderingen bij de junioren eruit komen te zien, kan zij nog niet precies zeggen, maar bij de junioren zal de sport altijd minder speels en serieuzer zijn dan bij de pupillen.

Meer informatie?

Lees onze Visie op jeugdatletiek

Bron: Sport Knowhow XL
Auteur: Leo Aquina