Harm Bos gaat nog lekker door

Geplaatst op Maandag, 1 september 2014
Harm Bos gaat nog lekker door

Hij is er elke dag wel een uurtje of wat. 'Ik ben de eerste die komt, de laatste die gaat. Dan loop ik nog even door de kleedkamers en kijk wat er achterblijft en zo.' Harm Bos (72) is de materiaalman bij av NOP Emmeloord, het manusje-van-alles. Met zijn kleine trekker maait hij in de zomer het gras, in de herfst veegt hij de bladeren van de baan. Zo is er is altijd wel wat te doen.

Nee, de Bosbaan in Emmeloord is niet zijn thuis. Zo ver wil Harm Bos niet gaan. Thuis is thuis. Daar ook heeft hij zijn veertig parkieten, zijn andere grote hobby. 'Maar ze vragen me wel eens of ik mijn bed hier bij NOP heb staan.'

Die grap is er een uit waardering voor zijn inzet. Daarom ook ontving hij oktober vorig jaar de speciale 'waarderingsspeld' van de Atletiekunie. Daarom ook ontving hij heel veel kaarten van NOP'ers toen hij met kerstmis ineens in het ziekenhuis belandde. 'Hersenbloeding, met suikerziekte erbij. En mijn linkeroog was helemaal weg. Daarmee zit ik nu nog te knoeien. Ik mag nog niet autorijden en doe nu alles op het fietsje. Gelukkig woon ik maar twee kilometer van de baan. Dat is niet zo ver fietsen en nog gezond ook.'

Er was - een half jaar geleden - een tijdje dat hij dus niet dagelijks op de baan was te vinden. 'Nou, veertien dagen. Ik heb een goede week in het ziekenhuis gelegen. Toen ik weer thuis was hadden we hier net de cross voor de scholen. Dan wil je toch even gaan kijken. Ik heb verder niks gedaan, hoor.'

Erg lekker had hij zich nog niet gevoeld. 'Maar ik wilde graag. We hebben even gekeken tot het allemaal afgelopen was met die scholen en zijn in de kantine wat gaan napraten zoals we dat altijd doen.' Voor Harm Bos zijn dat momenten om te koesteren. 'Op maandag hebben we klusjesdag. Dan gaan we eerst wat kletsen en koffie drinken en dan bedenken we wat we moeten doen. Met z'n drieën. Met Albert, maar die werkt nog en kan dus niet altijd. En met Jacob, hij kan goed lassen. Ik kan wel een eitje bakken, maar niet lassen. Jacob kan alles, daar ben ik hartstikke blij mee. Het is altijd gezellig, dat is vanzelf.'

Dertien jaar doet hij dat nu al zo. Hoe hij er ooit bij is gekomen? 'Dat is een droevig verhaal,' zegt Harm Bos. 'Die meneer die het voor mij deed, Harm Mulder, die hielp ik wel eens. Want er zijn hier altijd dingen die je nooit alleen kunt. Wat ben ik blij dat je in de vut kan, zei hij. Wat dan? Nou, dan kun je me helpen. We deden we ook samen in een groepje aan hardlopen. Nou ja, voor ons was het hardlopen, zeg maar. Hij was ook al wat ouder. Hier op de baan, bij die zandbakken, zakte hij zo in elkaar. Hartstilstand. Ja, toen zaten ze. Ik heb de sleutels toen gekregen.'

Harm Bos is een Fries. Geboren in Oosterzee, een handvol kilometers van Lemmer vandaan. Op z'n zestiende jaar ging hij daar werken in de melkfabriek. 'Daarna ben ik in de aardappelen terecht gekomen. Daar heb ik mijn hele leven in gezeten. Alles op het land. Ik ben altijd in de frisse lucht geweest. Ook nu dus nog, maar dan als hobby. Ik heb nooit binnen gewerkt. Alleen in de winter als je aardappelen moest sorteren, weet je wel. Dan waren we wel binnen.'

