Dopingonderzoek Vroemen duurt langer
De Dopingautoriteit geeft in een persbericht aan dat het dopingonderzoek rondom Simon Vroemen meer tijd in beslag neemt dan eerst gepland.
Het persbericht:
'Naar aanleiding van berichten in de media en informatie die de Dopingautoriteit rechtstreeks ontving, is de Dopingautoriteit op 25 juli 2008 een onderzoek gestart naar mogelijke dopingovertredingen, begaan tijdens of na de EK Atletiek 2006, gehouden in Göteborg. De Dopingautoriteit heeft besloten dit onderzoek nog langere tijd voort te zetten, omdat de beantwoording van een aantal belangrijke vragen dit nodig maakt.
Nadat steeple Simon Vroemen op 11 juli 2008 in een kranteninterview bekend maakte dat hij positief bevonden was op de dopinggeduide stof Metandiënon, kwam informatie vrij over een mogelijke dopingovertreding die Vroemen al in 2006 tijdens de EK Atletiek in Göteborg begaan zou hebben, meer in het bijzonder het vermoeden dat Vroemen in Göteborg gebruik heeft gemaakt van een ongeoorloofd infuus. In samenhang daarmee kwam bovendien informatie beschikbaar die erop zou kunnen wijzen dat een of meer functionarissen van de Atletiekunie daarvan al geruime tijd op de hoogte waren. Naast publicaties in de krant en op internet ontving de Dopingautoriteit ook rechtstreekse informatie over beide verdenkingen, alsmede een Feitenrelaas van het bestuur van de Atletiekunie.
Op basis van al deze informatie is de Dopingautoriteit op 25 juli een onderzoek gestart. Doel van het onderzoek is het beantwoorden van de vraag of er tijdens of na de EK Göteborg sprake is geweest van een of meer overtredingen van het Dopingreglement en zo ja, of die overtredingen alsnog tuchtrechtelijk vervolgd moeten (kunnen) worden. De Dopingautoriteit verricht het onderzoek in overeenstemming met de bepalingen van de World Anti-Doping Code.
Inmiddels heeft de Dopingautoriteit een aantal Hoorzittingen georganiseerd waar getuigen verklaringen hebben afgelegd, en is daarnaast een aantal betrokkenen telefonisch gehoord. Bovendien is veel aanvullende schriftelijke informatie verzameld en is contact gezocht met personen en instanties in binnen- en buitenland die over aanvullende informatie (kunnen) beschikken.
Hoewel de Dopingautoriteit ernaar gestreefd heeft om het onderzoek vóór eind augustus af te ronden, is dit niet mogelijk gebleken. Met een aantal mogelijke getuigen kon nog niet gesproken worden (o.a. wegens hun verblijf in Beijing) en de analyse van de grote hoeveelheid gegevens vergt veel tijd. Ook zijn nog niet alle opgevraagde documenten aan de Dopingautoriteit overhandigd. Een aantal cruciale vragen is op dit moment dan ook nog niet (afdoende) beantwoord.
De Dopingautoriteit zet het onderzoek de komende tijd daarom voort. Een aantal betrokkenen zal (opnieuw) gehoord worden. Rapportage over het onderzoek en de resultaten zal naar de huidige verwachting mogelijk zijn in november 2008.'