Column: De ontvankelijkheid voor verandering
Voorzitteroverleg
Op dit moment hebben bijna alle voorjaarvoorzittersoverleggen plaatsgevonden. Dit is het moment dat verenigingbestuurders prangende vragen kunnen voorleggen aan de Atletiekunie of collegaverenigingen of dat regio’s specifieke regionale zaken aan de orde willen laten komen om gezamenlijk een standpunt in te nemen. Dat kan gaan over het gezamenlijk organiseren van cursussen en opleidingen of over een standpunt t.b.v. clubkledingsreglementen, enz. Dit is ook het moment dat de Atletiekunie de mogeljkheid biedt om de verenigingen te informeren van actuele ontwikkelingen binnen het bondskantoor. Het doet ons deugd dat het aantal verenigingen dat een bestuurder afvaardigt groeiende is en dat zelf steeds vaker verenigingen naast de voorzitter ook andere bestuursleden of coördinatoren, navenant de onderwerpen, naar de overleggen komen. De afvaardiging van verschillende bestuursleden met diverse portefeuilles zorgt ervoor dat de overleggen goed, constructief en vooral interactieve worden, waar veel onderwerpen met elkaar uitgewisseld worden. Dit heeft de Atletiekunie ook doen besluiten om vanaf het najaar de voorzittersoverleggen om te dopen naar regio-overleggen waar elke vereniging naar eigen inzicht één of twee bestuurders kan afvaardigen.
Rondje langs de verenigingen
Eén van de agendapunten is het terugkomende “Rondje langs de verenigingen”. De verenigingsbestuurder krijgt dan even de mogelijkheid om het wel en wee van zijn/haar vereniging te vertellen. Zowel positeve als negatieve ontwikkelingen worden op tafel gelegd, een positieve ontwikkeling, want hiermee zijn verenigingen bereid om andere verenigingen deelgenoot te laten zijn van hun succes en tegelijkertijd stelt men zich kwetsbaar op bij vervelende interne kwesties of ontwikkelingen. Het is enorm positief dat verenigingen bereid zijn om elkaar daarin te helpen of te adviseren, want de goede en slechte voorbeelden liggen allemaal bij jullie zelf op de bestuurderstafel. Het spreekwoordelijke wiel hoeft niet meer uitgevonden te worden, want de oplossingen van diverse thema’s liggen bij collega verenigingen. Want waarom heeft de ene verenigingen een groot tekort aan trainers en juryleden en de ander heeft er zojuist weer 24 trainers en 18 juryleden erbij gekregen. En waarom groeit de ene vereniging al vijf jaar achter elkaar en de andere vereniging is blij als het teruglopende ledenaantal stagneert. Natuurlijk werkt niet altijd alles wat bij een collegavereniging juist enorm succesvol is, maar als vereniging zijn jullie altijd in staat om de juiste positieve voorbeelden om te buigen wat binnen jullie eigen vereniging werkbaar kan zijn.
Trainers en juryleden werven
Tijdens de voorzittersbijeenkomsten is het werven van trainers en juryleden een veelvoorkomende uitdaging voor de vereniging. Of het nu is dat de plaatselijke JUMBO €2,50 meer betaalt per uur voor jonge potentiële trainers of omdat het kennisniveau van ouders voor jurytaken ondermaats is, allemaal uitdagingen die elke vereniging heeft om aan te gaan. Ook voor de Atletiekunie is dit een uitdaging en hier kunnen wij alleen op anticiperen wanneer verenigingen meedenken en mogelijke oplossing aandragen, want goede voorbeelden zijn er voldoende. Tijdens de afgelopen bijeenkomsten werd mij eens te meer duidelijk dat jullie zelf veel oplossingen hebben voor de bovenstaande vragen. Zo organiseert AVA’70 jaarlijks een trainingsclinc voor nieuwe potentiële trainers met een eigen programma. Hier heeft men vijftien trainers aan overgehouden waarvan er acht door zijn gegaan met trainerscursus niveau drie. AV Start’78 organiseert jaarlijks een ouder-kind dag om ouders kennis te laten maken met de regels van atletiek, maar ook te laten ervaren wat atletiek daadwerkelijk inhoudt. Aangezien er meer jongeren atletiek beoefenen dan 30 jaar geleden, betekent dit dat veel ouders van de jongeren van tegenwoordig nog nooit op een atletiekbaan heben gestaan, laat staan ervaren. Neem deze nieuwe potentiële ouders mee aan de hand door het land van atletiek en jullie zullen zien dat dit veel meer vrijwilligers op gaat leveren. Dit zijn slechts enkele goede voorbeelden, maar er zijn er veel meer die tijdens de voorzittersbijeenkomsten besproken zijn.
Meer 100-jarige verenigingen dan commerciële bedrijven
Ondanks de vele uitdagingen die jullie als verenigingsbestuurder op jullie bestuurstafel krijgen, zijn verenigingen al jaren bij machte om altijd weer een gepaste oplossing te vinden. Al sinds de jaren ’90 wordt er gesproken over het einde van de unieke Nederlandse verenigingsstructuur. Maatschappelijke ontwikkelingen zoals individualisering, informatisering en commercialisering zouden de verenigingsstructuur in gevaar brengen. Nu 25 jaar later blijkt dat de verenigingsstructuur nog steeds bestaat. Landelijk wordt het aantal verenigingen minder maar het aantal atletiek- en loopverenigingen groeit nog steeds. De vraag is dan ook waardoor dit komt, waarom houden verenigingen op met bestaan en waarom groeit aan de andere kant het aantal verenigingen? Een eenduidig antwoord is lastig te vinden, maar wat wel duidelijk herkenbaar is, en dat zullen alle bestuursleden kunnen beamen, is dat het verenigingsleven verandert! De wensen en behoeften van leden worden dusdanig beïnvloed door alle maatschappelijke ontwikkelingen dat verenigingen gedwongen worden om hier op in te spelen. Dit vraagt een open, transparante en constructieve houding van bestuursleden. Al meer dan 100 jaar hebben verenigingen en hun verenigingsbestuursleden laten zien dat zij in staat zijn om mee te bewegen met alle maatschappelijke ontwikkelingen in en rondom de vereniging. Juist de vereniging die in staat is in te spelen op al deze ontwikkelingen, zoals het creëren van nieuw sportaanbod bijvoorbeeld een survivalgroep of bedrijfsloopgroep, of het het inzetten van betaald kader, of welk ander thema dan ook, zou zich moeten vragen welke kansen dit biedt voor hun eigen vereniging. Als de huidige tijdsgeest een verwachtingspartoon van de vereniging heeft en het bestuur kan daar op in spelen, dan zal de vereniging haar voortbestaan behouden.
Al meer dan 100 jaar weten verenigingen het al, het is niet de meest sterke en ook niet de meest intelligente die weet te overleven maar de vereniging die het meest ontvankelijk is voor verandering.
Met deze boodschap wil ik alle verenigingsbestuurders, mede namens mijn collega accountmanagers, bedanken voor hun aanwezigheid en constructieve houding tijdens de voorzittersoverleggen en iedereen veel succes wensen met het inspelen op de veranderingen om ons heen.
Groeten Bob