Lange dagen arbeid, vaak op de knieën tussen de pootaardappelen. Soms, als hij echt te moe was, ging hij niet. Maar vaak ging hij 's avonds dan nog sporten. Schaatsen, wielrennen, zeilen. Ook de Elfstedentocht? 'Nee, nee. Dan moest je lid zijn van de vereniging. En dat waren we niet. Ik heb de tocht wel vijftien keer gedaan, maar dan op de fiets. Maar dat is niet hetzelfde. Schaatsen en fietsen is heel anders. We waren wel fanatieke schaatsers, hoor. We maakten vaak tochten. Van Lemmer naar Enkhuizen bijvoorbeeld, het IJsselmeer over dus.'

Later was hij lid van de wielerclub in Emmeloord. 'Dat stopte altijd in november. Je moet eens meekomen naar NOP, zeiden die jongens. Gingen we hardlopen om 's winters ook wat te doen te hebben. Nou, zo rol je ook daar weer in. Ik loop zelf nog drie keer in de week. Ja, wandelen dan. Met hardlopen hou ik ze niet meer bij. Met die fietsclub ga ik niet meer mee want dat gaat veel te gek, met die wielrenners. Wandelen is ook prachtig. Gezelligheid, daar gaat om.'

Een leven lang sport. En altijd in de frisse lucht, ook nu nog als materiaalman bij NOP. 'Dat is het mooiste wat je eigenlijk meemaakt. Echt waar. Met de schooljeugd en zo. Prachtig, die wedstrijdjes. Dan zet ik alle spullen de avond ervoor vast op de kar achter de trekker en zet dat dan de volgende dag klaar allemaal. Dat hoort bij mijn werk. Met kinderen is het 't mooist. Dan vragen ze of ik de baas ben. Dan zeg ik maar 'ja'. Dan loop je een paar keer rond, kijk hoe alles gaat. Mooi om te zien hoe de kinderen zich dan uitleven. Ik ben alleen thuis en zo blijf je onder de mensen. Die klusjes, hartstikke leuk. Met elkaar, dat is mooi.'

Op zijn manier heeft hij genoten van de EK in Zürich. ('Dat zij zo snel liep, dat heb ik allemaal gezien. Dat kon ik vroeger ook zo...'). Harm Bos heeft voor de buis vooral gelet op het materiaal, op de dingen die anders zijn dan op de Bosbaan in Emmeloord. 'Ik let veel op die dingen, daar leer ik van. Ik ben een keer op een andere baan geweest, al weet ik het plekje nu even niet meer. En een keer in Heerenveen. Verder ben ik nooit op een andere atletiekbaan geweest. Dit is mijn vaste plekkie.'

Een plekkie waar hij nog jaren hoopt te zijn. 'Nou, een paar jaar nog. Er zijn wel eens tijden dat ik denk, dat het goed is zo. Het afgelopen halfjaar, ja vanzelf. Ik heb die zes plankjes al geteld, zo erg was het wel. Ik was thuis opgestaan en naar het toilet gegaan. Ik zag ineens twee wc-potten. Ik ben met de auto naar de baan hier gereden, de bekende weg. Op maandag is hier ook altijd een schoonmaakploeg. Wat kijk je raar, zeiden ze. Ja, zei ik, ik zie alles dubbel. Ze hebben me meteen bij de kraag gepakt. Voor ik het wist lag ik in Sneek in het ziekenhuis, direct een paar van die grote slangen in mijn neus. Ik had nog nooit een ziekenhuis van binnen gezien, nooit wat gemankeerd... Dan schrik je wel even.'

In de afgelopen maanden onderging hij ook nog twee staaroperaties. Harm Bos draagt nu een bril, voor het eerst in z'n leven. Niet niks, alles bij elkaar. Maar stoppen? Hij vertelt over de jaarlijkse huttenbouw in de zomervakantie, als de kinderen ook een middag spelletjes komen doen op de atletiekbaan. Hij had vorig jaar als altijd alles klaargezet en de waterbak van de steeplechase weer vol laten lopen. Plotseling lag hij lang uit in het water... Die plagende kinderen wil hij niet zomaar missen.

'Zoals ik nu ben, ga ik nog lekker door,' zegt Harm Bos dan ook. 'Ik kan natuurlijk ook nee zeggen. Maar nee, dat staat niet in ons woordenboek.'

Tekst en foto: Pim van Esschoten