Van beter leren lopen tot topsport
Er komen prothesegebruikers van alle leeftijden en vanuit het gehele land naar Hoorn met in eerste instantie maar één doel: beter leren lopen met hun prothese. Frank maakt dan ook niet altijd en direct de overstap naar atletiek. ‘Komt er bijvoorbeeld een man van zestig jaar die beter wil leren lopen na een amputatie, dan beginnen we met oefenen met een dagelijkse prothese. Maar heeft iemand de fysieke kwaliteiten, dan zet ik er het liefst zo snel mogelijk een sportprothese (een blade, red.) onder. De atleten kunnen hier in principe aan alle onderdelen meedoen, zelfs oefenen met hordelopen kan. Maar ik probeer ze wel richting de onderdelen van de paralympische spelen te krijgen. Hoogspringen is bij de dames daar bijvoorbeeld geen onderdeel, maar wanneer iemand dat graag wil proberen dan doen we dat. Ik stuur dus wel een beetje maar luister vooral naar wat de sporters willen.’ Ook het sportniveau verschilt enorm. Frank: ‘De kracht van de trainingen bij Hollandia is dat iedereen persoonlijke aandacht en begeleiding krijgt. Zodat iedereen zijn of haar doel kan bereiken en grenzen kan verleggen. Of dit nu beter leren lopen is of deelnemen aan de paralympische spelen. Wel vind ik het belangrijk dat iedereen de kans krijgt om eerst te leren bewegen en ontdekken hoe het is om te sporten met een blade. Ik hou de jongeren soms ook bewust weg van de topsport. Laat ze eerst maar zelf ontdekken of atletiek bij ze past. Ik wil ze graag bij de sport houden, later is het aan hun de keuze of ze de wedstrijdsport willen proberen of niet. Maar begrijp me niet verkeerd: ik heb niets tegen topsport. In tegenstelling: Ronald Hertog, Marije Smits, Joël de Jong, Fleur Schouten, al die topsporters zijn hier begonnen.’
‘Komt vallen door de looptechniek of het materiaal?’