AV Spado: Aangepast sporten - hoe werf ik mijn deelnemers?
Samenwerken met regionale partijen
AV Spado uit Bergen op Zoom heeft een G-groep van 25 deelnemers en 12 Frame Runners. Mooie aantallen. Toch gaat de vereniging verder met het promoten van hun aanbod. Jeroen Jonkers is hiervan de kartrekker: ‘Grotere groepen is natuurlijk fijn maar het gaat ons er allereerst om dat meer mensen het regionale aanbod van aangepast sporten kennen. Of ze nu gaan zwemmen of toch bij ons komen trainen, dat vind ik minder interessant.’ Dit nobele streven maakt de zoektocht van AV Spado naar deze deelnemers nog interessanter en succesvoller.
AV Spado neemt deel aan het begeleidingstraject Ready to Sport* dat onderdeel is van NOC*NSF en Rabobank Foundation. Het doel van dit initiatief is het aangepast sporten voor jongeren met een motorische beperking versterken.
‘Contact buurtsportcoaches structureel onderhouden’
Samenwerken met de buurtsportcoaches
AV Spado traint momenteel twee aangepast sporten groepen: mensen met een verstandelijke beperking en Frame Runners. Jeroen: ‘Zo’n zes jaar geleden konden twee van onze oudere leden uit de G-groep fysiek niet meer goed meekomen met de groep. We wilden deze leden iets anders bieden want ze waren sociaal en emotioneel aan de club gebonden. Dat was het begin van onze Frame Running groep.’ Samenwerken is zoals zo vaak ook hier de sleutel tot succes. Jeroen: ‘Om de doelgroep te bereiken werken we volop samen met regionale partijen zoals de buurtsportcoaches. Die hebben contact met alle regionale zorgverleners zoals de zorginstellingen, ziekenhuizen, fysiotherapeuten, revalidatiecentra en ook bijvoorbeeld de huisartsen. Ze zijn het overkoepelende aanspreekpunt zodat niet elke vereniging deze contacten zelf hoeft te leggen. De buurtsportcoaches zijn ook gekoppeld aan de gemeente: ze weten dus eerder welke ontwikkelingen en initiatieven er zijn. Eén van de dingen die we ervaarden tijdens het Ready to Sport traject is dat je contacten met bijvoorbeeld de buurtsportcoach structureel moet onderhouden. Al is het maar omdat er geregeld een wisseling van de wacht is. Zorg dat deze medewerkers je vereniging en aanbod kennen, en het ook letterlijk zien. Dus ga zelf bij ze langs en nodig ze uit bij trainingen.
‘Verenig je, dan kom je ergens aan tafel’
Fotograaf: Jos van de Reep
Samenwerken met sportverenigingen
‘In de zoektocht naar deze doelgroepen is het goed om niet alleen naar atletiek te kijken, probeer samen te werken met andere sportverenigingen. Zij lopen waarschijnlijk tegen dezelfde uitdagingen aan zoals het contact leggen en onderhouden met begeleiders, zorginstellingen en vervoerders. Leer van elkaar, help elkaar en daarmee de doelgroep door naar elkaar te verwijzen. Het kan zijn dat atletiek om welke reden dan ook toch niet goed bij iemand past, maar bijvoorbeeld voetbal of zwemmen wel. Ga ook bij de groepen in de regio kijken zodat je elkaar en de sfeer kent. Jaren geleden hebben we met alle aanbieders van aangepast sporten in de regio een folder uitgebracht en deze uitgezet bij alle instellingen. We organiseerden ook samen met deze sportverenigingen een dag voor aangepast sporten met diverse clinics op één locatie. Dat soort dingen moet je juist samendoen, zodat je groter en dus zichtbaarder wordt voor potentiële leden. We merken ook dat je sneller ergens aan tafel komt als je je verenigt. Zo spraken we met de twee grootste zorginstellingen uit de regio, we zaten daar met tien clubs. Verenig je als sportverenigingen dan kom je ergens aan tafel. Overigens hebben ook dit soort contacten structureel aandacht nodig. Net zoals de media. Denk dus niet: we hebben toch al in het regionale krantje gestaan, nee dat moet je terugkerend een paar keer per jaar doen.’
Samenwerken over de grens
Jeroen: ‘In België hebben atletiekverenigingen natuurlijk ook een aangepast aanbod. En onze vereniging is soms dichterbij voor iemand die in België woont dan een club in eigen land. Zelf hanteren we een maximale reisafstand van circa 35 minuten. Als je dan een cirkel trekt, kom je ook bijvoorbeeld in Antwerpen uit.’ De samenwerking met deze verenigingen onderzoeken was dan ook één van de voorstellen van AV Spado voor het traject van NOC*NSF. Jeroen: ‘Ook al is een club feitelijk dichtbij, een landsgrens voelt anders en elk land kent andere systemen en regels. Het is dus een uitdaging maar samen met onze buurtsportcoaches gaan we die graag aan. Zij leggen met en voor ons de contacten met de Belgische atletiekbond en de lokale buurtsportcoaches. Door de Corona-tijd zitten we nog wel in de beginfase, de lessen van onze buur-collega’s en de echte samenwerkingen zullen nog volgen.’
Werven G-groep: lange adem en netwerken
Jeroen richtte 23 jaar geleden de G-groep bij AV Spado op. ‘Wil je atleten met een verstandelijke beperking werven, ga dan naar de zorginstellingen en de woonvoorzieningen. In het verleden hebben we daar veel aan PR gedaan. Naast kennismaken, informeren en informatie achterlaten geven we ook clinics op locatie. Dan nemen we wat speren of kogels mee en verzorgen daar een training. De doelgroep maakt kennis met de sport en wij maken kennis met de begeleiders in de hoop dat ze een keer met hun groep naar ons toe komen. Om deze doelgroep te werven, is wel een lange adem nodig. Wees ook regelmatig zichtbaar in de media en daarnaast moet je netwerk zijn werk doen.
Momenteel is het werven van jonge leden voor de G-groep een aandachtspunt. Rond 2003 is een groep van junioren gestart die inmiddels zijn doorgegroeid naar de seniorengroep. We zien nog weinig jonge aanwas. Datzelfde fenomeen geldt voor bijvoorbeeld het g-voetbalteam hier in de buurt, dat is wel vreemd. We onderzoeken nu of er wel vraag is naar een nieuwe juniorengroep. Hetzelfde geldt overigens ook voor de Frame Runners: dat zijn gemiddeld genomen twintigers. Van andere atletiekverenigingen horen we dat ze juist jonge groepen hebben. Er moeten dus ook jonge potentiële Frame Runners in onze regio zijn, lijkt me. Onlangs hebben we clinics gegeven voor de regionale Mytylschool en dit is gedeeld in de lokale media. Er hebben zich daarna alweer twee jonge Frame Runners aangemeld. Het WMO-loket is tot slot nog een ingang om deze groep te bereiken. Iedereen die een rolstoel nodig heeft, meldt zich hier. De medewerkers van dit loket kunnen aardig inschatten wie er in aanmerking komen voor Frame Running en wie niet. Ook hier is het weer zaak de medewerkers bewust te maken van je aanbod en deze contacten te onderhouden.’
*Het Ready to Sport programma is inmiddels afgelopen. Soortgelijke trajecten worden ook via het sportakkoord beschikbaar gesteld.